LTM 1&2-2003
 

TERUG
 

ThinkQuest voor de Klas 2002

 

ThinkQuest voor de Klas maakt deel uit van de jaarlijkse ThinkQuest wedstrijd, die oorspronkelijk alleen was bedoeld voor jongeren tussen 8 en 18 jaar. Drie jaar geleden mochten ook hun docenten in ThinkQuest voor de Klas meedingen naar de geldprijzen. De ontwerpen van de leerlingen worden vooral beoordeeld op professioneel ogend webdesign, terwijl die van de docenten ook nog educatieve waarde moeten hebben. Op 23 november vond in den Bosch de prijsuitreiking plaats van ThinkQuest voor de Klas 2002. De jury moest 30 inzendingen voor het basis- en 26 voor het voortgezet onderwijs beoordelen. Ze zijn te zien op http://www.thinkquest.nl.


Natawasalu bela hudoed.

Docenten en leerlingen, die aan de wedstrijd deelnemen, kunnen zelf hun onderwerpen kiezen. Deze liggen traditioneel in de hoek van de exacte- en zaakvakken. Opvallend dit jaar was de inzending met de volgende onbegrijpelijke titel: Natawasalu bela hudoed. Dit bleek na enig geklik de enige inzending te zijn bestemd voor het mvto, die echter niet tot de finale is toegelaten. Reden voor mij om deze website te gaan bekijken en te vergelijken met de prijswinnaars. Natawasalu bela hudoed is te vinden op het adres http://proto.thinkquest.nl/~klb080/.

 

 

Zoals op de afbeelding is te zien: alleen Arabische letters, reden waarschijnlijk voor de jury om deze website niet tot de finale toe te laten. Wie zijn angst voor de vreemde tekens kan overwinnen en in het rechter frame op de eerste knop drukt, wordt doorverwezen naar het oer-Nederlandse Europees Platform voor het Onderwijs. Daar kom je te weten dat deze instelling de initiatiefnemer is van de website als onderdeel van het project 'Internationalisering en Innovaties'.

Alle knoppen in het rechter frame leveren ook versies op in andere talen. Je kunt kiezen uit Arabisch, Nederlands en Turks. Een Duitse en Franse versie zijn in voorbereiding. In mijn moedertaal kwam ik te weten dat het doel van de website is Arabisch en Turks als communicatietaal op het Internet te gebruiken en wel voor leerlingen die Arabisch of Turks spreken of deze talen willen leren. Er zijn lessen voor het basis- en voortgezet onderwijs. Via een prikbord kunnen Nederlandse scholen contact leggen met scholen in Europa, Marokko, Turkije en in andere Arabisch of Turks sprekende landen. Volgt een lijst met enkele Nederlandse scholen die een partnerschool in Marokko hebben gevonden om daarmee een e-mailproject te starten.

De leerlingen moeten de uit te wisselen informatie over allerlei opgegeven onderwerpen zoeken op internet. Ze kunnen daar komen door te klikken op de knop links. Helaas openen de gegeven links met een Engels scherm of zijn niet te openen. Dat maakt de opdracht ‘relevante informatie verzamelen’ vrijwel onmogelijk. Je kunt de leerlingen voor het ophalen van in het Arabisch gestelde teksten beter sturen naar www.levendetalen.nl/arabisch/links.htm,

,want daar staan ze wel. Deze onbruikbare hyperlinks kunnen hebben bijgedragen tot de afwijzing voor de finale.

En als de leerlingen dan waar dan ook op internet krantenartikelen vinden en downloaden, dan komt de vraag op: wat moeten ze met de informatie in de gevonden teksten doen? Dit laten de makers van deze website over aan de docenten, terwijl de educatieve meerwaarde van de computer boven de traditionele leermiddelen juist is dat leerlingen zelfstandig, dus zonder tussenkomst van hun docent, aan het werk kunnen, waarbij ze na afloop zelf kunnen controleren wat ze daarvan hebben geleerd.

Op dit principe zijn de Web- en TalenQuests gebaseerd, o.a. te zien op het adres http://www.talenquest.nl/.

 

 

Op deze website staat er zelfs ook één voor Arabisch met de titel ‘Denkend aan Holland…’.In deze TalenQuest moeten leerlingen een Irakese vluchteling rondleiden. Lijkt me een uitstekende opdracht omdat de leerlingen eerst informatie over eigen land op internet moeten opzoeken, voordat ze die kennis kunnen overdragen aan een vreemdeling.

 

Interactiviteit
 

In het reglement van ThinkQuest voor de Klas staat dat de inzending educatieve waarde voor het onderwijs moet hebben. Deze voorwaarde wordt helaas niet verder uitgewerkt. Vervolgens moet de inzending goed gebruik maken van de mogelijkheden die internet biedt en moeten er interactieve onderdelen zijn opgenomen, die iets toevoegen aan de site. Ook het begrip interactiviteit wordt niet nader toegelicht, zodat de inzenders zich daar niet zo om hoeven te bekommeren. Dat doen de meesten dan ook niet. Zelfs één van de prijswinnaars niet, zoals die van het ‘Digitale Rekenboek’, een website over rekenen, bestemd voor de onderbouw van het voortgezet onderwijs. Deze site kreeg de derde prijs van € 2.500 ondanks de aankondiging in de inleiding dat je voor het rekenwerk een potlood, een schrift en een flinke stapel kladpapier nodig hebt. Alle antwoorden van de sommen staan keurig bij elkaar onder een knop, zoals traditioneel achter in het rekenboek.

 

 

Wie een voorbeeld wil zien van een inzending die wel interactieve onderdelen bevat, kan terecht bij Knipperlichten bouwen, winnende website van de eerste prijs van € 7.500, bestemd voor het vak Techniek van de onderbouw van het voortgezet onderwijs.

Alvorens de leerlingen aan het bouwen mogen slaan, wordt eerst hun kennis van elektrische schakelingen getest. Het interactieve element is, dat je meteen te zien krijgt of je antwoord goed of fout is. Daarbij krijg je uitleg als je antwoord fout is. Het programma houdt de telling bij en je mag pas echt gaan bouwen als je alle vragen goed hebt beantwoord. De ontwerpers melden je ook waarom dat is: ‘Anders heb je de kans dat je tijdens het bouwen de onderdelen verkeerd aansluit’.

Ik weet niets van het hele onderwerp af. Ik heb module 1 in zijn geheel doorgenomen. Het gevolg? Geef me transistoren, condensatoren, LEDjes en de overige materialen en ik bouw als een echte leerling bij Techniek een werkend knipperlicht. En dit alles zonder leraar en zonder boek. Dit is dus simpelweg interactiviteit.
Deze mis ik in de website Natawasalu bela hudoed, maar dat gebrek kan niet de reden zijn voor de afwijzing, want in het Digitale Rekenboek ontbreekt die ook. Ik heb aan één van de organisatoren van de wedstrijd ThinkQuest voor de Klas de oorzaak gevraagd voor de afwijzing van de enige inzending voor het moderne vreemde talenonderwijs, maar kreeg een ontwijkend antwoord.

 

En de leerlingen?

 

 

Van de 47 aan de wedstrijd deelnemende websites van leerlingen van 16 jaar en ouder had er slechts één een specifiek onderwerp voor het talenonderwijs en die viel ook nog in de prijzen: € 5.000 en nog eens € 1.000  voor de beste vormgeving. Het betrof het onderwerp Koning Artur en de Middeleeuwse Literatuur  http://proto.thinkquest.nl/~llb243/.

In deze website hebben de makers, leerlingen van het Zwijsen College in Veghel, in een groot aantal met oude prenten verluchtigde pagina’s antwoord gezocht op vragen zoals: waren de Middeleeuwen echt zo duister als wel eens wordt beweerd? En wat lazen die middeleeuwers precies en welke taal spraken ze? Lagen de boeken in de Middeleeuwen voor het oprapen? Wie schreef ze eigenlijk? En waarom? En waarmee? En wat voor papier gebruikten middeleeuwse auteurs?Zaten onze voorouders ook al met een boekje in een hoekje? En trouwens, konden ze wel lezen? Is Artur werkelijk koning geweest? Of hadden de Kelten iets te veel fantasie?
Naast de theoretische lessen, waarin deze vragen worden beantwoord, hebben de leerlingen ook een aantal tekstfragmenten opgenomen uit Ridder metter mouwen, Roman van Walewein, Walewein en Keie, Lanceloet en het hert met de witte voet, Ferguut en de Graalkoning.

Je kunt goed zien dat deze website is gemaakt door en voor leerlingen. Artur treedt op als strip- en filmheld. De leerlingen kunnen spelletjes doen in een middeleeuws jasje, ze kunnen naar middeleeuwse muziek luisteren, maar als ze daar genoeg van hebben, kunnen ze op één van de op hun smaak afgestemde radiozenders afstemmen.

Er is zelfs een knop met de tekst interactief. Daaronder kunnen de leerlingen hun kennis testen in een multiple choice quiz. Als echte schoolmeesters raden de makers ‘hun’ leerlingen aan eerst de theorie door te nemen alvorens hier aan te beginnen.

Verder zijn er interactieve computerspelletjes waaronder schaken en dammen en de leerlingen kunnen als een middeleeuwse Robin Hood de pijl en boog hanteren in het spel Longbow. In Merlin’s Quest ben je echt in Engeland waar je allerlei Engelstalige opdrachten moet uitvoeren. Je geeft je voornaam en je woonplaats op, dan ben je in deze Quest een ridder zoals te zien op de afbeelding.

 

 

De leerlingen hebben ook een aantal slotopdrachten geschreven ten behoeve van het leesdossier.

Al met al is deze inzending, opgezet door leerlingen, zeer geschikt voor ThinkQuest voor de Klas, want daar is hij zo inzetbaar in de letterkundeles.

 

Enkele aanbevelingen
 

Hoe betrek je het talenonderwijs bij de wedstrijd ThinkQuest voor de Klas? Om te beginnen zou de organisatie kunnen eisen dat elke inzending een versie heeft in één van de schooltalen. Het eerste voordeel daarvan is dat al bij de voorbereiding van de inzending talendocenten worden ingeschakeld om hun leerlingen het vertaalwerk te laten doen. Daar leren ze van. Bovendien zijn twee- of meertalige ontwerpen ook bruikbaar buiten onze taalgrens hetgeen dan weer internationale contacten oplevert.

Een tweede voordeel is dat scholen door het gebruik van de ThinkQuest-websites, over tweetalig lesmateriaal beschikken waarmee ze tweetalig onderwijs kunnen geven.

Net zoals bij de niet tot de finale toegelaten website Arabisch zou het Europees Platform voor het Nederlands Onderwijs bij de ThinkQuest-organisatie kunnen worden betrokken. Deze instelling brengt dan de eis mee dat de inzendingen tot stand moeten komen op basis van internationale samenwerking. Daarbij is namelijk een gemeenschappelijke voertaal nodig en dat verhoogt ook de educatieve waarde van de inzending. Dat is voor leerlingen al niets nieuws meer. Bij de ThinkQuest-wedstrijd 2000 in de categorie leerlingen van 16 jaar en ouder won Hans Westerbeek uit Etten Leur met zijn website over de schetsen van Vincent van Gogh de eerste prijs. Hij maakte zijn website in samenwerking met een leeftijdgenoot uit Singapore en één uit Nigeria met Engels als communicatiemiddel.

Tenslotte zou het moderne vreemde talenonderwijs er zeer mee gediend zijn als er serieus werk zou worden gemaakt van de ontwikkeling van TalenQuests, die dan moeten meedingen naar de prijzen van ThinkQuest voor de Klas.

Als de versmade Arabische inzending Natawasalu bela hudoed een TalenQuest zou zijn geweest, dan zou deze zeker in de prijzen zijn gevallen.

 

Levende Talen Magazine, februari 2003

 

Terug
 


 © John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT