Riet Kloet: niet zo maar een docente Frans
Riet Kloet, Den Haag 1929, begon na
haar eindexamen MMS in 1946 aan een kantooropleiding. Ze leerde typen, steno en
boekhouding. Toen ze erachter kwam dat ze te beweeglijk was voor een
kantoorbaan, ging ze Frans studeren en kreeg in 1955 met het diploma MO-B een
eerstegraads bevoegdheid. Na haar MO-A kon ze invallen op haar oude school.
Zonder enige didactische en pedagogische scholing kreeg ze een volle baan met
klassen van 1 tot 6. Hoe moeilijk dat begin ook was, het heeft haar niet belet
om door te studeren en van het onderwijs Frans haar beroep te maken. Van 1950
tot 1985 was ze docente Frans aan het R.K. lyceum Sancta Maria in Haarlem. Toen
ze er kwam was het een elitaire meisjesschool met gymnasium, HBS en MMS, geleid
door nonnen.
Riet Kloet: 'Op een gegeven moment moest onze
school zich als rooms-katholiek profileren. Ik zei tegen de schoolleiding dat ik
niet katholiek was, het ook niet wenste te worden en ook niet wilde doen alsof.
Ik mocht blijven. In die tijd haalden (katholieke) schoolleidingen externe
begeleiders naar de scholen. Voor Sancta Maria was dat natuurlijk het Katholiek
Pedagogisch Centrum uit Den Bosch. De meeste docenten zaten braaf alle sessies
uit, maar ik liet al gauw merken dat ik wel wat anders te doen had’. En dat was
haar onderwijs Frans verbeteren, maar daar kwamen de medewerkers van het KPC
niet voor.
Toen Riet Kloet afscheid van de school nam, waren de nonnen vervangen door leken en de meisjes aangevuld met jongens. Ze heeft in haar langdurige carrière alle onderwijsveranderingen meegemaakt, is vanaf 1953 lid van Levende Talen en is dat gebleven.
Doeltaal-voertaal
avant la lettre
Toen de school een project ‘Geschiedenis in Haarlem’ organiseerde, vond de
schoolleiding medewerking van de sectie Frans niet nodig. Kloet ging Franse
folders halen bij de Haarlemse VVV, gaf ze als lesstof aan de leerlingen met de
mededeling dat ze aan denkbeeldige Franstalige familieleden of vrienden van hun
ouders de monumenten van Haarlem moesten laten zien, en zo deed ze op haar
eigenzinnige wijze mee aan een schoolproject.
Een collega van school vertelde haar eens dat ze in de bus een gesprek had
afgeluisterd van twee van haar leerlingen. De een zegt: 'Ik heb mijn boeken
Frans thuis laten liggen'. 'Geeft niet', zei de ander, 'als je dat maar in het
Frans zegt, dan krijg je geen straf'.
In een tijd waarin het oefenen van luister- en spreekvaardigheid in de moderne
vreemde taallessen nog niet zo nodig werd gevonden, bracht Kloet dat al in
praktijk en dat niet alleen, ze schreef er ook over in Levende Talen. Als lid
van de didactiekcommissie Frans leverde ze regelmatig artikelen over haar
vernieuwende lessen voor de toenmalige rubriek 'Uit de praktijk'.
De educatieve uitgevers
Door haar bijdragen aan Levende Talen en het geven van workshops, term die toen
nog niet in zwang was, wisten uitgevers haar ook te vinden.
In 1989 wilde uitgever SMD in Leiden de eindexamens tekstbegrip havo/vwo
digitaliseren en aan de leerlingen op de toenmalige 5¼ inch floppy disk ter
beschikking stellen. Riet Kloet, die niets van ict wist - en er nog steeds niets
van wil weten - hoefde alleen maar bij alle multiple choice-vragen van de
examens aan te geven of de voorgedrukte antwoorden goed waren en waarom wel of
niet. Na Frans volgden ook Engels en Duits. Voor SMD maakte Riet ook
woordenlijstjes voor bij de leerlingen zeer populaire leesboekjes Bibliobus.
De Haarlemse Werkgroep Frans
Vanaf de oprichting in 1969 was Riet daar een zeer gewaardeerd lid van.
De werkgroep begon met het schrijven van mc-vragen bij alle lessen van de
toentertijd veel gebruikte leergang La plus belle langue. De toetsen werden via
de automatiseerder Frits Rensman van de gemeente Haarlem naar IBM in Amsterdam
gebracht waar er ponskaarten van werden gemaakt. De leerlingen van de vijf
deelnemende scholen kregen de toetsen op schrapkaarten te maken. Na een week
kwamen de uitslagen op grote vellen papier. De werkgroep kon precies zien op
welke school en in welke klas het best of het slechtst werd gescoord.
Maar Riet had ook haar eigen activiteiten binnen de werkgroep. Zo vond ze dat de
leerlingen beter zouden kunnen leren spreken als ze thuis konden oefenen met de
cassettebandjes behorende bij On y va tous van Meulenhoff. Ze vroeg toestemming
aan de uitgever voor het kopiëren van de cassettebandjes. Die kreeg ze. Ze
stapte naar Sony in Haarlem. 'Geen probleem, mevrouw, u moet minimaal 200
kopieën van elke cassette afnemen'. Dat deed ze en ze betaalde de kosten uit
eigen zak. Aanvankelijk leverde ze de bandjes aan Haarlemse scholen, maar toen
ze er het voordeel van beschreef in Levende Talen, stroomden de aanvragen uit
het hele land binnen.
Riet Kloet: 'Ik wist niet waar ik aan was begonnen,
ik reed na mijn lessen het hele land door om bestellingen bij scholen af te
leveren. En dit tegen kostprijs met alle financiële risico's van dien'.
En na haar
pensionering?
Alsof Riet Kloet niet genoeg had gedaan tijdens haar arbeidzame leven, kreeg ze
na haar pensionering te maken met de noden van de Oostbloklanden. Ze ontdekte
dat de taaldocenten daar veelal les moesten geven zonder dat de leerlingen
konden beschikken over boeken zoals bij ons. Riet was van mening dat daar
geholpen moest worden. Na haar oproep in Levende Talen kwamen vanuit het hele
land de aanbiedingen binnen van collega's die aan een nieuwe leergang begonnen
en blij waren dat de oude boeken op deze wijze een tweede leven kregen. En weer
stapte ze in de auto om al die boeken op te halen. Ze beperkte zich tot de
landen Roemenië en Oekraïne, omdat ze in beide landen een contactpersoon had aan
wie ze regelmatig pakketten kon sturen. Ze kwamen nog aan ook, zoals te zien op
een oude foto van haar Roemeense collega Frans.
(In de kast de boeken On y va
tous, die overbodig waren geworden toen de aan de Haarlemse Werkgroep Frans
deelnemende scholen overstapten op het in Engeland ontworpen Eclair (het latere
Omnibus). Links onder ook nog de in ons land nooit zo populaire audio-visuele
leergang La France en direct)
En dan ook nog NT2
Wie hulp nodig heeft weet Riet Kloet te vinden, zoals Roemenen, Polen en
immigranten uit Burundi. Ze willen snel Nederlands leren en hebben geen geld
voor scholing in die taal. Riet Kloet: 'Ze hoeven mij niets te betalen, want ik
vind het veel te leuk om ze Nederlands te leren, vaak net zoals ik dat met Frans
deed, gewoon door iets aan te wijzen en te vragen wat dat is. Ik ben ook bezig
Pools en Roemeens te leren om beter de fouten te begrijpen die deze mensen maken
in onze taal. Een van mijn Poolse leerlingen had op haar werk een woord gehoord
dat klonk als 'lama' en wist niet wat dat betekende. Ga dat dan maar eens
uitleggen in simpel Nederlands'.
Hulp nodig?
Dan zijn er ook nog de kansarmen die Riet via via op het spoor komt. Ze leven op
een kale vloer. Soms staat haar gang vol meubilair waarvoor ze altijd iemand
weet die niets heeft. Ze brengt het nog zelf weg of chartert daar iemand voor.
Het is vooral dit werk dat bekend is in haar buurt en dat haar een koninklijke
onderscheiding heeft opgeleverd, maar ze zegt bescheiden: 'Dat moet je niet
vermelden hoor'.