De meeste Engelse WebQuests zijn niet ontworpen voor het talenlokaal
In LTM nummer 4 reageert Sjef Roest op het negatieve artikel over WebQuests van de hand van Maarten de Jong. Roest beschrijft daarin zijn positieve ervaringen met WebQuests die hij zijn leerlingen voor zijn vak Engels had opgedragen. Hij geeft daarbij toe dat hij makkelijk praten heeft, want Engels of Frans dat zijn werkelijk twee werelden van verschil. Daarvoor hoef je maar te kijken in de database van de door Roest opgegeven website www.webquest.org. Daarin staat voor Frans slechts één WebQuest. Deze is dan ook nog uit Nederland afkomstig en heeft als titel ‘Découvrir l'Afrique francophone’. Het is een TalenQuest geschreven door Constance Schrijvers. Voor Duits staan er drie in, terwijl de lijst voor Engels behoorlijk lang is. Dat is ook niet zo vreemd. De WebQuests die in deze database staan, zijn geschreven voor het Amerikaanse onderwijs. Daarom zijn ze bijna allemaal Engelstalig en worden ze om die reden in dat land niet in het talenlokaal van het net geplukt, maar in de lokalen van de andere vakken. Dat is ook te zien in het zoekscherm van www.webquest.org. De docenten kiezen Engels als taal en daarna op onderwerp. Typ je bijvoorbeeld ‘Egypt’, dan krijg je maar liefst 12 WebQuests, die in Engelstalige landen natuurlijk worden ingezet bij Geschiedenis op het moment dat dit land daar op het programma staat. Wil een Amerikaanse collega Aardrijkskunde zijn leerlingen iets laten leren over ‘hurricanes’, dan staan hem over dit onderwerp vier WebQuests ter beschikking. Er zijn wel meer van deze databases, zoals deze:
WebQuest Boot Rack |
|||||
Math | Computers | Music | Environment | Social Studies | |
Career Education | Art |
Language Arts |
Health |
Physical Education |
In deze database is voor alle vakken wel iets te vinden, zeker als je weet dat je voor geschiedenis moet kijken onder Social Studies. Veel van de in die rubriek genoemde WebQuests hebben de Amerikaanse geschiedenis tot onderwerp, maar daartussen staat ook dit juweeltje over de Middeleeuwen in Engeland met deze inleiding:
‘Welcome to the medieval
world as portrayed in Elizabeth Janet Gray's novel Adam of the Road.
You are living in the Middle Ages
(950 AD - 1500 AD) in the
country of England. Your home, city, school, activities, clothes and social
interactions are vastly different than anything you are familiar with in your
life time.
This WebQuest will take you back in time to learn what your life is like as a
young person growing up in England in the Middle Ages. It will also assist you
as you read Adam of the Road with your class. Using what you learn,
write a series of pen pal letters to someone living in the present.’
Ik denk dat Sjef Roest
zijn leerlingen meteen aan het werk zet. Hij leest met zijn klas het genoemde
boek. Zijn collega van Geschiedenis doet de WebQuest. Vakoverstijgend leren,
prachtig toch?
En dan blijkt er een organisatorisch probleem te zijn. De leerlingen hebben wel
allemaal Engels, maar niet allemaal Geschiedenis in hun pakket. Inventieve
docenten Geschiedenis en Engels vinden hier wel een oplossing voor. Maar veel
navolging zal zo’n combi-onderwijs niet krijgen. Toch is de oplossing heel
simpel: zorg dat de leerlingen na drie jaar Engels zo’n grote receptieve
woordenschat hebben opgebouwd en zo leesvaardig zijn geworden, dat ze
Engelstalige WebQuests kunnen lezen en uitvoeren in andere lokalen dat die van
hun talendocent. De grootste winst is dat leerlingen al op jonge leeftijd leren
bij alle vakken Engelstalige bronnen te raadplegen en te verwerken. Dit
is iets anders dan tweetalig onderwijs, dus zal er wel oppositie tegen dit
voorstel komen uit een andere hoek.
De
andere talen.
Wat dan voor Engels kan, is voor Frans en Duits praktisch onmogelijk. Er is maar
een gering aantal leerlingen binnen een school met de combinatie Duits/Frans en
zaakvakken. Dus is er niet veel vakoverstijgends te leren.
Erger is nog dat het aantal Frans en Duitstalige WebQuests aanzienlijk minder is
dan de Engelstalige. In een Franstalige zoekmachine vind je pagina’s vol
WebQuests, maar de meeste daarvan zijn Engelstalig. Dat zelfde verschijnsel zal
zich wel voordoen voor Duits. Je vindt met
het woord WebQuest in de Franse Google wel enorm veel lesmateriaal bestemd voor
FLE ( Français, Langue Etrangère)
en soms bij
toeval ook wel een WebQuest.
Om Maarten de Jong toch nog een kans te geven zich te verzoenen met het
verschijnsel WebQuest heb ik er hier een paar die me geschikt lijken voor het
vaklokaal Frans. De
ontwerper
François Mangeot
noemt ze ‘Cyberbalades’ en
daarvan zegt hij: ‘Ces
cyberbalades ont bien sûr comme objectif premier de distraire les
cyberpromeneurs qui les parcourront, tout en leur faisant connaître le Dauphiné
et pratiquer (modestement) le français’.
In één van de cyberbalades met de titel
Une fin de semaine
dans le Dauphiné
moeten de leerlingen een weekendreisje voorbereiden van Parijs naar Grenoble. Ze
moeten alles zelf organiseren, reis, verblijf, uitstapjes, eten, drinken
enzovoort. Bij elk onderdeel krijgen ze een paar internetbronnen ter
raadpleging. Aan het eind moet elk groepje verslag uitbrengen aan de andere
klasgenoten. Deze WebQuest-achtige oefeningen zijn te vinden op
http://www.u-grenoble3.fr/espace_pedagogique/index.html.
Het zou misschien een nuttige taak zijn voor de didactiekcommissies Frans en
Duits om in hun taalgebieden het net af te speuren naar WebQuests en deze met
een korte inleiding te presenteren aan het onderwijsveld. Misschien worden dan
meer docenten net zo enthousiast hierover als Sjef Roest, alhoewel er
waarschijnlijk niet veel collega’s zijn, die hun leerlingen daarbij zo goed
begeleiden als hij. Maar als de WebQuest goed geschreven is, dan is dat ook niet
nodig.
©