LTM 4-2003
 

Terug

 

Viv@, virtueel interactief dorp in de Ardèche
 

  

Viv@ is opgericht door ‘le Centre Départemental de Documentation Pédagogique (CDDP) de l'Ardèche’. Het is een virtueel dorp waar docenten met hun leerlingen een gebouw kunnen neerzetten. Daarin plaatsen bezoekers uit heel de wereld boodschappen over allerlei onderwerpen. In de bioscoop over films, in de bibliotheek over boeken, in het restaurant over eten en in het sportpark over sport. In het reisbureau kun je je dromen kwijt over verre landen. Er is ook een kraakpand, waar jongeren discussiëren over de noodzaak van deze leef- en woonvorm. Het is een taaldorp voor 2e taalleerders en hun docenten waar uitingen in alle talen welkom zijn. Prima gelegenheid dus voor scholen om in Viv@ te investeren. Het is te vinden op http://www.ardecol.ac-grenoble.fr/viva/index.htm.

 

La mairie
 

In het stadhuis zetelt één van de oprichters van Viv@, Philip Benz. Hij doet de voorlichting en geeft een overzicht van de gebouwen in het dorp en hun functie. Hier vind je ook instructies en suggesties over het gebruik van het dorp en hoe je moet communiceren met partners op afstand.

Wil je zelf gaan bouwen, dan moet je een bouwvergunning aanvragen. Daarbij moet je opgeven welke naam je aan je gebouw wilt geven, welke regels er gelden en wat voor soort conversaties er plaats moeten vinden. De bouwaanvragen liggen op het stadhuis ter inzage, o.a. voor een kledingwinkel, een rechtbank, een music hall en een kerk.

Vragen en reacties staan geordend op datum in een boomstructuur. Eerst de afzender, dan de datum en tenslotte het onderwerp van de reactie. Deze bekende bulletin board structuur wordt in de meeste gebouwen toegepast, zoals te zien in afbeelding 2, het begin van de bakkerij met beschrijvingen van bakker Gaston en zijn vrouw Lucienne.  

De leerlingen reageren via de antwoordknop op de naam van één van de eerder bedachte personen en gaan daarmee in dezelfde taal verder of ze voeren, eventueel in een andere taal, een nieuw personage in. Voor de titel staat steeds de naam van de inzender en klik je daarop dan kun je zien op welke school deze zit en het land van herkomst.

 

De school
 

Natuurlijk ga je als  onderwijsgevende even naar de school en naar de docentenkamers, waar je in respectievelijk het Engels, Frans en Duits wordt verwelkomd.

Ik ga naar de Franstalige docentenkamer en leer daar dat Viv@ speciaal is opgezet ten behoeve van het talenonderwijs. De bedenker ervan is de eerder genoemde Philip Benz, een Amerikaan die Engels geeft op het lycée Astier in Aubenas (Ardèche). Verder is er nog niet veel te beleven in de docentenkamers, maar wel in de daaronder hangende ‘teachers corner’, waar je ook weer Philip Benz tegenkomt, die allerlei tips geeft om leerlingen nuttig gebruik te laten maken van deze internationale virtuele ontmoetingsplaats. Van alle kanten komen suggesties om Viv@ te verbeteren en vragen van docenten die willen weten hoe ze hun lessen kunnen aanvullen met deze virtuele schoolwereld. Op het adres http://www.ardecol.ac-grenoble.fr/english/multiverse-forums.htm  staat informatie over hoe Philip Benz als docent Viv@ inzet voor zijn lessen.  

De leerlingen zitten boven in de school waar Philip Benz ze heeft uitgedaagd om te komen vertellen wat ze van het talenonderwijs op hun eigen school vinden. Het laatste bericht kwam van de 13 jarige Française Laetitia die blijmoedig kwam melden dat ze niet van wiskunde hield, maar wel van Engels en honden. Het Franse ‘réécris-moi’ werd in haar schoolengels ‘to rewrite my’. Als troost voor docenten, die gruwen van dit Engels: ze kreeg wel antwoord.

Dit soort internationale bulletin boards lijkt me uitermate geschikt voor onze leerlingen, vooral omdat ze daar zonder veel angst voor fouten tot de ontdekking kunnen komen dat hun taaluitingen begrepen worden en dat ze al doende leren. En je weet maar nooit of er niet een aardige lerares langskomt die je fouten verbetert. Dat dit ook gebeurt, zag ik in de reactie van ene Katie op een fout van een leerling, die een hekel heeft aan Engels en de docent daarvan: ‘I think you are trying to say "current teacher" or "old teacher" instead of ancient teacher. Ancient means very old’.

Het lijkt me een aardige opdracht om leerlingen eens naar deze internationale school te sturen om uit te zoeken wat er zo leuk/vervelend is aan de lessen Frans en Engels in de landen van de afzenders. Als ze dat eenmaal weten, misschien kunnen ze daarna dan ook eens reageren op één van die meldingen of hun eigen mening geven.

 

De boulangerie
 

Naar de bakker ga je niet voor brood, maar om daar je verhaaltjes te plaatsen, zoals die over de bakker, zijn vrouw, hun klanten, die allemaal een eigen karakter meekrijgen van waaruit ze handelen. Het is een soap geworden in verschillende talen, want de belangrijkste regel in Viv@ is dat reacties altijd moeten zijn geschreven in de taal van degene op wie je reageert.

Begonnen in 2001 in het Frans met bakker Gaston en zijn vrouw Lucienne, hebben de bezoekende leerlingen, in de meeste gevallen tweede taalleerders Frans en Engels, de bakkerij bevolkt met allerlei personages, zoals Bob the painter, madame Lefevre ‘and her husband’, monsieur Noir, little Bertha, die meteen na haar binnenkomst zwanger blijkt te zijn, een jaloerse Kate, die snode plannen smeedt, een dokter en zijn vriendinnetje, zoals gezegd: soap schrijvende leerlingen.

Wie zijn leerlingen creatief wil laten schrijven in internationaal samenwerkingsverband, laat ze een vergunning voor een televisiestudio aanvragen, een verhaallijn bedenken en beginnen. Ze hebben in ieder geval soapkennis genoeg.

 

Copabacana Club
 

Dit gebouw is neergezet door de leerlingen van de Française Barbara Dieu, docente Engels aan het Lycée Louis Pasteur in São Paulo in Brazilië. Deze actieve docente was eerder betrokken bij een Comenius project met het Berlage lyceum in Amsterdam (beschreven in LTM 7-2002 p.19-20).

Haar leerlingen wilden in Viv@  een typisch Braziliaanse ruimte neerzetten. Ze schrijft hoe moeilijk het is geweest om met 75 leerlingen in drie derde klassen overeenstemming te bereiken over wat voor gebouw het dan zou moeten worden. Het werd een club, zoals je die overal in Brazilië ziet. Daar ontmoeten mensen elkaar na het werk en in het weekend. In de club bouwden ze een muziekkamer, een folklorekamer, een expositieruimte, een restaurant, waar de leerlingen van verschillende culturen recepten kunnen uitwisselen. Buiten het gebouw kwam het Amazonia Park, waar leerlingen hun ideeën kwijt kunnen over het milieu, het dierenleed, enzovoort.

 

La gazette
 

Een dorp, virtueel of niet, zonder krant, dat kan natuurlijk niet. Je vindt in de Gazette nieuws uit de Ardèche zoals een serie over la grotte Chauvet, geschreven door leerlingen van een Collège uit Vallon-Pont-d'Arc, die geïnteresseerd zijn in prehistorie en archeologie. Zij motiveren hun redactionele inbreng met de woorden: Les enfants ont le droit de savoir autant que les adultes. Verder staan er Engelstalige gedichten van leerlingen en ook dit zijn taaluitingen van 2e taalleerders uit alle windstreken.

 

Quartier sud
 

In deze nieuwe wijk in aanbouw staat de brandweerkazerne waar een leerling die bij de vrijwillige brandweer in de Ardèche werkt, over zijn ervaringen vertelt en graag wil weten hoe de brandweer in het buitenland is georganiseerd.

Er is een museum waar een fotowedstrijd wordt georganiseerd, waaraan hele klassen meedoen. Mooie gelegenheid om bepaalde delen van de Ardèche te leren kennen, want daar zijn de meeste foto’s gemaakt. Zo kunnen Nederlandse leerlingen hun foto’s van hun stad of streek inbrengen en daar iets over vertellen. Zouden deze anders ooit in een museum komen te hangen?

De eerder genoemde Barbara Dieu uit Brazilië werpt de vraag op: ‘Do you like going to museums? Why/Why not? What are museums for? What role do museums have in your opinion?’ De antwoorden dragen titels als: ‘I hate museums’, waarbij een Franse jongen meldt dat het voordeel van museumbezoek met school is, dat er dan geen les is, maar er zijn ook positieve geluiden.

 

Quartier est
 

Dit wordt een woonwijk. Het eerste huis dat ik binnenga wordt bewoond door de familie Chanéac. Philip Benz spoort zijn en andere leerlingen als volgt aan ‘in de pen te klimmen’: Who are the people in the Chanéac family? What do they look like? What activities do they like? Write a brief character description here. Be as detailed as possible, and also include a few ideas about their personality’. Ik tref er Engels en Frans aan, afkomstig uit Amerika en Frankrijk. Daar zitten ook moedertaalgebruikers bij, maar de meesten zijn 2e taalleerders. In de wijk staat ook een spookhuis.

 

 

Er is een tuincentrum waar leerlingen hun schooltuinen laten zien.

Philip Benz heeft nog een 2e huis opgezet met daarin de familie Bernabé. Daar vind ik een voorbeeld van hoe je als leraar de leerlingen met opdrachten kunt aansturen. Philip Benz doet dat als volgt: ‘Mr Bernabé uses his computer a lot, and lately he has been getting dozens and dozens of ads appearing on his screen for no apparent reason. Why is this happening? Why is it a problem for him? What can he do about it? To help you with this topic, read this article: Pop-up hijacker snares Web victims at  http://www.cnn.com/2003/TECH/internet/01/31/gain.hijack.reut/index.html. Met een dergelijke opdracht geeft een docent het gebouw zijn inhoud en hij kan daar dan ook gewoon functioneren zoals in zijn eigen leslokaal. Alleen in zijn Viv@-leslokaal bedient hij ook de leerlingen van zijn collega’s elders in de wereld.

 

Usingviva
 

Viv@a heeft sinds kort een mailinglist voor taaldocenten. Hier discussiëren de bouwers van het eerste uur en hun navolgers over het functioneren en de toekomst van het dorp. Abonneren kan op: http://groups.yahoo.com/group/usingviva/.

Met internetverbindingen op school en thuis krijgt het talenonderwijs er een nuttig leermiddel bij. Docenten als Barbara Dieu en Philip Benz zijn bezeten van hun dorp. Dat blijkt uit de mailinglist Usingviva.  Ik deel hun enthousiasme.

 

Virtuele school
 

Op de website http://www.web-leren.nl  staat het advies van de Onderwijsraad over leren met behulp van internettechnologie. De raad ziet web-leren als een belangrijk hulpmiddel voor het verbinden van het leren binnen èn buiten de school. Tot nu toe ging het altijd om adviezen over het leren binnen de school. De Raad is terecht van mening dat je voor het leren niet altijd leerlingen bijeen hoeft te brengen in een schoolgebouw en in per vak en lesuur georganiseerde lokalen. Vandaar de aanbeveling op bladzijde 52, punt 2, waarin de Raad de minister adviseert om het onderwijs ook buiten de school mogelijk te maken en wel door het stichten van virtuele scholen.

In ieder geval werkt Viv@ al als een virtuele school, speciaal ontworpen voor het moderne vreemde talenonderwijs, maar deze zou makkelijk uitgebreid kunnen worden met andere vakken, met eigen lokalen. Als die er komen, dan moeten er leerzame websites worden geplaatst. Die zijn er en waarschijnlijk meer dan er schoolboeken zijn. Ik ben al begonnen met het plaatsen hier en daar van websites, zoals in de door mij voorgestelde Court of Justice en in de Music Hall waarvoor ik bouwvergunningen heb aangevraagd. Maar net zoals in het niet virtuele leven, moet je geduld hebben. Zoals de Brazilianen een eigen wijk hebben opgezet, zouden wij dat ook kunnen doen. Ik doe zeker een gooi naar de functie van burgermeester.

 

Levende Talen Magazine, mei 2003

 

Terug


 © John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT