Dialang, diagnostisch testprogramma van de Europese Commissie
Waarom alle leerlingen in de examenklassen tegelijk onderwerpen aan de
traditionele citotoetsen? Het antwoord op deze vraag zal ongetwijfeld zijn dat
dit nu eenmaal zo is gegroeid en dat er geen andere mogelijkheden zijn. Sinds
kort zijn die er echter wel: flexibel toetsen en wel op het moment dat een
leerling daaraan toe is. Met Dialang is het voor de moderne vreemde talen nu
technisch mogelijk om leerlingen individueel te toetsen op het moment dat ze
daar de kennis en vaardigheden voor hebben. Dit toetsprogramma opgezet voor het
toetsen van lees- luister- spreek- en schrijfvaardigheid van de talen van de
Europese Gemeenschap, kan ook worden ingezet op scholen.
Dialang, begonnen in 1999, is nu in de derde fase met betaversie 1. Die versie kun je gratis downloaden vanaf <http://www.dialang.org>. De coördinatie van het project is in handen van de Vrije universiteit in Berlijn, de toetsen worden uitgevoerd en gecoördineerd door onze eigen Citogroep en het Finse Jyväskylän yliopisto. De universiteit van Lancaster zorgt voor de ontwikkeling van de informatietechnologie.
Installatie
Je kunt de taal kiezen waarin je de downloadinstructies wilt lezen. Daarbij is
ook Nederlands. De installatie van het programma van 3 MB is eenvoudig en kost
slechts enkele minuten. Je wordt uitgenodigd om ook de benodigde Java Run
Environment van 16.2 MB te downloaden. Deze is nodig om alle gebruikte
navigatiesymbooltjes van Dialang te kunnen gebruiken. Na de volledige
installatie krijg je automatisch het Dialang-pictogram op je bureaublad en met
één klik daarop kun je aan het werk.
Welkom
De gebruiker, die zich niet hoeft te registreren, wordt met u aangesproken in
een welkomstwoordje: ‘welkom bij het on-line Dialang diagnostisch
taaltoetssysteem. Hiermee kunt u onderzoeken hoe goed u bent in lezen,
luisteren, woordenschat of grammatica en hoe u deze kunt verbeteren’.
Dialang kent zes vaardigheidsniveaus, die lopen van beginners tot zeer
gevorderd. Je krijgt het advies om op een laag niveau te beginnen omdat je dan
sneller vorderingen maakt dan vanuit een hoger niveau. Welk niveau je hebt, kun
je eerst laten meten met een plaatsingstoets. Deze is niet verplicht. Daarna kun
je een vaardigheid kiezen. Alvorens te beginnen aan een toets, kun je klikken op
de ook niet verplichte zelfbeoordelingtest. Je beantwoordt daarin vragen met ja
of nee over wat je denkt wel of niet te kunnen. Deze test behoort volgens de
makers echter wel bij de essentie van dit programma. Afhankelijk van de
resultaten van beide, krijg je een bij je niveau passende toets voorgezet. Heb
je die gemaakt, dan volgt de feedback waarbij je ook te zien krijgt welke vragen
je goed of fout hebt beantwoord. Bovendien verstrekt Dialang informatie over je
taalkennis en geeft je advies voor verdere studie.
Plaatsingstoets
Is je één van de 14 in Europa gesproken talen hebt gekozen, krijg je het advies
eerst een plaatsingtoets te maken, want ‘ het is mogelijk dat u uw vaardigheden
overschat. Als dat zo blijkt te zijn, zal Dialang dat signaleren’. De
plaatsingstoets wordt gebruikt om de omvang van je woordenschat in de toetstaal
te beoordelen. Daarmee denken de toetsdeskundigen het taalniveau te meten.
Ik wilde niet kinderachtig zijn en kiezen voor Frans, maar gaf Dialang opdracht
mijn kennis te controleren van Engels. Dat kon met de volgende toets: ‘u krijgt
een lijst met Engelse werkwoorden te zien en moet beslissen of dit onzinwoorden
zijn of niet. Het is minder gemakkelijk dan het lijkt’.
Na het maken van de toets kreeg ik niet te zien welke antwoorden goed of fout
waren, maar wel op verzoek de volgende feedback: ‘degenen die op dit niveau
scoren, zijn bij uitstek gevorderde leerders van een vreemde taal met een zeer
aanzienlijke woordenschat. Leerders op dit niveau zijn meestal volledig
functioneel en hebben weinig moeilijkheden met het leren in de vreemde taal, ook
al zijn ze misschien minder goed in het luisteren’.
Zelfbeoordeling luisteren
Hierna gaf Dialang keurig gehoor aan mijn verzoek om een beoordeling van mijn
luistervaardigheid Engels. Je krijgt een aantal beweringen te zien waarop je met
ja of nee kunt aangeven of die voor jou van toepassing zijn of niet. Ik heb
mezelf niet beter beoordeeld dan ik denk te zijn. De resultaten van de zelftoets
worden voor twee doelen gebruikt. Ten eerste om het niveau te bepalen van de
luistertoets die je krijgt te maken. Ten tweede om daarna aan de resultaten af
te meten of je een realistische inschatting hebt gemaakt van je eigen niveau.
Nou, dat had ik dus kennelijk niet. Ik bakte weinig van de mij voorgelegde
luistertoets en gaf het na een paar vragen op. Zou ik dat niet hebben gedaan,
dan zou ik zeker na correctie van mijn antwoorden verwezen worden naar een lager
luisterniveau.
Conclusie
Ik heb me slechts overgegeven aan de plaatsingstoets, de beoordelingstoets
luistervaardigheid en de daarop voor mij te moeilijke luistertoets. Ik ga er
vanuit dat de andere vaardigheden op dezelfde wijze worden beoordeeld. Ik kan de
toetstechnische kwaliteiten van dit programma niet beoordelen, maar de
uitvoering is van een hoog niveau en de navigatie loopt gesmeerd. Ik denk dat je
alleen al door je in alle vaardigheden van een taal door Dialang te laten
toetsen, je zeer veel te weten kunt komen over je taalvaardigheidniveau. Dat is
volgens de makers ook de bedoeling.
Dialang is niet bestemd
voor gebruik in het reguliere onderwijs, maar moet volgens de makers de
Europeanen inzicht verschaffen in hun kennis van de 14 in Europa gebruikte
talen.
Toch zie ik wel mogelijkheden voor het gebruik van Dialang in bijvoorbeeld het
voortgezet onderwijs. Waarom zou een kind niet op eigen initiatief, op dat van
een taaldocent of van zijn ouders informatie kunnen krijgen over het niveau van
zijn taalvaardigheid? Als er dan ook nog didactici voor elk niveau oefeningen op
internet zouden aanwijzen waarmee hij op een hoger niveau kan komen, dan ben je
aardig op weg om het taalonderwijs te individualiseren. Is een leerling voor één
of meer van de vaardigheden op het hoogst mogelijke niveau aangeland, dan vraagt
de school bij de Citogroep een examen voor hem aan. Bij een voldoende resultaat
kan zo’n leerling dit onderdeel afsluiten en zich aan andere onderwijstaken
wijden.
Technisch is dat al mogelijk zoals blijkt uit het door de Citogroep ontwikkelde
‘flexibel toetssysteem’. ‘Hiermee kan de school het moment, de plaats en de
inhoud van de toets flexibel invullen. Volgens eigen zeggen op de cito-website
kan de Citogroep de gevraagde toetsen vanuit itembanken (en toetsenbanken)
aanbieden. Op basis van offerte-afspraken kan de school via Internet (ToetsNet®)
toegang krijgen tot bepaalde onderdelen van een itembank. De scholen kunnen
m.b.v. ToetsNet® nagaan welke toetsen beschikbaar zijn en kunnen vervolgens de
toets naar keuze downloaden. Bij CBT (Computer Based Testing) wordt de toets via
het beeldscherm afgenomen. Met deze computer based test is individuele- en
groepsafname mogelijk en de toets wordt direct gescoord. Door de mogelijkheden
van CBT zoals multimedia, adaptief toetsen en feedback kunnen kennis en
vaardigheden vaak meer valide getoetst worden’.
Dat Dialang dan ook op alle scholen een vaste plaats kan krijgen in de cyclus
van niveaubepalingen, daarop gebaseerd onderwijs, voortgangstoetsen, lijkt me,
evenals CBT van de Citogroep, een logische ontwikkeling.