Stepnet, teleleren voor alle vakken van de 2e fase van het voortgezet onderwijs
Als drie grote educatieve uitgeverijen de handen ineen slaan om gezamenlijk het ICT-pad op te gaan, dan is er sprake van een novum. Als er dan ook nog aanzetten worden gegeven tot vakoverstijgende profielwerkstukken en docenten en leerlingen toegang krijgen tot een enorme database met artikelen uit twee dagbladen waarbij ervaren docenten opdrachten hebben gemaakt, dan moet dit wel de aandacht trekken van het onderwijsveld. Als dit lesmateriaal dan ook nog geen gebruik maakt van papier, maar naar behoefte opgehaald kan worden op Internet en wel op het adres http://www.stepnet.nl, dan mag je bijna veronderstellen dat het traditionele leerboek heeft afgedaan.
De Stepnet-partners
Stepnet is een
samenwerkingsverband van Trouw, de Volkskrant en de drie educatieve uitgeverijen
Meulenhoff Educatief, SMD en Thieme.
Tot 1 september 2000 is de website vrij toegankelijk voor iedereen. Daarna
worden de meeste onderdelen van de site afgesloten en deze kunnen dan alleen
worden bezocht met een wachtwoord. Dit voorrecht is weggelegd voor de op Stepnet
geabonneerde scholen, die daarvoor 35 gulden per 2e fase-leerling per
schooljaar hebben betaald.
Meer informatie is verkrijgbaar via de site onder de knop Login waar ook
een e-mailadres is te vinden.
Het openingsscherm
Vanaf het openingsscherm kan de bezoeker op informatie uitgaan en meer te weten komen over deze website door bijvoorbeeld te klikken op de volgende knoppen, die van een rolmenu zijn voorzien: nieuws, bronnen, club, docent, stepnet en login. Door te klikken op bronnen krijgt de bezoeker informatie over de volgende zes zoekmogelijkheden: laatste @krant, artikelendatabase, @links, @krant archief, opdrachtendatabase en deze site waar allerlei zaken zijn te vinden zoals gastenboeken, discussieplatforms enz.
Laatste @krant
Wanneer je klikt op
nummer 1: laatste @krant (het is die van 1 februari 2000), dan krijg je een
lijst te zien met drie kolommen waarin respectievelijk de titels van één van de
artikelen, de bron (Volkskrant of Trouw) en het vak of vakken ten behoeve
waarvan opdrachten zijn gemaakt.
Alle artikelen zijn plat gezet waardoor de typische krantenopmaak verloren gaat.
In de opdrachtendatabase bij de artikelen wordt steeds vermeld voor welk
profiel, afdeling en klas de opdrachten zijn bestemd. Wat voor soort opdrachten
er worden gegeven en in hoeveel studielasturen de klus moet zijn geklaard. Als
meest voorkomende soort opdracht vind je: ICT-verwerving en presentatie
of ICT-verwerving en verwerking.
Nederlands
Onze moedertaal komt in
de lijst niet voor, maar toen ik op het eerste artikel met de titel
Studiehuis wordt minder zwaar uit de Volkskrant klikte, bleken er wel
degelijk opdrachten voor Nederlands in de opdrachtendatabase te staan.
Ik heb de vier eerste teksten bekeken die alle gaan over de studiehuisrel van
begin 2000.
Bij elk van de vier artikelen staat dat deze serie bestemd is voor de leerlingen
van 5 havo en 5-6 vwo met het profiel Cultuur en Maatschappij en wel voor het
vak Nederlands. Er worden vier studielasturen voor uitgetrokken. Achter soort
staat vermeld ICT-verwerking en presentatie en achter type staat
praktische opdracht. Daaronder volgt dan die opdracht. De leerlingen
wordt opgedragen om een enquête te ontwerpen over de werkdruk in het studiehuis
en de gegevens te verwerken in Excel en de uitkomsten te presenteren in
PowerPoint. Na een inleiding wordt de opdracht verder gepreciseerd en wordt
verwezen naar de overige drie artikelen over hetzelfde onderwerp. De ontworpen
enquête moet door docenten, ouders en anderen worden ingevuld, waarna de
gegevens moeten worden bewerkt, eventueel op basis van grafieken. Tenslotte
moeten de leerlingen proberen een conclusie te trekken uit de uitkomsten.
Wanneer door Stepnet ruimte zou worden gevraagd op de server van Kennisnet,
waarvoor de scholen tenslotte ook al per leerling een bedrag moeten betalen, dan
kan de enquête op naam en school van de ontwerpers op het Net worden
gepubliceerd, ingevuld en geëvalueerd. Het bereik wordt groter en de
gepubliceerde enquêtes kunnen in heel het land worden vergeleken en op kwaliteit
worden beoordeeld. Zo leren de leerlingen ook nog van elkaar en de C van
Communicatie in ICT wordt ook toegepast.
Wat tenslotte deze Stepnetopdracht bijdraagt aan het examenprogramma Nederlands
havo en vwo, moet door Neerlandici beoordeeld worden.
Frans
Tussen de vier titels
van artikelen in de @krant staat inderdaad ook een Franse titel: la marée
noire, maar dat is niet het kopje van een artikel, maar een in de doeltaal
geschreven oproep aan de leerlingen om aandachtig het artikel 'Olierampen in
de afgelopen dertig jaar' uit Trouw te lezen, waarna ze een paar vragen
krijgen, waarvan de antwoorden te vinden zijn op een paar opgegeven websites,
zoals die van de dagbladen Le Monde en La Voix Du Nord. Als de
leerlingen de vragen hebben beantwoord moeten ze de gevonden teksten over de
betreffende olieramp in maximaal honderd woorden samenvatten. Als dat klaar is
moeten ze in ongeveer 200 woorden een e-mail sturen aan de Franse afdeling van
Greenpeace waarin ze hun mening kenbaar maken over de strijd die deze
milieuorganisatie voert tegen de oliemaatschappijen. Al dit werk moet worden
gedaan door de leerlingen van 5 havo/vwo in vijf studielasturen.
Bij mijn bezoek aan de Franse afdeling van Greenpeace op 3 juni 2000 was er in
het geheel geen informatie meer te vinden over de rampenboot Erika die half
december 1999 voor de Franse kust is vergaan. Duidelijk is dat het vak Frans bij
de artikelen over olierampen alleen aan bod komt omdat de laatst genoemde ramp
toevallig voor de Franse kust heeft plaats gevonden. De opdrachtschrijvers
verwijzen op 1 februari 2000 voor meer informatie over de olieramp van half
december 1999 naar twee Franse dagbladen, maar bij mijn bezoek op 3 juni aan
beide kranten (achter het URL van Le Monde moet niet .nl staan, maar .fr),
was daar geen informatie meer te vinden over deze ramp, zodat de leerlingen zich
de moeite van de surftocht kunnen besparen.
Waarom hebben de opdrachtgevers niet gewoon wat artikelen uit het archief van
die kranten opgevraagd om als uitgangsteksten te gebruiken?
Eigenlijk zou de redactie van Stepnet bij de opdrachten voor de Moderne Vreemde
Talen moeten vermelden welke vaardigheden worden geoefend. In dit geval zijn dat
leesvaardigheid (Franstalige websites, waar gericht naar informatie moet worden
gezocht en de eventuele reactie van Greenpeace) en schrijfvaardigheid (de
e-mails). De overige vaardigheden zijn (nog) niet aan bod gekomen.
Aardrijkskunde, Economie, Natuurkunde, Scheikunde
Naast Frans worden ook bovenvermede vier
vakken van lesmateriaal voorzien, gebaseerd op dezelfde twee artikelen uit
Trouw. Ook de profielen, klassen en studielasturen worden aangegeven.
Bij Aardrijkskunde en Economie wordt als soort opdrachten aangegeven:
ICT-verwerving en presentatie, als type: practische opdracht. Bij
Natuurkunde wordt bij soort aangegeven: tekstgeoriënteerd, practische
opdracht, vragen bij tekst.
Ongetwijfeld zullen bij deze vier vakken de vragen en de opdrachten zijn
afgeleid van de exameneisen, maar wat is de meerwaarde van het computergebruik
bij deze vakken?
Wie had ooit gedacht dat enkele
krantenartikelen vanuit het gezichtsveld van vier disciplines zouden worden
belicht en voor de vier traditioneel gescheiden schoolvakken tot lesmatteriaal
zouden worden bewerkt!
Wat echter verbaast dat is, dat Biologie ontbreekt en dat terwijl er duizenden
dieren in de olie zijn bezweken. Jammer is dat Frans er een beetje bij hangt en
alleen meedoet omdat de laatste olieramp zich voor de Franse kust heeft
afgespeeld. Wanneer de vakoverstijging compleet zou zijn, dan hadden de
leerlingen Frans hun medeleerlingen bij de andere vakken behulpzaam kunenn zijn
bij het bestuderen van de aan de ramp gewijde Franstalige websites. Daar leren
beide groepen iets van.
Duits
Net als bij Frans zijn
ook bij Duits de uitgangsteksten Nederlandstalige artikelen. De artikelen hebben
een Duitse achtergrond; ze gaan alle drie over het zwarte geld van Kohls CDU.
Bij slechts één van de drie artikelen zijn vragen opgenomen in de
opdrachtendatabase. Als soort wordt opgegeven: ICT-verwerving en verwerking,
bestemd voor 5 havo/vwo met vier studielasturen. Net als bij alle andere
artikelen ontbreekt ook hier weer de typische krantenopmaak, die het lezen
veraangenaamt.
De schrijver van de opdrachten neemt als uitgangspunt de Nederlandse context van
het Duitse onderwerp en houdt de leerlingen het volgende voor: 'de redactie van
jouw krant geeft je de opdracht om uit te vinden wat er klopt van de geruchten
dat de Duitse bondskanselier Helmut Kohl geld heeft aangenomen van het Franse
staatsbedrijf Elf-Aquitaine. Je krijgt bijgaande artikelen mee'. Vervolgens
moeten de leerlingen met W-vragen (wie, wat, waar) en met trefwoorden,
bijvoorbeeld de namen van bedrijven en personen, de Nederlandse artikelen
samenvatten. Dan gaan ze met behulp van de Duitstalige zoekmachine yahou.de
en met de gevonden trefwoorden, informatie over deze zaak opzoeken op het Net.
Daarvan moeten havo-leerlingen aantekeningen maken en inleveren bij hun docent,
terwijl vwo-leerlingen in het Duits een verslag van ongeveer 125 woorden moeten
schrijven over hun zoektocht. Dit wordt dan gezien als een verslag aan de
redactie van de krant over de echte feiten betreffende de affaire Kohl. Ook dat
verslag moet getypt bij de docent worden ingeleverd.
Ook hier weer dus: leesvaardigheid (van de websites) en schrijfvaardigheid (van
de aantekeningen of het verslag). Met het mondeling verslag uitbrengen aan de
klas, zou ook wat spreekvaardigheid en luistervaardigheid worden geoefend, maar
dat komt misschien allemaal nog.
Engels
Twee artikelen over
zinloos geweld uit Volkskrant en Trouw, met opdrachten bij één daarvan, bestemd
voor 4 havo/vwo, zes studielasturen en als soort: ICT-verwerking. De leerlingen
wordt in het Engels opgedragen om de artikelen in de @krant te lezen en een 'classroom
talk' te houden waarbij het gelezene aan bod komt. Daarna de gebruikelijke
internetsessie. Er worden een paar voor het onderwerp possible important
websites gegeven. Daar moeten de leerlingen informatie zoeken over het
geweld van jongeren in Amerika, de gevonden informatie vergelijken met de
situatie in Nederland, zoals beschreven in de artikelen van de @krant en dan
daarover een verslag schrijven van ongeveer 200 woorden. Bij deze werkwijze
komen alle vier vaardigheden aan bod. Het spreken en luisteren: in de klas, het
lezen en schrijven: individueel.
In twee van de gegeven websites komt in het URL het woord schoolviolence
voor, waardoor de leerlingen waarschijnlijk beter en sneller dan bij Frans aan
de gewenste informatie over geweld kunnen komen.
Hyperlinks
In één van de zes
informatiebronnen heeft Stepnet ook hyperlinks verzameld. Wie daarop toetst
krijgt de @links. Deze bestaan uit een selectie van sites per vakgebied,
bijeengebracht door Ditte Lockhorst van het Instituut voor de Leraren Opleiding
van de Universiteit van Utrecht (IVLOS). Gezien de afkomst van de selectie kan
verklaard worden dat 'deze is bestemd voor de studenten van de
lerarenopleidingen die kennis maken met de vakdidactische mogelijkheden van het
Internet voor het voortgezet onderwijs'. Daar wordt aan toegevoegd: 'Criteria
voor de selectie van interessante sites waren: een goede vormgeving, het gebruik
van hypertext, veel beelden en grafieken, maar vooral de mate waarin de sites
didactisch interessant en verantwoord zijn.' Deze criteria lijken me zinvol en
zullen per vak op de toepassing daarvan moeten worden getoetst.
Voor Frans, Duits, Engels en Spaans zijn al hyperlinks opgesteld.
