Schoolleiders aan het woord met visie op ict
'Ict-schoolportretten
zijn inspirerende praktijkvoorbeelden van wat scholen met ict in het onderwijs
doen: een tekenles waarin computer en wasco elkaar afwisselen, de procestechniek
vanaf cd-rom in een instructielokaal in een fabriek of de integratie van
taalonderwijs in een gesimuleerde kantooromgeving'. Zo luidt de inleiding op de
website van de Inspectie te vinden op
http://www.schoolvoorbeelden.nl/ict-schoolportretten/index.php. Er zijn
inmiddels 120 portretten voorradig van het basisonderwijs tot en met de
lerarenopleiding. De inspecteurs werken op drie niveaus: ze portretteren
schoolleiders om te laten zien welke rol zij spelen bij ict-ontwikkelingen op
hun school. Zij portretteren scholen in binnen- en buitenland. Tenslotte
bespreken ze ook nog enkele vakken. In het voortgezet onderwijs komen drie
schoolleiders aan het woord. Van die drie portretten heb ik alleen de delen
overgenomen waarin sprake is van ict.
Martin
Thijssen
Martin Thijssen is rector van het Dr. Knippenbergcollege in Helmond.
De school heeft afdelingen voor vmbo-t,havo,vwo
en is te vinden op www.drknippenbergcollege.nl/. Hij was oorspronkelijk leraar
Duits, is in 1985 gepromoveerd en was daarna vakdidacticus Duits aan de
Katholieke Universiteit Nijmegen. Met zo'n rector kunnen de docenten moderne
vreemde talen zich dus gelukkig prijzen. Als eerste kennismaking met ict noemt
Thijssen het bekende digitale rijbewijs: ‘mensen van mijn leeftijd hebben toch
een zekere angst voor de computer. Het computerlokaal staat voor de meeste
mensen veraf. Een verplichte scholing helpt om dat probleem aan te pakken'. Hij
is zich ervan bewust dat de schoolleiding voor het invoeren van ict de tijd moet
nemen en niet te veel ineens moet willen bereiken. De schoolleiding kan slechts
ten dele sturen hoe er les gegeven wordt. Om die reden faciliteert de school
leraren die op de werkvloer andere collega’s kunnen bijstaan.
Deze rector ziet zichzelf niet direct als een ict-expert en moet het daarom
hebben van deskundigen en specialisten. Zijn talenachtergrond leverde de moderne
vreemde talen het prijzige programma ACE op dat hoofdzakelijk in gebruik was in
de BVE-sector. Hij schafte dit programma aan om de talendocenten aan de computer
te krijgen. Achteraf zegt hij: 'dat project liep aanvankelijk niet goed, was te
veel van bovenaf gestuurd en de software was aanvankelijk niet erg
gebruiksvriendelijk. De nieuwe versie ACE is web-based en veel
gebruiksvriendelijker en de school werkt nu met een meespelende
coach/begeleider. Om het programma te kunnen gebruiken is een apart
computerlokaal ingericht. Om de ontwikkeling te stimuleren moeten alle leraren
verplicht één les per week in dit lokaal geven'. Het lijkt me niet de juiste
manier om nog niet met ict vertrouwd zijnde docenten in een computerlokaal
leiding te laten geven aan leerlingen die hen in computergebruik meer dan de
baas zijn.
Desondanks gebruiken, volgens de rector, steeds meer docenten ict in hun lessen.
De school heeft Wintoets ( www.wintoets.nl
) aangeschaft, een voor veel vakken te gebruiken toetsprogramma waarin ook
uitgeverij Malmberg participeert. De school organiseert studiedagen, maar
vakoverstijgend onderwijs komt moeilijk van de grond.
Verder gebruikt de school het StudieLogBoek, ontwikkeld door BEPSoftware
http://www.bep.nl/. Daarvan zegt de producent: 'StudieLogBoek
wordt door veel docenten, mentoren, absentiebeheerders en examencoördinatoren
gebruikt als laagdrempelig en gebruikersvriendelijk computerprogramma om hun
dagelijkse werkzaamheden te vergemakkelijken'.
Op het moment van het interview bestudeerde de school de mogelijkheid om testen
via de computer af te nemen en de resultaten daarvan vast te leggen. Op de
website van de school is echter enkele jaren na het interview niets te zien
behalve enkele foto's van leerlingen in een computerlokaal. Natuurlijk willen de
collega's van de docenten van deze school zich op de hoogte kunnen stellen van
het ict-gebruik in de vaklokalen. Daarvan heeft de inspectie ook
schoolvoorbeelden gemaakt. Helaas komt het Dr Knippenbergcollege niet voor in de
lijst met scholen van het voortgezet onderwijs. De inspectie heeft kennelijk
niet in de vaklokalen van de geportretteerde rector gekeken of dat wel gedaan,
maar er niets opmerkelijks in gevonden. Daarom zullen alleen de collega's van
rector Thijssen iets aan zijn relaas hebben.
Anke
Harteveld
Anke Harteveld
is rector van het Petrus Canisiuscollege in Alkmaar.
De school heeft afdelingen voor
gymnasium, atheneum, havo, vmbo in 6 vestigingen en is te vinden op www.pcc.nu/.
Ook deze rector ziet zich zelf niet als iemand met een specifieke
ict-deskundigheid. Daarvoor heeft de school voor alle locaties een
ict-coördinator.
Ook heeft de school een directeur facilitair beheer, Herman Jansen. Hij zegt:
'vóór deze baan was ik logistiek manager bij de marine. Ik was als financieel
verantwoordelijke kritisch over de aanschaf van de elektronische leeromgeving
Teletop van de Universiteit Twente vanwege de jaarlijks terugkerende kosten.
Anke Harteveld heeft vanuit haar visie op de instrumentele rol van ict toch op
onderwijskundige gronden de beslissing genomen om dit product aan te schaffen en
de school daarmee in een volgende onderwijskundige fase te brengen'. Ze had er
beter aan gedaan het advies van haar directeur facilitair beheer op te volgen,
want net als bij de commerciële elo Fronter zijn er bij Teletop teveel functies
die ongebruikt blijven, maar waarvoor wel moet worden betaald.
De inspecteur tekent hier echter bij aan: 'aan de aanschaf van de elektronische
leeromgeving is te herkennen dat de school echt in een nieuwe fase is beland.
Dit instrument moet de onderwijskundige vernieuwing volledig ondersteunen. Het
Petrus Canisiuscollege moet een school worden, zoals al langer in het hoofd van
haar directeur zit, waarop leerlingen zelf verantwoordelijk zijn voor het leren,
de leraren een begeleidende en coachende rol hebben en het onderwijs zo veel
meer op de individuele maat kan worden gesneden'.
De inspecteur constateert ook dat Anke Harteveld veel geld heeft geïnvesteerd in
hardware. ‘Daardoor kunnen docenten niet meer zeggen dat er te weinig spullen
zijn. Een tijd lang heeft ze ook zelf de softwareaanvragen van secties
beoordeeld, waarbij ze de volgende simpele procedure volgde: eerst een gesprek
met de sectie, daarna iedere docent laten tekenen voor instemming met de
aanschaf en na een technische check door systeembeheer kon het pakket dan worden
aangeschaft’.
Een voorbeeld van onderwijsvernieuwing is het gebruik van de website van
TechnaLab (www.techna.nl/openiningspagina's.htm).
Het is volgens de openingspagina 'De plaats waar Natuurkunde en Techniek elkaar
ontmoeten'. Met het digitaal lesmateriaal van TechnaLab proberen de drie
Nask-docenten een nieuw vak vorm te geven, waarin techniek en natuur- en
scheikunde worden geïntegreerd.
Net als het Dr. Knippenbergcollege gebruikt ook deze school Wintoets. Ook het
Petrus Canisiuscollege in Alkmaar komt niet voor in de lijst van door de
inspectie bezochte vaklokalen van scholen voor voortgezet onderwijs, zodat
belangstellende docenten ook niet kunnen kijken wat hun vakcollega's aan ict
hebben gerealiseerd in Teletop, met Wintoets, met het digitaal portfolio en het
TechnaLab.
Vanaf de website van de school kun je wel doorlinken naar websites voor
natuurkunde. Vanuit de andere vaklokalen overheerst de stilte. Wel kunnen de
leerlingen vanuit de rubriek Hulp nodig? terecht op
www.studentsonly.nl/.
Daar kunnen ze niet alleen hun uittreksels van de te lezen boeken downloaden,
maar ook een centje bijverdienen door hun eigen uittreksels te sturen naar de
Uittrekselbank van Students Only. Het lijkt me niet zo verstandig van de school
om de leerlingen op deze uittrekselbank te wijzen. Daarmee stimuleert de school
het inleveren bij een docent van andermans werk.
Peter de
Visser
Peter de Visser is algemeen directeur van het uit fusies ontstane Nova college
in Rotterdam. De school biedt
praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo, is verspreid over 6 locaties en is te vinden
op: http://www.novacollege-lmc.nl/.
Peter de Visser vertelt dat de school een digitale leerlijn (www.digitaleleerlijn.nl)
voor vwo-leerlingen heeft ontwikkeld en digitale programma’s voor natuur en
milieueducatie en ckv. Verder zijn er in het kader van de functieprofielen
afspraken gemaakt met de docenten over scholing in ict-competenties. Ter
ondersteuning daarvan zijn er twee volledige systeembeheerders aangesteld voor
de zes locaties. Het bleek dat de leraren de drie computers in hun lokaal niet
inzetten voor hun lessen. Ze gingen wel met hun leerlingen naar het
computerlokaal. De aangeschafte laptops voor flexibel gebruik bleken
verhoudingsgewijs duur en kwetsbaar. Ze worden niet meer vervangen.
Omdat men twijfelde aan het nut van aparte lessen informatiekunde, heeft de
schoolleiding na de fusie dit vak geïntegreerd in andere vakken. Om die
reden moesten de nieuw aan te schaffen methodes ook een ict-component hebben. De
school stapte over op een 60 minuten rooster met de afspraak dat een deel van de
les in het computerlokaal moest plaatsvinden. Daarbij werd tevens afgesproken
dat het ‘computerdeel’ van de les ook daadwerkelijk iets moest toevoegen aan de
les. Achteraf gezien heeft het erg geholpen dat één van de partnerscholen een
team had met veel jonge mensen, veranderingsbereid, gemotiveerd en enthousiast.
Vanzelfsprekend waren er ook leraren die huiverig waren voor de veranderingen in
het onderwijs in relatie tot het gebruik van ict. Leraren leerden daarmee om te
gaan dankzij het werken in teamverband. Er gaat ook een stimulerende werking uit
van doorlopende leerlijnen in de school. Leraren moeten voortbouwen op
leerlijnen die zijn gestart of voorbereiden op een aanbod dat komt. Als daarbij
ict wordt gebruikt kunnen leraren niet achterblijven als collega’s bij het
onderwijs computertoepassingen gebruiken.
Peter de Visser stelt dat het gebruik van ict de laatste jaren minder
afhankelijk geworden is van personen en vakken. Ict is een vanzelfsprekendheid
geworden in de hele school. Leraren gebruiken de computers die in de lokalen
staan nu ook voor interne differentiatie en ict wordt ingezet in projecten als
Natuur- en Mileu-educatie en Kunst en Cultuur.
Van de geschetste ict-toepassingen is alleen de aangekondigde digitale leerlijn te bekijken. Het blijkt een elo te zijn voor de vwo-klassen van de locatie Montfort. De leerlingen hebben de beschikking over een eigen computer of laptop. Deze wordt bijna iedere les gebruikt. Van de brugklas tot Digitaal 3, leren de leerlingen stap voor stap om de computer en het internet in te zetten voor hun lessen. Uiteindelijk komen ze dan uit in het Open leercentrum waar ze geheel zelfstandig aan het werk kunnen onder begeleiding van medewerkers van de mediatheek.
De
beoordeling
De inspecteurs
sluiten de portretten af met een beoordeling op een schaal van1 tot en met 4. De
drie schoolleiders scoren op alle onderdelen hoog namelijk 3 of 4:
A.
De school bewaakt systematisch de kwaliteit van de inzet van ict in haar
onderwijs
B.
Het ict aanbod bereidt de leerlingen voor op verder gebruik in het
vervolgonderwijs (ict als onderwerp)
C. Ict ondersteunt het leren van de leerlingen (ict als instrument)
D. D. Het gebruik van ict bevordert het actief leren van leerlingen (het
perspectief van de leerlingen)
E.
De school gebruikt ict om leerlingen individueel te begeleiden en om leerlingen
met specifieke onderwijsbehoeften passende zorg te bieden
F.
Infrastructuur
Ik gun de
schoolleiders hun hoge score op de genoemde vaag geformuleerde zes onderdelen.
Ik heb in de hierboven weergegeven samenvatting van de gevoerde gesprekken van
de inspecteurs met de schoolleiders die handelen over ict-gebruik echter weinig
aanknopingspunten gevonden die betrekking hebben op de zes onderdelen waarop de
beoordeling is gebaseerd.
Conclusie
Na lezing van wat de geportretteerde schoolleiders als hun
ict-praktijkvoorbeelden naar buiten brengen, kan ik deze alleen maar als mager
bestempelen. Als excuus geven ze zelf aan dat ze geen ict-experts zijn. De
scholen waar ze leiding aangeven hebben wel een website. Op twee daarvan is geen
vaklokaal met digitale inhoud te bekennen. Ook komen de scholen niet voor in de
lijst van 120 schoolvoorbeelden. Pas op de derde besproken school, het
Novacollege stuitte ik in de locatie Montfort op wat daar weblokalen heten met
digitale leerlijnen. Dat deze in de beginperiode bestaan uit digitale
leermiddelen van educatieve uitgevers, lijkt me acceptabel als de leerlingen
daarnaast niet de papieren dure versies hoeven aan te schaffen. In ieder geval
is er in die school bij een aantal vakken iets te zien dat de inspecteurs hadden
moeten bekijken, beoordelen en beschrijven ten behoeve van de vakcollega's van
de docenten van het Novacollege. Misschien gebeurt dit wel in de portretten van
de 120 andere genoemde in ict uitblinkende scholen. Daarover meer in Nieuwsbrief
3.