OMHOOG
-
Internetonderwijs
15:
In de schooltalen ontworpen WebQuests zijn
leerzaam voor vak en taal, deel 3, Duits
LTM 1 - 2011
-
Internetonderwijs 16:
Webdidactiek,
een nog niet goed gedefinieerd begrip (deel 1)
LTM 2 - 2011
-
Internetonderwijs 17 en slot: Webdidactiek: wat en hoe
leren de leerlingen op het web? (deel 2)
LTM3 - 2011
-
Interview met Riet
Kloet door John Daniëls
LTM5 - 2011
-
Scholen bouwen voor
de toekomst: leren van het verleden
door John Daniëls
In Honderd jaar Levende Talen: Verleden en toekomst van het taalonderwijs (mei
2011)
-
Virtueel leren in de toekomst,
interview van John Daniëls met Nick Zwart
In Honderd jaar Levende Talen: Verleden en toekomst van het taalonderwijs (mei
2011)
- De (elektronische) krant
in de klas
LTM4 - 2011
-
Rosa-Max Magazin! Een
profielwerkstuk om docentenvingers bij af te likken
LTM5 - 2011
-
Poëzie
in beweging – een supersite voor Duits, Engels en Frans
LTM6 - 2011
-
Vreemde talen, grammatica
& YouTube
LTM7 - 2011
-
Lessen zonder schoolboek
LTM8-2011
Vanaf LTM 4 wordt Kees van Eunen de nieuwe
internetmedewerker van LTM.
Het stokje van John
Daniëls overgenomen
‘Ik
háát computers!’ Een kreet die je zo af en toe hoort uit de mond van collega’s
her en der – ook nog zo veel jaren sinds de intocht van ICT in het klaslokaal.
Waarbij overigens vaak bij wat doorvragen blijkt dat hij of zij regelmatig
diezelfde computer als bijvoorbeeld tekstverwerker en informatiebron gebruikt,
de mogelijkheden van een smartboard benut, internetgestuurde opdrachten aan
leerlingen geeft, en dat alles tot zijn of haar volle tevredenheid. Een kreet
als hierboven geciteerd berust dan ook veelal op een zekere wantrouwen ten
opzichte van ICT. Gevoed door bijvoorbeeld de angst en/of de ervaring dat het
systeem net op het moment suprême er de brui aan geeft. En natuurlijk – dat
gebeurt steevast een keer, en wel gegarandeerd op een uiterst onpassend moment.
Recent berucht voorbeeld
was de crash van de internetverbindingen tijdens de laatste Cito-toets in het
basisonderwijs, veroorzaakt omdat het systeem niet grondig genoeg getest was en
het opgaf toen – heel logisch – tegelijk veel scholen inlogden. De in de pers
natuurlijk breed uitgemeten woede hierover was volledig gerechtvaardigd. Maar om
om die reden de computer dan maar als niet-existent te beschouwen is toch wel
een merkwaardige kortsluitreactie.
Een andere angst die
wel eens geuit wordt, is dat veel leerlingen meer van het medium weten dan hun
docent. Ook dat klopt, zeker. Maar als je het een beetje handig inkleedt kun je
als docent daarvan juist gebruikmaken! Dat is aanzienlijk productiever dan te
werken vanuit een onberedeneerde angst voor de grillen van de moderne
elektronica.
John Daniëls heeft in Levende Talen Magazine
jarenlang enthousiast en kritisch verslag gedaan van allerlei ontwikkelingen op
ICT-gebied en zijn enthousiasme overgedragen op de lezers van het tijdschrift.
Daarbij zal hij gegarandeerd ook bijgedragen hebben aan de vermindering van het
bovenbeschreven wantrouwen ten opzichte van ICT en vast ook deze of gene
computerhater over de streep getrokken hebben. Daarvoor past grote dank. Aan
ondergetekende nu de eer en de uitdaging het stokje van John over te nemen. Bij
dezen dus.
Voor de goede orde:
verwacht van mij geen technische verhalen. Ik ben ’n heel gewone
computergebruiker die – ongetwijfeld net als u – met twee linkerhanden staat als
er echte computerproblemen opduiken en als enige oplossing vaak slechts het
apparaat uit- en weer inschakelt, en als dat niet helpt heel boos wordt en het
ding het liefst een flinke trap zou willen geven als zijn spaarzame Groningse
aard dat niet zou verhinderen. Maar die toch ook ten opzichte van ICT vaak de
houding heeft van een klein kind in ’n heel grote speelgoedwinkel dat overal aan
mag komen …
Kees van Eunen
©
Kees van Eunen