Frans
Ik klikte natuurlijk op
mijn eigen vak: Frans. Na twee klikken belandde ik niet in Frankrijk noch in een
ander francofoon gebied, maar in Amerika op het Foreign Language Department van
de Gloucester High School, Virginia, USA. Na een snorkende tekst waar de
bezoeker wordt beloofd: 'From this location you can travel the superinformation
byways on a virtual trip to exotic destinatons', kan deze een keus maken uit:
Multilingual sites, Français, Deutsch, Latin, Japanese en Español. Ik kwam voor
Frans, klikte dus op Français en werd geconfronteerd met een lijst
met 52 ongesorteerde, niet van een verklaring voorziene hyperlinks, geheel
afgestemd op de Amerikaanse markt, zoals te zien aan de links: Grammar,
French lesson Home Page, French-English Dictionary, French for Travellers,
the webfoot Guide to France, the American Association of Teachers of French.
Natuurlijk staan er ook Franstalige links bij zoals de zo bekende Tennessee
Bob's Famous French Links, Meteo-France, Le metro en Paris,
Pariscope. (De foutjes zijn niet van mij). Van een groot aantal links is
niet te achterhalen wat daarachter verborgen ligt. Een suggestie gericht aan het
IVLOS: laat studenten al deze links voor studiepunten analyseren, sorteren,
rubriceren en van een korte beschrijving voorzien. Na de selectie dienen over te
blijven: 'de sites, die didactisch interessant en verantwoord zijn', want dat
was een stelregel van het IVLOS en dus ook van Stepnet, die dit onderdeel van
het werk heeft uitbesteed.
Conclusie
Jarenlang werden in het
onderwijs geïsoleerde vakken onderwezen tussen welke de samenhang niet werd
gezien. Omdat de redactie van Stepnet de artikelen uit beide kranten voor alle
vakken van opdrachten kan voorzien, ontstaat de mogelijkheid de inhoud van de
artikelen vanuit een groot aantal disciplines te benaderen. Dat moet als een
voordeel worden gezien. Het bereidt de leerlingen voor op wat in hun latere
beroepsleven ook kan gebeuren.
Dit was de eerste @krant van Stepnet en dan kun je nog geen definitief oordeel
vellen. Er kan nog van alles veranderen. Mijn eerste indruk van alle opdrachten
bij alle vakken is dat het grotendeels gaat om tekstbegrip, want de meeste
vragen betreffen de inhoud van de teksten. Daar heb je dan geen computer voor
nodig, vooral niet als de vragen beantwoord kunnen worden op de traditionele
informatiedrager: papier. Lastig is dat vragen en opdrachten los staan van de
teksten waarover ze gaan, zodat de gebruikers gedwongen worden om alles te
printen.
Er zijn veel opdrachten om presentaties te maken en verslagen te schrijven,
hetgeen me nogal arbeidsintensief lijkt en waarvoor vaak een te gering aantal
studielasturen wordt toegekend.
Wanneer er over het aan
de orde zijnde onderwerp informatie moet worden gezocht op Internet, dan
ontbreken vaak de websites waar die informatie is te vinden. De kans dat
leerlingen dan van hot naar haar surfen zonder hun informatiedoel te bereiken,
is dan levensgroot aanwezig.
Voor de Moderne Vreemde Talen moet het een nadeel genoemd worden dat alle
uitgangsteksten in het Nederlands zijn, terwijl in alle leerboeken deze teksten
in de doeltaal zijn gesteld. Wanneer ook anderstalige teksten worden opgenomen,
dan kunnen de leerlingen met andere talen dan alleen Engels in hun pakket, de
communicatie tussen hun klasgenoten en buitenlanders helpen bevorderen.
Bij de Moderne Vreemde Talen ontbreken trouwens nog talen waarin ook examen kan
worden gedaan zoals Spaans, Arabisch, Turks, Fries en Russisch, maar die zullen
zeker nog wel volgen.
Wat tot nu toe ook is blijven liggen bij Stepnet, dat is het interactieve
computergebruik. Met behulp van auteursprogramma's kunnen allerlei typen vragen
worden gesteld, zoals multiple choice, waar/niet waar, korte open antwoorden en
gatenteksten (cloze exercises) waarbij meteen na beantwoording van de vragen
feedback op het scherm verschijnt, waardoor de leerlingen kunnen zien of en
waarom hun antwoord goed of fout is.
Bij het mvto krijgen de leerlingen vooral oefening in het lezen van in de
doeltaal geschreven websites en schrijfvaardigheid bij het opstellen van de
verslagen daarover. Om een allround pakket aan te bieden, zou Stepnet ook
aandacht moeten besteden aan spreek- en luistervaardigheid. Als oefening daarin
de scholen ook nog via het Internet bereikt, dan kunnen de traditionele
leermiddelen, ook die op CD-ROM, het archief in.
Nieuwsbrief, september 2000