Omhoog

Toolkit, een gereedschapskist, maar nog wel zonder leermiddelen

Internetonderwijs 5 

Na kennisnet met de Didactobank, Davindi en Edurep, de vo-raad met zijn leermiddelenbank, werkt ook het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit Nederland aan een leermiddelenbank. De naam is er al: Toolkit, kennisbanken met scenario’s. Het is de bedoeling dat kennisnet na gebleken effectiviteit de Toolkit gaat exploiteren. Docenten willen best aan de leermiddelenbanken, maar dan moeten deze doorzoekbaar zijn naar leerboekvervangend digitaal, interactief lesmateriaal dat op onderwijssoort, klas, vak en vaardigheid staat geordend. Het Ruud de Moor Centrum heeft kennelijk andere plannen met de Toolkit.  

Het Ruud de Moor Centrum van de Open Universiteit Nederland is medio 2008 gestart met een inventarisatie van gratis schoolboekvervangende materialen. Op de website http://content-e.ou.nl/content-e/pub_RDMC/toolkitversie06/index.htm is onder het kopje Docenten gebruiken ICT te lezen wat daarmee wordt bedoeld. ‘E-learning is al jaren hot en dat is niet raar. Met een beetje fantasie kan elke docent lessen bedenken die met ICT-ondersteuning leuker worden. Of minder tijd kosten. Denk bijvoorbeeld aan begeleiding op maat, omdat het werk van leerlingen door de computer wordt nagekeken en de leerlingen zo feedback op maat krijgen. Toch leidt de inzet van ICT in het onderwijs ook vaak tot teleurstellingen. Dingen lopen niet altijd zoals men hoopt. Bijvoorbeeld omdat er technisch iets mis is. Of omdat de oefening niet spannend genoeg is. In dit deel van de toolkit helpen we met de inzet van ICT in uw klassen of groepen met concrete scenario's: stappenplannen waarbij de docent wordt meegenomen in een traject van voorbereiding tot technische uitvoering. In veel scenario's wordt gewerkt met afstandsonderwijs. De woorden "via ICT" en "op afstand" zijn echter geen synoniemen. Zo vindt u in onze toolkit net zoveel "afstandsscenario's" als scenario's waarin ICT wordt gebruikt op één fysieke locatie. ICT staat dan ook eerder voor "individueel en op maat". Voor "multimedia". Voor "informatie your fingertips". Voor "tijdwinst". Voor "spannend". Of beter nog, voor al deze mogelijkheden tegelijk’.
Deze inleiding klinkt veelbelovend en het loont daarom de moeite om enkele scenario’s voor de moderne vreemde talen nader te bekijken in de hoop dat deze toolkit uiteindelijk gaat waarmaken wat de voorafgaande leermiddelenbanken niet is gelukt: het signaleren van leerboekvervangend digitaal, interactief lesmateriaal.

 

De kennisbanken
Het linkerframe heeft een uitklapbaar menu met drie titels: Docenten gebruiken ICT, Docenten opleiden met behulp van ICT en ICT instrumenten. De meeste kans om naar je vak geleid te worden, vind je natuurlijk onder de eerste en de derde titel. Helaas is dat niet het geval. Wel is staat er in het tweede rolmenu de titel: Vakinhoud en didactiek, maar de klik daarop levert de tekst: ‘Een leraar die vakinhoudelijk en didactisch competent is, zorgt voor een krachtige leeromgeving in zijn klas of lessen. Hij helpt de leerlingen zich de culturele bagage eigen te maken die iedereen in de samenleving nodig heeft om volwaardig te kunnen functioneren’. Daar kan iedereen het wel mee eens zijn. Maar niet met de navigatie tussen de rolmenu’s van het linkerframe en de rubrieken van het rechterframe. Want die is uitermate tijdrovend. Bij elke titel in het rolmenu kun je rechts kiezen uit de drie onderwerpen vraag, scenario’s en achtergrond. Bij alle onderwerpen word je doorverwezen, maar niet naar je vak en niet naar iets wat maar op lesmateriaal lijkt. Onderwerpen als supervisie en monitoren, Intervisie, Incidentmethode, Groepsdynamica, Interpersoonlijk gedrag, Social Software wijzen niet in de richting van de aangekondigde Good Practices.
Wel verschijnt steeds in de teksten het woord kennisbank en uitleg over dat begrip is er ook: ‘Een kennisbank is een digitale bibliotheek waar kennis gehaald en gebracht kan worden. In een kennisbank wordt kennis van een bepaalde discipline toegankelijk aangeboden voor anderen. Deze kennisfragmenten kunnen de vorm hebben van aanwijzingen, regels, of aandachtspunten. Mogelijke kennisbronnen zijn: Voorbeelden (good practices), Artikelen, Verslagen & Documenten, Colums, Eigen bijdragen van bezoekers, Nieuws, Boeken (besprekingen), Projectevaluaties, Begrippenlijsten, Personen. Een kennisbank onderscheidt zich van een databank en een informatiebank door opname van ervaringen, cases, checklists, best practices, maar ook worst practices, en persoonsbeschrijvingen (bij wie kan je terecht met welke vragen). Een dergelijke kennisbank koppelt bijvoorbeeld aan elk verslag ook een transferverslag waarin wordt aangegeven, wat anderen in hun werk aan deze informatie hebben. Op die manier kan kennisdeling plaatsvinden’.
Docenten zullen waarschijnlijk eerst op zoek gaan naar het gegeven voorbeeld good practices en de overige informatie voor later of nooit bewaren.

 

Trouwens als de ontwikkelaars van het Ruud de Moor Centrum echt alle hierboven genoemde zaken in de toolkit willen opnemen, dan wordt deze nog onoverzichtelijker dan hij al is en daardoor moeilijk doorzoekbaar voor bijvoorbeeld een docent Engels op zoek naar luistermateriaal voor 3 havo. De good practices zijn er nog niet. Zij zullen misschien nog komen, maar wel is nu al duidelijk dat de ontwikkelaars van het Ruud de Moor Centrum met hun kennisbank iets anders beogen dan een voor docenten nuttige leermiddelenbank.

Kennisplatform Duits
Wie volhoudt en heen en weer blijft schakelen van het linker naar het rechterframe en van onderwerp naar onderwerp, komt uiteindelijk toch bij vakken terecht waarbij ook nog Duits, gevonden op: http://portal.rdmc.ou.nl/portal-live/portal/vakken/duits. Je bent dan weliswaar niet meer in de Toolkit maar  in de portal van Het Ruud de Moor Centrum. Daar hebben de vakken nog wel geen kennisbank, maar kennisplatform klinkt ook heel goed.
Het kennisplatform Duits is in ontwikkeling en moet een omgeving worden gericht op kennisdeling van opleiders, studenten en begeleiders in scholen. Het Platform is een samenwerkingsverband tussen het Ruud de Moor Centrum, de Vereniging van Lerarenopleiders Duits, ZUM (Zentrale für Unterrichtsmedien im Internet), Goethe-Institut Amsterdam, ADEF, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Het kennisplatform is vooral bedoeld voor diegenen die op andere wijze hun startbekwaamheid op tweedegraads niveau willen behalen zoals zij-instromers en mensen die maatwerktrajecten volgen bij de lerarenopleidingen. Dat betekent niet dat ervaren docenten er niets van hun gading zouden kunnen vinden.

ZUM
Vooral de medewerking van ZUM trekt de aandacht. Deze Duitse instelling werkt op wikibasis ( www.wiki.zum.de ) en heeft als nevendoel het internet in te zetten als leer- en onderwijshulp voor alle schoolsoorten. De kennisplatformen zouden dus de toolkit kunnen helpen aan degelijke kennisbanken met een ruime plaats voor digitale leermiddelen.
ZUM heeft reeds een stabiele en aantrekkelijke wiki voor Deutsch als Fremdsprache (http://wiki.zum.de/Deutsch_als_Fremdsprache). Voor het kennisplatform is binnen de wiki een eigen deel ‘Deutsch in den Niederlanden’ opgezet ( http://wiki.zum.de/Kategorie:Deutsch_in_den_Niederlanden ).
De minister die zo enthousiast was over zijn bedenksel Wikiwijs (LTM6), zal zeker met tevredenheid kennisnemen van het bestaan van de kennisplatformen en misschien wel mogelijk maken dat ze adequaat worden gevuld met lesmateriaal.

(Wordt vevolgd)

omhoog


© John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT