Materiaalbank voor alle vakken en klassen kan kosten leermiddelen drukken
Internetonderwijs 3
Leerboekvervangend lesmateriaal is al te vinden bij de Onderwijsvernieuwingscoöperatie, de vaklokalen van de Digitale School, op de websites van sommige vakverenigingen en bij pionierende docenten die digitaal interactief leermateriaal produceren. Om internetonderwijs te realiseren zou al dit ontwikkelde, uitgeprobeerde digitale lesmateriaal in een echt goede op vak en klas doorzoekbare database moeten staan. De al eerder door Kennisnet opgezette Didactobank met zogeheten didacto’s als aanbevolen leermateriaal, is nog wel online, maar wordt niet meer bijgehouden. Daarna kwamen Davindi eveneens van Kennisnet. Vervolgens de Programma-matrix van het APS die onder de naam ‘Samen Zoeken’ bereikbaar is via Kennisnet. OC&W kwam met Wikiwijs, de Open Universiteit sleutelt aan een Toolkit en ook de VO-raad doet mee met een digitale leerbank. Al deze inspanningen wijzen op de behoefte om digiaal leermateriaal toegankelijker te maken voor docenten en leerlingen en daardoor de kosten van leermiddelen te drukken. Een goede reden om eens te kijken of deze materiaalbanken aan de eisen van de doelgroep voldoen.
Op de Didactobank had ik al kritiek in Nieuwsbrief 2 van 2002. Ik schreef toen het volgende commentaar: ‘Vanaf het openingsscherm kun je klikken op de interne link: blader door alle didacto's. Wanneer je dat doet, stuit je op 109 pagina's van 5 didacto's, die je op je scherm voorbij moet laten komen om ze alle 545 te bekijken. Na een paar bladzijden zal waarschijnlijk niemand gevonden hebben wat hij zocht en afhaken. Deze wijze van bladeren is zinloos. Docenten werken in het basis-, in het voortgezet- of beroepsonderwijs. Als ze dan op zoek gaan naar leerstof, zoeken ze dat in hun eigen sectoren. Deze staan echter vanaf de eerste pagina door elkaar. Daartussen ook nog didacto's die niet sectorgebonden zijn. Als je die drie categorieën in je zoekmachine niet scheidt, dan wordt dat bladeren totdat je geen didacto meer kunt zien. Ook het aangeven van vakken moet zorgvuldig gebeuren. Een vermelding achter vak van: Docent ondersteunend, vernieuwende scholingsarrangementen zou niet in de rubriek vak moeten staan, maar in een aparte rubriek docenten, want op die groep lijkt deze didacto gericht, hoewel ik me er niets bij kan voorstellen. Tussen de eerste vijf didacto's staat ook nog een product van een uitgever dat over reclame gaat. Er hoort dan meteen bij te staan dat aan dit pakket een prijskaartje hangt. Dat scheelt dan een vergeefse tocht voor een docent die op zoek is naar gratis lesmateriaal. De conclusie ligt voor de hand: bladeren door de hele database moet worden afgeraden, de kans is immers uitermate klein dat de bezoeker vindt waarnaar hij op zoek is’.
Nodeloos zoeken
De opvolger van de Didactobank is Davindi (http://davindi.kennisnet.nl/).
Op het openingsscherm van deze zoekmachine kunnen bezoekers lezen dat: ‘Davindi
dé collectie is van het onderwijs met meer dan 40.000 kwaliteitsbronnen op het
internet. Deze bronnen zijn zorgvuldig geselecteerd door een redactie van
docenten en mediathecarissen. Davindi is een gezamenlijk initiatief van
Kennisnet en de Bibliotheken’.
Als je op voortgezet onderwijs klikt, dan krijg je een hele lijst met vakken
voorgezet. Maar Davindi lijdt aan hetzelfde euvel als de Didactobank.
Voor aardrijkskunde staan 422 onderwerpen in de database. Zij zijn op onderwerp
aan te klikken. Maar wie zal die tijdrovende zoektocht naar het gewenste
onderwerp ondernemen? Leerlingen zeker niet. Ze kunnen niet eens hun eigen klas
vinden, want zo gedifferentieerd gaat Davindi niet te werk, de keus is beperkt
tot bovenbouw vwo, bovenbouw havo en bovenbouw vmbo. Voor de onderbouw is de
keus, havo/vwo of vmbo. Kies je bovenbouw vwo, dan krijg je 300 onderwerpen
voorgezet, 122 minder dan de 422 uit de algemene bronnen. Leraren zullen
waarschijnlijk niet bereid zijn die lijst door te nemen op zoek naar digitale
lesstof over het onderwerp dat hun leerlingen nu juist leerboekvervangend via
internet moeten bestuderen. Ongeveer dezelfde hoeveel bronnen moeten voor de
andere boven- en onderbouwklasse langskomen alvorens de leerlingen de verlangde
bron kunnen downloaden en bestuderen.
