De Onderwijsvernieuwingscoöperatie en de zaakvakken (4)
De Onderwijsvernieuwingscoöperatie.nl (OVC) wil scholen voor aanvang van het schooljaar 2009-2010 voor de eerste twee leerjaren van het VO gedigitaliseerd leerboekvervangend leermateriaal aanreiken. Voor de onderbouw hebben de leermateriaalarrangeurs (LMA’s) al heel wat in de matrix staan voor de uitprobeerfase. Docenten kunnen het leermateriaal van hun vakcollega’s beoordelen en eventueel voorzetten aan hun leerlingen (http://www.inhetonderwijs.com/showcontent/). M&M (Mens en Maatschappij) is de verzamelnaam voor de zaakvakken van de onderbouw.
In de Informatiebrochure 'Digitaal
leermateriaal arrangeren in de OVC' is hoofdstuk 10 gewijd aan M&M. In dat
hoofdstuk wordt de werkwijze toegelicht: ‘Mens en Maatschappij is een leergebied
ingevuld vanuit de vakken aardrijkskunde, geschiedenis, economie en
godsdienst/levensbeschouwing. Voor de twee eerstgenoemde vakken zijn zeer
globale kerndoelen geformuleerd, terwijl voor economie en godsdienst is
uitgegaan van gangbare stofomschrijvingen.
Omdat de te ontwikkelen leermaterialen zowel vanuit de afzonderlijke vakken als
vakoverstijgend inzetbaar moeten zijn, is er een tweesporenbeleid: we groeperen
de leermaterialen rondom thema’s, maar maken steeds per vak inzichtelijk welke
keuzes zijn gemaakt. Bij elk thema wordt bovendien nagedacht over mogelijke
wijzen van arrangeren: meer of minder ict, meer of minder zelfstandig werken… er
blijft dus voor de school alle vrijheid om de materiaalkeuze af te stemmen op de
eigen ‘vernieuwingsroute’. Wie één of meer vakken niet wil aanbieden binnen dit
leergebied, kan de ontstane tijdruimte binnen het thema vullen met een ruimer
aanbod vanuit de andere vakgebieden. Er wordt dus meer geproduceerd dan strikt
noodzakelijk, zodat keuzes mogelijk zijn’.
In paragraaf 5 staat wat er vernieuwend is aan de arrangementen van dit
vakgebied: ‘Elke opdracht in alle thema’s wordt vooraf gegaan door een inleiding
die motiverend is en voorkennis activeert. De leerlingen krijgen ook een kort
overzicht van leerdoelen en aanpak. Daaruit blijkt dat ze zelf kennis moeten
opbouwen door informatie te zoeken en actief te verwerken. Bij het toepassen van
kennis moet niet alleen gedacht worden aan reproductie in de vorm van
(interactieve!) invullessen of toetsen, maar ook aan verwerking van kennis en
vaardigheden in de vorm van presentaties, debat, uitwisseling van ervaringen en
creatieve werkstukken waarin gedrag, waarden en houdingsaspecten een rol
spelen’.
Zoals bij Nederlands en Engels maken de LMA’s van M&M gebruik van wat veel
collega's en andere ontwikkelaars vrij aanbieden op internet. Zo ontstaat per
thema een aanbod van gevarieerde leerobjecten: opdrachten, toetsen, informatieve
sites, sound- en videoclips, animaties, interactieve kaarten, oefeningen,
puzzels, invullessen, vrije opdrachten, zoekopdrachten enzovoorts. De LMA’s
laten de scholen de keus voor een bepaalde aanpak: ‘meer of minder ict,
aansluiten bij niveauverschillen, meer of minder zelfstandigheid, individueel of
groepswerk.
Ook bij M&M de gebruikelijke matrix met de leereenheden. Deze zijn gegroepeerd
per kerndoel. De uitwerking daarvan is gebaseerd op de publicatie van het SLO
over de concretisering van de kerndoelen voor de onderbouw. Zo is het thema De
tien tijdvakken gebaseerd op kerndoel 37, evenals het thema Directe omgeving. In
de kolom status houden de arrangeurs de stand van zaken bij voor het uitproberen
van het leermateriaal. In de matrix staat ook bij elk thema het aantal benodigde
lesuren aangegeven. Er is ook een aparte kolom met het niveau van het
leermateriaal.
De volgende leergebieden zijn grotendeels klaar en zijn bestemd voor het eerste
en tweede leerjaar havo/vwo: de Griekse kolonisatie, wegwijs op zee met de VOC,
Europa samen een!
Griekse kolonisatie
Na een korte inleiding van Theo Poot, de ontwerper van deze lessen, gaan
de leerlingen zich oriënteren op dit thema. Ze moeten eerst zelf drie
verschillende redenen bedenken waarom mensen naar andere landen trekken. Daarna
mogen ze hun ideeën vergelijken met die van de arrangeur van de lessen. Ook
krijgen de leerlingen onder de knop doelstellingen nog even te zien wat ze na
afloop van deze lessen moeten hebben geleerd.
Onder Aanpak zien de leerlingen de aanbeveling om twee aan twee te werken en de
hoeveelheid lestijd die voor dit onderdeel nodig is. Ze moeten uitzoeken waarom
de Grieken vanaf 500 voor Christus naar andere gebieden gingen emigreren en
welke gevolgen dit had voor Europa. Ze moeten ook de migratie problematiek van
de oude Grieken vergelijken met die uit onze tijd. Docenten die dat wensen
kunnen hun leerlingen ook nog een PowerPoint Presentatie laten voorbereiden voor
hun klasgenoten.
Voor het uitvoeren van opdracht A klikken de leerlingen op een pagina van
Wikipedia waar ze het antwoord kunnen vinden op de vraag waarom veel Grieken
wegtrokken uit Griekenland. Meteen daarna volgt een kort interactief toetsje met
3 vragen. De leerlingen krijgen na afloop wel hun score te zien, maar niet
waarom een antwoord fout is. Dat zou eigenlijk wel moeten.
In opdracht B bekijken de leerlingen enkele afbeeldingen waarop ze kunnen zien
waar en waarom de Grieken hun koloniën stichten, wederom gevolgd door enkele te
beantwoorden vragen. Voor opdracht C kunnen de leerlingen op de hun zeker
bekende website scholieren.com de samenvatting over bodemerosie raadplegen,
geschreven door ene Daphne. Tenslotte moeten de leerlingen in opdracht D
onderzoeken wat er nog over is van al die kolonies. In de opdrachten zijn
aardrijkskunde en geschiedenis geïntegreerd. Dit is misschien lastig voor
scholen die voor deze vakken aparte docenten hebben aangesteld.
In het flitsspel, ons ouderwetse galgje, krijgen de leerlingen letter voor letter de geleerde begrippen nog eens te zien. De eindtoets bestaat uit 5 goed/fout vragen met uitleg bij fout gekozen antwoorden. Daarna werken de leerlingen aan de eindpresentatie, die ongetwijfeld de meeste tijd kost en het minste leerrendement oplevert. Met een korte klassikale schriftelijke overhoring kunnen de leerlingen traditioneel laten zien wat ze van het onderwerp hebben opgestoken. Misschien kiezen ze daar ook zelf voor als ze onder de knop Reflectie aangeven wat ze hebben geleerd bij deze opdrachten, wat goed is en wat beter kon.
Wegwijs op zee met de VOCEuropa samen een!
Deze leereenheid over de Europese Unie van de hand
van LMA Hans Asschert is bestemd voor de klassen 1en 2 havo/vwo. Met dit
leermateriaal komt volgens de matrix kerndoel 45 aan de orde. De lessen beginnen
met de leerdoelen en wat de leerlingen na afloop van deze lessen over Europa
kunnen weten. Ze krijgen de aanbeveling om twee aan twee te werken. De
leereenheid biedt geschreven informatie. De te maken opdrachten daarbij vinden
ze in een te downloaden en te printen werkboekje met voor elk onderdeel een
apart werkblad. Na een spelletje memory met de vlaggen van de landen van de EU
in Europa Go! (http://europa.eu/europago/welcome.jsp) begint het serieuze leren
onder de titel Ontdek Europa! Je kunt kiezen uit de 20 talen van de aan de EU
deelnemende landen, een goede mogelijkheid om de leerlingen hun kennis
bijvoorbeeld te laten opdoen in het Engels en dan de docent Engels bij dit
onderdeel te betrekken.
In deze lessen bestuderen de leerlingen aan de hand van documentatiemateriaal de natuurlijke kenmerken van Europa. Onder elke tekst heeft Hans Aschert een cloze-activiteit opgenomen, een invuloefening van ontbrekende woorden in het zinsverband van de gelezen tekst. Een goede manier om de leerlingen de informatie uit de tekst beter te laten onthouden. De informatie over de landen van Europa is afkomstig van ons ministerie van Buitenlandse Zaken (www.europaeducatief.nl/).
In dat laatste onderdeel over de mensen van
Europa komen ook de stereotypen aan de orde, zoals in het komische Italiaanse
filmpje van de in Italië zeer bekende cartoonist Bruno Bozetto over het
negatieve gedrag van zijn landgenoten in vergelijking met dat van de andere
Europeanen (http://tcc.itc.it/people/rocchi/fun/europe.html). Na het vertoonde
wangedrag van de Italianen moeten de leerlingen zelf op zoek naar foto's,
tekeningen of strips die de stereotiepen van Europese volken laten zien. Hierbij
krijgen ze geen websites op waar de gewenste informatie is te vinden. Google
levert circa 16.600 pagina’s voor stereotiepen. Op zo’n bladertocht haken jonge
kinderen snel af.
Vervolgens een les over het ontstaan van de Europese Unie met de inleidende
tekst: ‘Na 1945 wilden de mensen in Europa nooit meer oorlog. Samenwerken in
plaats van oorlog!! Hoe die samenwerking begon kun je zien in onderstaand
filmpje’.
Vervolgens mogen de leerlingen zich uitspreken voor of tegen een verenigd
Europa. Er moeten natuurlijk wel argumenten op het werkblad komen.
Na nog een spelletje ganzenborden waarbij de leerlingen punten kunnen verdienen
door een aantal vragen goed te beantwoorden, volgt de eindtoets. Deze bestaat
uit 14 vragen waar/niet waar en is wat mager voor het havo/vwo-niveau. Je mag
aannemen dat de leerlingen iets meer geleerd hebben van de lessen Europa dan wat
ze in de toets kwijt kunnen.