Van kinderbijslag naar onderwijspas
Als je de leerplicht wilt vervangen door leerrecht, zoals ik heb geopperd in LR van augustus, dan moet de overheid het de ouders ook financieel mogelijk maken om hun kinderen van dat recht te laten profiteren. Ruimte daarvoor is in de rijksbegroting te vinden door de kinderbijslag in zijn huidige vorm te vervangen door een onderwijsbijdrage, die vanaf de geboorte van elk kind tot bijvoorbeeld de leeftijd van 18 jaar, op zijn onderwijspas wordt bijgeschreven.
In Londen zag
Harrie van der Mark, opbouwwerker uit een Leeuwarder achterstandswijk, enige
jaren geleden, hoe kansarme jongeren onder dwang een opleiding moesten volgen,
die aansloot bij hun passie. Een jongen, die wilde joyrijden, moest een
opleiding tot chauffeur volgen. Hij moest weten hoe die auto in elkaar zat, maar
ook leren lassen en spuiten. Er werd gecontroleerd of hij elke ochtend om negen
uur naar school ging. Kwam hij niet, dan werd een deel van de kinderbijslag van
zijn ouders ingehouden" (Bron: NRC van 19 augustus 2004).
Dit voorbeeld laat zien hoe de autoriteiten in Londen kinderen met hun hobby en
ouders met een financiële prikkel respectievelijk aan het leren en het
controleren daarvan krijgen. Deze opzet zal zeker niet in alle gevallen succes
hebben en biedt geen structurele oplossing voor het schoolverzuim van
leerplichtige kinderen. Vervang je daarentegen de leerplicht door een leerrecht,
dan moet je de ouders ook de nodige financiële middelen geven. De vrij te
besteden kinderbijslag zul je dan moeten vervangen door uitkeringen waarmee
ouders alleen onderwijs voor hun kinderen kunnen kopen.
Elk bij de burgerlijke stand van ons land ingeschreven kind krijgt vanaf de
aangifte van zijn geboorte elk jaar op zijn verjaardag een voor iedereen gelijk
bedrag, onafhankelijk van het inkomen van de ouders. Dat bedrag wordt geboekt op
de persoonsgebonden onderwijspas van het kind.
Met zijn elektronisch pasje gaat het kind met één van zijn ouders elk jaar in de
week van zijn verjaardag naar het stadhuis van zijn woonplaats om het weer voor
een jaar met een bedrag op te laten laden.
Wanneer het kind aan leren buiten de deur toe is, gaat het naar een
speel-leerklas in de buurt. De ouders betalen de lessen daar met het
onderwijspasje van hun kinderen en overleggen met de leiding over de verhouding
spelen-leren. De kinderen vervolgen hun leerweg tot en met allerlei vormen van
voortgezet onderwijs en komen steeds een onderwijsinstelling binnen met hun
pasje in de hand. Ze kopen als het ware het gewenste onderwijs en woekeren op
die manier met de talenten die ze hebben gekregen.
Traditiegetrouw zullen hoogopgeleide en cultuurminnende ouders hun kinderen zelf
een voorsprong geven op die van minder goed bedeelde milieus. Daarmee sparen ze
geld uit en kweken een niet terugvorderbare reserve voor het betalen van
collegegeld.
Met het recht om te leren en de financiële middelen daarvoor, komen de
leerlingen naar school op eigen initiatief en dat van hun ouders. Ze tekenen in
voor de vakken, die ze willen volgen en betalen ervoor. Dat verhoogt hun
motivatie. Dit is natuurlijk prettig voor de school en de docenten. Het aantal
ordeverstoringen zal afnemen vanwege de sanctie: inname van de onderwijspas. Dat
betekent voor de betrokken leerling dat hij dan maar elders bijvoorbeeld thuis
onder leiding van zijn familie het internet moet gaan afspeuren naar iets
leerzaams.
Op de onderwijspas is ruimte om de door de kinderen met succes afgelegde toetsen
voor een vak te noteren. Het zou goed zijn om ook voor de toetsen een bedrag te
laten betalen, om daarmee te voorkomen dat kinderen zich al te lichtvaardig
voor het afleggen daarvan komen melden.
Het voordeel van de onderwijspas is ook dat je daarmee een uitstekend
leerlingvolgsysteem creëert waarmee eenvoudig de leerroute van elk kind te
volgen is.
In het voortgezet onderwijs bieden de scholen een aantal niet meer door de
overheid vastgestelde vakken aan waarvoor kinderen zich kunnen inschrijven. Na
een instaptoets voor het gekozen vak te hebben afgelegd, worden de kinderen niet
meer in jaarklassen, maar in een voor elk geschikt gebleken niveau geplaatst.
Daardoor kan het voorkomen dat een leerling bijvoorbeeld Frans volgt op een hoog
en wiskunde op een laag niveau. Scholen hoeven dus eigenlijk alleen maar in hun
wijk te publiceren welke vakken ze op welke niveaus aanbieden. Daarop kiezen de
ouders voor de door hun en hun kinderen gewenste vakken en de school die deze
aanbieden.
Hierdoor verdwijnt het onderscheid tussen bijzonder en openbaar onderwijs, zwarte en witte scholen, omdat
kinderen met een leerachterstand voor een vak wel in dezelfde school lessen
kunnen volgen, maar niet in dezelfde niveaugroep van de meer kansrijke en
getalenteerde kinderen, die sneller en zelfstandiger zich de leerstof eigen
maken.
De overheid financiert de scholen op basis van het aantal geregistreerde
onderwijspassen. Voor een deel van het vanaf de onderwijspassen geïnde geld
schaffen de scholen het benodigde lesmateriaal aan, zodat de ouders niet meer
geconfronteerd hoeven te worden met de kosten van schoolboeken.
Het zal in de toekomst steeds minder nodig worden kinderen alle gewenste vakken
op de traditionele school te laten volgen. Er komen steeds meer mogelijkheden
voor afstandsleren in virtuele scholen.
In België bijvoorbeeld wordt Anytime Anywhere Learning (AAL) al op een aantal
scholen toegepast www.aal.be. De aan het AAL-project deelnemende scholen
stellen hun leerlingen tegen betaling laptops ter beschikking, waarmee deze met
hun internetverbinding overal en wanneer ze maar willen aan het werk kunnen. Met
een elektronische leeromgeving (elo), zoals bijvoorbeeld Claroline
http://www.claroline.net/,
kunnen scholen en leerlingen op afstand communiceren en kan kennis zo voor een
deel net zo goed worden overgedragen als op de traditionele wijze: docent voor
de klas, leerlingen erin.
De Engelse ouders, die gekort worden op hun kinderbijslag omdat hun kind auto’s
steelt en niet naar school wil, zouden beter af zijn, als ze samen met hun kind
een leerroute moeten uitzetten, die het aankan. De omgeschoolde
leerplichtambtenaar kan daarbij adviseren. De prikkel van de jaarlijks te
ontvangen onderwijsbijdrage doet de rest.
Omhoog