De programmeurs van Davindi hebben het om die reden waarschijnlijk ook mogelijk
gemaakt om op onderwerp te zoeken. Daar kun je dus klikken op onderwerpen als
bevolking, klimaat of milieu. Al die onderwerpen zijn bijna hetzelfde voor alle
afdelingen van de school. Klik je op klimaat dan krijg je voor de bovenbouw vwo
19 websites voorgezet en voor de onderbouw vmbo 9. Het zijn echter dezelfde 9
die ook op het lijstje van het vwo staan. Davindi biedt dus voor aardrijkskunde
geen niveaudifferentiatie. Het zijn allemaal websites, die informatie geven over
klimaatgerelateerde onderwerpen zoals het weer, waterbeheer, opwarming van de
aarde, maar interactief leerboek vervangend lesmateriaal waar de leerlingen
zelfstandig mee aan de slag kunnen, staat er niet bij.
Geschiedenis
Bij het vak geschiedenis zien we dezelfde opzet. 608 onderwerpen in willekeurige
volgorde onder elkaar gezet. Ook hier weer dezelfde onderverdeling naar
afdeling. Van de 608 bronnen zijn de meeste voor de bovenbouw vwo bestemd. Dat
wordt geleidelijk minder tot de 274 voor de onderbouw vmbo.
Zoals bij aardrijkskunde kun je over elk onderwerp op een informatie i
klikken waarna je enige toelichting krijgt over onderwerp, doelgroep, categorie
enzovoort. Daarbij hanteert Davindi het door bibliotheken ontworpen SISO waarmee
informatieve boeken zijn ingedeeld naar onderwerp en naar plaats in de kast.
Van de 608 bronnen zijn 575 websites, 25 onbekend, 7 documenten en 1 afbeelding.
Deze laatste trekt natuurlijk de aandacht en dat terecht, want het blijkt de
website van het British Cartoon Archive (
http://www.cartoons.ac.uk/) te zijn met 120.000
gecatalogiseerde cartoons over historische onderwerpen van de afgelopen eeuw.
Het archief biedt onderwijskundige mogelijkheden. Leerlingen diepen enkele
cartoons op, printen ze en leveren ze met commentaar of uitleg in bij hun docent
Engels of nog beter: ze laten hun afbeeldingen rondgaan in de klas en geven daar
in de doeltaal uitleg bij. Heeft de school een voicemailboard op de computers
staan, dan kunnen de leerlingen hun cartoon publiceren en de tekst erbij
inspreken. Van de database geschiedenis naar Engels is slechts een kleine stap,
maar die wordt wel bij toeval gezet.
Vage
formuliering
Bij geschiedenis lijkt het daarom ook tijdbesparend om naar de onderdelen te
kijken. Maar deze zijn voor de onderwijspraktijk wel erg vaag geformuleerd. Van
de 608 onderwerpen kun je er 90 vinden onder de koppeling algemeen, 72
onder die van informatiebronnen en naslagwerken, 164 onder
cultuurgeschiedenis, 230 onder landen, werelddelen, 111 onder
politieke geschiedenis en 230 onder tijdperken. Een docent die
leerboekvervangende leerstof voor zijn leerlingen over bijvoorbeeld de aan de
orde zijnde industriële revolutie van de 19e eeuw nodig heeft, moet
onder tijdperken kijken. Maar daar staan alle onderwerpen in willekeurige
niet logische volgorde. Dus daar blijven hangen heeft weinig zin. Dan maar even
industriële revolutie typen als speciale zoekopdracht. Maar de uitkomst
daarvan is negatief. Waarom verwijst Davindi niet naar door docenten ontwikkelde
websites zoals die van Albert van der Kaap die zijn website Histoforum op
onderwerp en op eeuw doorzoekbaar heeft gemaakt? Deze website vol geschiedenis
is wel te vinden in het geschiedenislokaal van de Digitale School (
http://www.digischool.nl/gs/community/histoforum
). Je kunt daar op tijdperk zoeken, maar ook op lesmateriaal, want de
industriële revolutie staat uitgebreid beschreven met daar zelfs de visie op van
politiek tekenaar Albert Hahn (1877-1918). In de Davindi databases zijn geen
opdrachten te vinden bij de cartoons uit het het British Cartoon Archive, maar
bij Histoforum wel:
Beminde
geloovigen, toen er geschreven werd:
Hebt uw naasten lief, waren er nog geen socialisten.
(Albert Hahn, 4-10-1913)
Opdracht 1: Op sommige van onderstaande
spotprenten zijn sociale gevolgen van de industrialisatie zichtbaar. Welke
herken je?
Opdracht 2: Albert Hahn is een socialistische tekenaar. Onderbouw deze
uitspraak aan de hand van vijf, zelf gekozen, spotprenten. Beschrijf kort elke
spotprent en maak duidelijk waarom uit elke prent blijkt dat Hahn een
socialist is.
Opdracht 3: Albert Hahn had nogal wat kritiek op de rol van de kerk. Maak dat
duidelijk aan de hand van minstens vier van onderstaande spotprenten.
Na onderzoek bij twee zaakvakken kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat het SISO van de mediathecarissen als basis is gebruikt voor de indeling van de bronnen n Davindi en niet de wensen van docenten die heel anders te werk zullen gaan, bijvoorbeeld zoals geschiedenisdocent Albert van der Kaap.
Moderne vreemde
talen
Ook de moderne vreemde talen zijn vertegenwoordigd in Davindi. Via de knop
voortgezet onderwijs kom je weer bij de vakken. Bij Frans staan 456 bronnen in
willekeurige volgorde wat onderwerpen betreft. De eerste bron is al volkomen
overbodig. De titel is ‘Frans leren in Frankrijk, Engelstalige site voor het
leren van Frans in Parijs of Bordeaux’ (
http://www.language-courses-abroad.com/
).
De lessen in Parijs kosten je bij
de firma Green languages dan wel € 325 per week. De mediathecarissen hebben dit
onderwerp heel ruim in hun SISO-systeem ondergebracht en wel onder opvoeding,
onderwijs, vorming, voortgezet onderwijs, hoger onderwijs en methodiek van de
afzonderlijke vakken. Vandaar dat deze bron ook staat bij voortgezet onderwijs
waar deze echt niet thuis hoort, vooral niet omdat het oog van de bezoeker er
bij toeval op valt. Deze website had moeten staan in een aparte rubriek: talen
leren in het buitenland.
De 456 bronnen zijn, zoals bij de twee zaakvakken, verdeeld over de
onder/bovenbouw vmbo, havo en vwo. Dit levert ook weer teveel geblader op.
Bovenaan de pagina staat weer een andere indeling met daarbij de hoeveelheid
bronnen. Waar kan een docent, die zijn leerlingen van bijvoorbeeld 3 havo
zelfstandig spreekvaardigheid wil laten oefenen met behulp van een
voicemailboard, terecht voor daarvoor geschikte opdrachten, zodat hij die zelf
niet hoeft te ontwerpen? Niet bij Informatiebronnen, Instellingen/organsaties,
niet bij Land en Volk of Literatuur, niet bij Oriëntatie op studie en beroep,
maar wel bij Taal met 361 bronnen en ook Taalvaardigheden (136) of misschien ook
bij Zelfstandig werken (76). Alleen bij Taalvaardigheid stuit de bezoeker dan
inderdaad op Spreken met 15 bronnen. Maar van de 15 genoemde bronnen bevatten de
meeste geen lesmateriaal waarmee de leerlingen hun spreekvaardigheid kunnen
verbeteren. Misschien op de website van het bij
docenten Frans bekende Bonjour de France, het tijdschrift van het taalbedrijf
Azurlingua (
http://www.bonjourdefrance.com/ ). Maar op de indexpagina moet je dan
klikken op ‘compréhension’ om luisteroefeningen te vinden. De didactische stap
naar het spreken moet dan nog gezet worden. In de lijst met ‘spreken’ vindt de
bezoeker wel enkele websites van de BBC met onder andere de voortreffelijke,
weliswaar Engelstalige, luister- en spreekoefeningen van French Steps en GCSE
Bitesize. Deze komen later nog aan de orde in een andere materiaalbank.
Want de BBC heeft in het archief inderdaad fantastische luister- en spreekoefeningen voor een groot aantal talen. Wie daar gratis gebruik van wil maken en zelfs nog meer oefenmateriaal zoekt voor alle vaardigheden, kan terecht op de onderwijsvriendelijke database van Word Surfing ( http://languages.wordsurfing.org ). Alle lessen zijn als volgt ingedeeld: Beginners (B) Intermediate (I) Advanced (A). Voor de moderne vreemde talen is Word Surfing een uitstekend begin van een database. Dit soort materiaalbanken bestaan er vast en zeker ook voor de andere vakken. In ieder geval voor geschiedenis is er de bekende website http://www.schoolhistory.co.uk/ waar voor het Engelse onderwijs de jaarlijkse leerstof volgens de schoolcurricula is ingedeeld vanaf de leeftijd van de leerlingen van 4 – 18 jaar. Het is een schoolvoorbeeld van een uitstekend werkende database die in Nederland toch zou kunnen worden nagebouwd (wordt vervolgd).
(wordt vervolgd).