LTM 1-2001

terug

WebQuests: zelfstandig, gestructureerd leren op Internet 

'Een WebQuest is een educatieve speurtocht voor zelfstandig werkende leerlingen waarbij bronnen op het Internet gebruikt worden. Het ontwikkelen van WebQuests is een uitdaging voor de moderne cyberdocent' (bron: http://www.onderwijsweb.com/index.html).

De WebQuest Page 

Het Onderwijsweb leidt de bezoeker verder naar http://webquest.sdsu.edu/ met de mededeling: 'er is geen beter startpunt om over WebQuests te leren dan The WebQuest Page, die onder auspiciën staat van de Amerikaanse bedenkers van WebQuests: Tom March en Bernie Dodge'. Daarvandaan kun je klikkend alles te weten komen over deze nieuwe ster aan het onderwijsfirmament.

In een artikel geschreven door Bernie Dodge met de titel Some Thoughts About WebQuests wordt duidelijk gemaakt aan welke eisen dit onderwijsmateriaal moet voldoen. Kenmerkend voor dit door WebQuests mogelijk gemaakte nieuwe leren is Dodge's volkomen terechte uitspraak: WebQuests are deliberately designed to make the best use of a learners's time. Vervolgens stelt hij dat leerlingen niet het Net op moeten gaan en surfen zonder dat ze een duidelijke taak voor ogen staat. Om die reden moeten scholen ook de toegestane Internettijd van hun leerlingen drastisch beperken. WebQuests beogen dan ook de efficiency en de duidelijkheid van het leerdoel te vergroten. Deze worden bereikt door in elke WebQuest de volgende cruciale onderdelen op te nemen: 

  1. Een inleiding als wegbereider en achtergrondinformatie.
  2. Een taak die uitvoerbaar is en interessant.
  3. Een stel informatiebronnen, nodig om de taak uit te voeren. In de meeste gevallen zullen dit al in de WebQuest aanwezige documenten zijn, maar ze kunnen ook bestaan uit hyperlinks naar het World Wide Web, of per e-mail op te vragen informatie, te doorzoeken databases enz. Dit belangrijke WebQuest-onderdeel moet voorkomen dat de leerlingen op drift raken en de taak niet afmaken.
  4. Een beschrijving van alle handelingen die de leerlingen moeten verrichten om hun taak tot een goed eind te brengen. De uit te voeren handelingen  moeten in overzichtelijke kleine stappen worden beschreven.
  5. Enkele richtlijnen waarin wordt aangegeven hoe de leerlingen de ingewonnen informatie moeten verwerken.
  6. Een conclusie waarmee de speurtocht wordt afgesloten en die de leerlingen beoogt te laten zien wat zij hebben geleerd en die ze er misschien toe brengt om de ervaring die ze hebben opgedaan uit te breiden naar andere leergebieden.

Wie na lezing van dit artikel een aantal WebQuests gaat bekijken, zal zien dat de zes hierboven onderstreepte woorden voor een groot deel in de Amerikaanse WebQuests voorkomen. Het zijn achtereenvolgens de door Bernie Dodge in de lijst met cruciale onderdelen dik gedrukte woorden:  

  1. Introduction
  2. Task
  3. Information
  4. sources
  5. Process
  6. Quidance
  7. Conclusion.

Het opnemen van deze onderdelen is ook een voorwaarde om je WebQuest op de website van de heren March en Dodge opgenomen te krijgen. Deze laatste doet nog een paar belangrijke aanbevelingen aan de ontwerpers van WebQuests zoals:  

  1. WebQuests moeten bij voorkeur tot stand komen als groepsactiviteit.
  2. Leerlingen zullen meer plezier krijgen in het aanpakken van WebQuests als ze een rol te spelen krijgen als wetenschapper, detective, verslaggever of als ze per e-mail interactie moeten voeren met gesimuleerde personen, dit alles binnen een gegeven scenario.  Bijvoorbeeld: 'je wordt gevraagd door de secretaris-generaal van de UN om hem te berichten wat er deze week is gebeurd in de Sahara in Afrika'.
  3.  WebQuests kunnen worden opgezet voor één enkel vak, maar ook vakoverstijgend, hetgeen een grotere uitdaging biedt. Waar de Amerikanen minder aan denken dan wij en wat daarom ook niet in het artikel van Dodge voorkomt, dat is de hulpfunctie van de Moderne Vreemde Talen bij WebQuests die bestemd zijn voor leerlingen uit andere vakken. Wie geen Frans in zijn pakket heeft, maar op zoek moet naar Franstalige informatie moet terecht kunnen bij één van zijn klasgenoten die wel voor die taal heeft gekozen. Beiden werken dan aan dit onderdeel van de WebQuest en krijgen daar dan ook gezamenlijk hun beloning voor.

A WebQuest about WebQuests 

Op het adres http://webquest.sdsu.edu/materials.html geeft Bernie Dodge veel informatie. Hij doet dat in de Middle School/High School Version onder de titel; 'A WebQuest about WebQuests'. In deze rondgang kun je leren hoe een goede WebQuest zich onderscheidt van een slechte en hoe je ze moet maken.
Dodge werkt uiteraard het hierboven staande voor de WebQuest kenmerkende lijstje van zes punten af. Na de 'Introduction' volgt de 'The Task'. Daarin moet groepsgewijs een aantal 'web-based lessons' worden geanalyseerd en moeten de cursisten aangeven wat de beste en de slechtste zijn. Daarna volgen in 'Resources' de 5 te bestuderen WebQuests. In het volgende zeer belangrijke onderdeel 'The Process' moet elke deelnemer van een groepje van vier één van de volgende rollen op zich nemen: 

  1. The efficiciency Expert'. Deze vindt dat er teveel tijd wordt verknoeid in klaslokalen, vooral omdat de 'learners' vaak niet weten wat ze moeten doen. Jij bent dan ook van mening dat WebQuests lerenden moeten verlossen van alle  tijdverkwistende opdrachten die geen of te weinig rendement opleveren.
  2.  'The Altitudinist'. Voor deze betekent denken op het hoogste niveau alles. Hij vindt dat er in het onderwijs teveel nadruk ligt op feitenkennis. Bij deze rol is de enige rechtvaardiging voor het brengen van technologie in het onderwijs dat daardoor de lerenden informatie moeten analyseren, zaken vanuit verschillende oogpunten moeten beoordelen en daarop hun keuzes moeten baseren.
  3.  'The affiliator'. Voor deze komen de beste leeractiviteiten tot stand in groepsverband. Daarom zijn volgens deze rol WebQuests ideaal omdat ze dwingen tot samenwerking, tot behoefte aan discussie waardoor consensus kan worden bereikt.
  4.  'The Technofile'. Deze verdedigt de stelling dat de WebQuest die het best gebruik heeft gemaakt van webtechnologie  als beste uit de bus komt. Deze technofiel is alleen maar geïnteresseerd in WebQuests met aantrekkelijke kleuren, bewegende plaatjes en talrijke hyperlinks naar interessante websites.

Na deze ronde moeten de deelnemers aan deze WebQuest  individueel de in 'Resources' opgegeven WebQuests in niet langer dan tien minuten bestuderen en op de beschikbaar gestelde werkbladen noteren wat de reactie zou kunnen zijn van de persoon wiens rol hij speelt. Daarna keren de deelnemers terug naar de 'Task' om antwoord te geven op de vraag wat ze, afhankelijk van hun rol, de beste of de slechtste WebQuest vinden. Deze gegevens worden uitgewisseld, waarbij, ondanks de verschillende gezichtspunten, een consensus moet worden gevonden gebaseerd op het principe: wat is het best voor de leerling. Eén van de groepsleden maakt een verslag van de discussie zodat in een bijeenkomst van alle groepen andere standpunten over de onderzochte WebQuests kunnen worden vernomen.
Tenslotte, zoals dat hoort in een WebQuest, de 'Conclusion': Na dit onderzoek heb je een beter uitgangspunt gekregen om zelf aan het werk te gaan, of in de woorden van Dodge: 'The best WebQuest is yet to be written. It might be yours! 

De WebQuest matrix  

De Engelstalige WebQuests waarvan er honderden zijn, staan in de 'Matrix of Examples' in http://webquest.sdsu.edu/matrix.html en zijn ingedeeld in de volgende 7 niveaus:
Kindergarten - 3rd Grade, 4th Grade - 5th Grade, Middle School, High School, Adult / College.
In elk niveau kan per vak naar geschikte WebQuests worden gezocht.
Ze zijn zeer geschikt om te worden gecombineerd met het verplichte schoolvak Engels. Zo snijdt het zwaard dan aan twee kanten. Bovendien bevatten WebQuests uitstekend lesmateriaal voor het studiehuis met zijn zelfstandig werkende leerlingen.
Dat de meeste tot nu toe gepubliceerde WebQuests Engelstalig zijn, moet eerder als een voordeel worden gezien, dan als een probleem. Als er ook nog WebQuests zijn of komen in de andere schooltalen, dan leren de leerlingen door de WebQuest-activiteiten ook nog eens wat taal buiten het vaklokaal van de talenleraar.
Ik ben natuurlijk op zoek gegaan in de WebQuest matrix naar speciale WebQuests bestemd voor het mvto. Want talen zijn tenslotte ook vakken die geleerd moeten worden. Om die reden heeft Bernie Dodge in zijn reeds genoemde Matrix ook de rubriek 'foreign languages'  opgenomen. Maar bij alle niveaus vond ik in die rubriek slechts twee WebQuests die iets met een andere taal dan Engels hadden te maken, één voor Frans en één voor Spaans. 

Frans 

'Un jour à Paris'. Het Frans op het portaal doet vermoeden dat de hele WebQuest in de doeltaal is geschreven, maar dat is helaas niet het geval. Wel zijn de bronnen die de leerlingen moeten raadplegen Franstalig. De leerlingen krijgen als taak een reis naar Parijs voor te bereiden door antwoord te geven op de vraag: Si vous alliez à Paris, où est-ce que vous iriez et qu'-est-ce que vous feriez? De opzet is dat ze hierbij een grammaticale structuur oefenen en wel de conditionnel. Hoewel deze praktische oefening natuurlijk motiverender is voor de leerlingen dan het vertalen van een aantal niet-samenhangende 'zou'-zinnen, ligt het reisje naar Parijs toch in een verder verschiet dan de niet zozeer op een grammaticaregel gebaseerde opdracht: als je naar Parijs gaat, waar ga je dan heen  en wat ga je daar dan  doen? 



Spaans

Deze WebQuest is afkomstig van het National Museum of Natural History en lijkt me eerder geschreven voor Spaanstalige Amerikanen dan ten behoeve van het onderwijs Spaans. Er zijn n.l. gewoon twee versies: één in het Engels en één in het Spaans. Dat neemt natuurlijk niet weg dat de Spaanse versie goede diensten kan bewijzen in de Spaanse les.

De titel is 'Yerbas y Remedios' en in de 'Introduction' wordt uitgelegd dat vroeger bij ziekte planten werden gebruikt in plaats van de huidige medicijnen. Deze laatste geven vaak zulke nare bijverschijnselen dat we ons zijn gaan realiseren hoe belangrijk het is de wijsheid van primitieve volken te bestuderen en hun gebruik van medicinale planten.
In 'the Task' worden de leerlingen gefeliciteerd, ze zijn n.l. geselecteerd als 'Ethnobotanists', 'Ethnographers', 'Botanists' en 'Curators' van het National Museum of Natural History. Net als in de hierboven reeds beschreven 'A WebQuest about WebQuests' van Bernie Dodge worden de deelnemers in de aangegeven vier groepen verdeeld met elk een eigen rol. Elke groep krijgt een paar opdrachten die eerst moeten worden uitgevoerd. Op basis daarvan moet rapport worden uitgebracht aan het museum. Ook de daarna volgende onderdelen 'The Process, Resources, Conclusion', zijn geheel conform de kenmerken van een goede WebQuest zoals gedefinieerd door March en Dodge.
Deze tweetalige uitstekende WebQuest zou heel goed als model kunnen dienen voor dergelijke musea in andere landen waarvan dan die talen als instructie- en doeltaal worden gebruikt.

Duits 

Voor Duits kunnen we voor een WebQuest in eigen land terecht en wel op http://www.euronet.nl/users/pnc/webquest/, de Website van Thomas Peters, werkzaam bij de SLO. De titel van zijn WebQuest luidt 'Berlinbesuch' en is geheel Duitstalig. Het is een eenvoudige sobere WebQuest zonder toeters en bellen, die daardoor duidelijk maakt hoe je met eenvoudige middelen toch een goede WebQuest kunt maken. Zoals in de 'Schülerseite' meteen al is te zien volgt Thomas Peters met zijn 'Einleitung', 'Aufgabe', 'Prozess' en  'Evaluierung' geheel de voorgeschreven indeling van March en Dodge. In de Inleiding staat een kort bericht uit Trouw over de kunstenaar Erik van Lieshout die een jaar in Berlijn wil gaan werken omdat de uitstraling van die stad hem trekt. Nou, dat willen de leerlingen van Peters ook wel! Dan moeten ze ook zelf maar hun reis voorbereiden. De opgave is dan ook in ongeveer 125 woorden en met minstens twee afbeeldingen de klas enthousiast te maken voor deze reis.
Vervolgens kunnen de leerlingen in het 'Prozess' kiezen uit een gestructureerde opgave waarin de te bezoeken websites en de vragen vastliggen of uit een vrijere opgave die wat meer tijd kost, maar die de leerlingen ook de mogelijkheid biedt om hun eigen belangstelling te volgen. In de gestructureerde opgave moeten de leerlingen vervolgens negen websites bezoeken waar ze allerlei informatie moeten vinden over Berlijn, ook een jeugdherberg moeten zoeken, een school, een museum, een toneelvoorstelling en 'eine Party die dir toll scheint'. In de vrijere opgave wordt wel een paar websites gegeven, maar ligt het programma niet vast.   


Nederlandse WebQuests

Natuurlijk moet de vraag gesteld worden: is de WebQuest een louter Amerikaanse aangelegenheid? Nee, er is ook in ons land al enige beweging in die richting waar te nemen. Onder het kopje: WebQuests bij www.leren.nl, staat te lezen: 'Leren.nl houdt een overzicht van interessante WebQuests bij. Vergeet vooral niet JOUW WebQuest bij hen aan te melden!' Het adres is:
http://www.leren.nl/rubriek/computers_en_internet/internetten/webquests/, maar WebQuests ten behoeve van het mvto staan er niet bij.
Wie een WebQuest-cursus wil volgen kan terecht bij de Fontys Hogeschool op het adres:
http://www.fontys.nl/lt/na/projecte/webquest/webquest.htm. Vandaar wordt de bezoeker ook doorverwezen naar de reeds in het Nederlands beschikbare WebQuests op http://www.fontys.nl/lt/na/projecte/webnet/index.htm. Er staan er vier: twee short term WebQuests over respectievelijk 'Duiken' en 'Natuurkunde in de sport' en twee long term WebQuests over respectievelijk 'Onweer' en 'Alternatieve energiebronnen'. Maar ook daar nog geen melding van op het talenonderwijs gerichte WebQuests.

Projectaanvraag 

Vanuit het Platform ICT van het Nationaal Actie Bureau MVT is eind mei 2000 een projectaanvraag verstuurd naar het Proces Management ICT van OC&W. Daarin wordt een voorstel gedaan voor het opzetten van een website met WebQuests voor het moderne vreemde talenonderwijs. In dit project dat onder leiding komt te staan van de SLO wordt ook deelgenomen door IVLOS, VU en CINOP. Zodra dit project is goedgekeurd en er begonnen wordt met de ontwikkeling van de WebQuest-website, zal ik de lezers van LTM daarover berichten.

Levende Talen Magazine, januari 2001

Terug


 © John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT