Real Time Discussions bij TAPPED IN nog weinig succesvol
In het Jaar van de Talen had ik bij momes.net enkele internationale franstalige chatsessies georganiseerd met leerlingen van het Coornhertlyceum in Haarlem. Deze liepen steeds beter, wat logisch is omdat je al doende leert van je fouten.
Na afloop hiervan was ik van mening dat dergelijke chatsessies een bijdrage kunnen leveren aan de taalvaardigheid van de leerlingen, reden om deze wijze van communiceren tussen tweede taalleerders te promoten bij hun docenten. Ik meende dat de beste werkwijze was, de deelnemende docenten het gewoon te laten doen in de taal die ze geven, met als onderwerp de vraag of leerlingen taalvaardiger worden door mee te doen aan real time discussions in de doeltaal.
Mijn achterliggende gedachte was dat, als ik de drempel voor deze communicatiemogelijkheid met mijn workshops iets zou kunnen verlagen, de leerlingen daarvan zouden kunnen profiteren. Deze conclusie was nogal voorbarig, zoals is gebleken na mijn twee workshops.
Op 14 maart tijdens de Good Practice Day van het ICLON in Leiden en op 4 april tijdens het congres Frans in de Reehorst in Ede had ik de After School Online room (ASO) besproken op de server van TAPPED IN op het adres http://ti2.sri.com/tappedin/index.jsp.
Beide sessies stonden ruim van te voren in de agenda van TAPPED IN en in LTM aangekondigd. Desondanks waren er nauwelijks buitenlandse of Nederlandse deelnemers.
Ik had de ruim 30 deelnemers aan beide workshops per e-mail gevraagd van tevoren een paar keer in te loggen bij TAPPED IN om een beetje vertrouwd te raken met de werkwijze daar, zodat ze aan het begin van de workshops meteen zelf als guest konden inloggen zonder dat daarbij uitleg van mij nodig was.
In Leiden deed zich het probleem voor dat de benodigde java applets niet op alle door ons gebruikte computers waren geïnstalleerd waardoor sommige deelnemers niet konden inloggen.
Bij het congres Frans gebeurde
hetzelfde met de gehuurde computers, naar alle waarschijnlijkheid omdat op de
meeste een firewall was geïnstalleerd, waardoor de internetverbinding, die toch
al zwak was, steeds na verloop van enkele minuten werd verbroken.
In Leiden gaf ik mijn computer, die goed werkte aan een andere deelnemer.
Daardoor was ik niet in staat om de discussie, die wel plaatsvond, te leiden.
Bij het congres Frans stelde ik, na talrijke pogingen alle computers ingelogd te houden, de deelnemers voor ermee te stoppen.
Ik had na de Good Practice Day in Leiden een kleine enquête opgesteld en geplaatst op de website van Levende Talen. Bij het congres Frans konden de deelnemers die meteen invullen. Aan de deelnemers aan de GPD heb ik dat per e-mail gevraagd. De enquête en de antwoorden zijn te vinden op <http://www.levendetalen.nl/Activiteiten/Tapped In.htm>.
Daar staan ook beide transcripts. Die van Leiden geeft een goed beeld van de discussie.
Net als bij de chatsessies van de leerlingen neemt de kwaliteit van de gedachtewisseling af bij toename van het aantal deelnemers. Er wordt langs elkaar heen gepraat. Dat komt omdat, voordat iemand kan reageren op wat een ander te berde brengt, er alweer een nieuw statement van een derde op het scherm verschijnt. Daardoor komen reacties soms bij betrokkenen aan terwijl deze alweer met iets anders bezig zijn. Dat maakt het totaalbeeld erg onrustig.
Voeg daar nog aan toe het gekunstelde van de hele operatie: je zit in een zaaltje en typt boodschappen aan je buurman in een andere taal dan je moedertaal via een server in Amerika. Daar worden volwassenen op zijn minst wat lacherig van.
Op de vraag in de enquête: Heeft U iets geleerd van de workshop, antwoordden elf met nee en drie met ja. Ik zou de vraag zelf met ja willen beantwoorden en wel om de volgende redenen:
elke mogelijke storing te voorzien en in de korte beschikbare tijd te verhelpen.
Hoe belangrijk de nazorg is, blijkt uit dit mailtje: ’Geachte heer, dank voor uw e-mail. Waar het probleem zich ook bevond, het feit blijft dat het niet goed werken van computers op een zeer duur congres, ongelooflijk onprofessioneel is. Enige excuses zouden hier op zijn plaats zijn. Helaas vind ik die niet terug in uw e-mail’.
Dat is dan, geachte mevrouw, het zevende punt dat ik heb geleerd. Vandaar, zeer verlaat, mijn excuses.
Levende Talen Magazine, juni 2003