GrassRoots, projecten voor samenwerkend leren via internet (deel 2)
Het GrassRoots programma helpt docenten met het integreren van ict in hun lessen en leerlingen met het zelf op het internet zetten van innovatieve leerprojecten. Ze moeten passen in het lesprogramma, aanzetten tot leeractiviteiten, resulteren in een voor iedereen toegankelijke website. Daar schort het voor de meeste vakken van het voortgezet onderwijs aan. Dit blijkt ook uit het evaluatieonderzoek van het Kohnstamm Instituut van de universiteit van Amsterdam.
De GrassRoots staan op het adres www.grassroots.nl met op de openingspagina een wervende tekst om vooral mee te doen. Wie zich aanmeldt krijgt voor zijn projectidee een beloning ter waarde van 500 euro. In Nieuwsbrief 3 besprak ik de in mijn ogen bruikbare projecten voor de vakken wiskunde, aardrijkskunde, geschiedenis en staatsinrichting, nederlands en frans. Hieronder volgen de overige vakken van het voortgezet onderwijs.
Engels
Voor deze taal staan
130 projecten in de lijst. Het eerste met de titel Invent an Englishman
heeft een aantrekkelijke opzet: ‘Samen met leerlingen van de eerste klas (B-stroom)
een Engelsman/vrouw bedenken. Inhoud: Met behulp van internet zoeken de
leerlingen in groepjes van twee informatie over Engelse namen, uiterlijk
(typisch Engelse kleding en verzorging), hobby's (typisch Engelse sporten of
hobby's), school/kinderen (onderwijs in Engeland). Klik je op de titel, dan
krijg je het hele ingediende projectvoorstel te zien. Het is in 2002 uitgevoerd
door Carien Admiraal van scholengemeenschap Twickel in Hengelo. Het project is
oproepbaar. Na een korte inleiding door deze docente over haar aanpak, kunnen de
bezoekers kennis nemen van het werk van enkele leerlingen van haar klas.
Sommigen waren zo enthousiast dat ze voorstelden om thuis op de computer verder
te werken aan hun ‘Engelsman’.
Er staan meer aardige na te volgen projecten bij zoals die van leerlingen van
scholengemeenschap St. Canisius, die onder de titel ‘Sightseeing in Almelo
in hun stad een rondrit maken en aan de hand van foto's en beschrijvingen van de
bezienswaardigheden daarvan in het Engels verslag doen.
Scholengemeenschap Marianum in Groenlo laat onder de projecttitel
Interculturele uitwisseling en communicatie
de leerlingen
communiceren met hun leeftijdgenoten in Italië, Duitsland, Zweden, België,
Tsjechië en Denemarken. Het doel daarvan is de voorbereiding van een
uitwisseling. Samen met hun Zweedse en Italiaanse leeftijdgenoten werken de
leerlingen aan waterprojecten, biodiversiteit en diverse culturele onderwerpen.
Hoewel als einddatum van het project juni 2004 staat vermeld, mag ik aannemen,
dat de met elkaar verbonden scholen hiermee gewoon doorgaan.
Op de website van het project Kids on the Globe kunnen de bezoekers zien
hoe de leerlingen zich voorstellen: We are pupils from 3V4 at the
Titusbrandsmacollege, a secondary school in Dordrecht, the Netherlands.
This year
we have mailed to pupils from different countries all over the world. We wrote
about ourselves, school, hobbies, sports, friends and the way we live. We are
interested in how pupils of our own age, in other parts of the world live and
what's going on in their lives. They also spend a great part of their days at
school, so we asked them what an ordinary schoolday looked like. They told us
something about their teachers and what they do after schooltime.
Reacties hebben deze
leerlingen al van scholen uit Amerika, India, Indonesië en Australië.
Zo zijn er meer projecten te vinden in de database voortgezet onderwijs en
Engels. Maar ook hier weer moet de bezoeker soms vanaf doodlopende koppelingen
terug naar het projectvoorstel van een school zonder te kunnen zien wat dit in
de praktijk voorstelt.
Duits
Voor deze taal staan 37
projecten in de database. Klas 2G1 van scholengemeenschap De Grundel in Hengelo
heeft werkstukken gemaakt over bekende Duitsers. Zoals blijkt uit de titel ‘Beste
Duitsers’ komen niet alle Duitsers aan bod.
’In het kader van het handelingsdeel kennis van land en volk maken de leerlingen
individueel een werkstuk over belangrijke personen uit de Duitse geschiedenis.
Deze werkstukken worden door de leerlingen van een aansprekende lay-out en
navigatie voorzien en op het net geplaatst’.
Ook afkomstig van scholengemeenschap De Grundel in Hengelo is de door leerlingen
gebouwde website met als onderwerp Duitslandkunde. Hier vindt de bezoeker
allerlei culturele, historische en toeristische informatie over locaties in het
Duitse taalgebied die interessant zijn om te bezoeken. Overschrijven van
Duitstalige websites kan niet, want de beschrijvingen zijn in het Nederlands.
Spaans
Hier staat één project in de database, maar dat is voor Engels.
Natuur- en Scheikunde
Er staan 88 projecten in
de database voor het voortgezet onderwijs. Soms hoort dit combivak thuis bij ANW,
zoals het project Wel en wee met CO2 van enkele leerlingen uit 4 havo van
het Bonhoeffer college in Enschede. Ze beschrijven hun project als volgt: 'De
verhoogde uitstoot van CO2 is één van vele factoren die bijdragen aan een
mogelijke klimaatverandering. Deze factoren worden in dit project stuk voor stuk
uitgediept en waar mogelijk met elkaar in verband gebracht. Door de
verschillende modellen te vergelijken komen leerlingen en lezer tot een
gefundeerde mening t.a.v. de bijdrage van de CO2 - uitstoot aan het
broeikaseffect en de klimaatveranderingen, naast andere mogelijke factoren. De
webpagina's van de leerlingen bevatten eigen tekst en links naar geschikte,
illustratieve sites op internet. (Het geheel paste als eindopdracht bij het
hoofdstuk 'Leven op Aarde" van de ANW-methode Solar)'. Dit voltooide ook voor
andere leerlingen leerzame project is rechtstreeks te bereiken op de website van
de school op
http://www.bc-enschede.nl/wgrassroots/. Daar staan trouwens nog meer voor
andere vakken uitgevoerde GrassRoots projecten en deze website is dus zeker een
bezoek waard.
Helaas zijn de meeste van de andere projecten in de lijst, die mij wel
interessant leken, of niet te vinden of ze behoren tot een andere sector of een
ander vak, zoals Techniek.
Biologie
Voor dit vak staan 106
projecten voor het voortgezet onderwijs geregistreerd. Een goed voorbeeld van
praktijkgericht onderzoek is te vinden in het project van vijf meisjes uit de
brugklas van Helicon opleidingen: Suikerziekte (diabetes mellitus) wat is
dat? De groep heeft dit onderwerp gekozen vanwege de suikerziekte van de
grootvader van Mariolein.
Scholengemeenschap St Canisius in Almelo
heeft een hele serie
Grassroots-projecten en wel voor 3 Havo/Vwo. Ze zijn alle de moeite van het
bekijken waard en kunnen bij Biologie als lesmateriaal worden ingezet.
|
|
Op de website van de school http://www.canisius.nl/ zijn voor verschillende vakken, afdelingen en klassen nog meer afgeronde GrassRoots te vinden. Maar net als bij de andere vakken zijn niet alle gepubliceerde projecten voor anderen bruikbaar. In de lijst van biologie vind je ook projecten voor andere sectoren en vakken, zoals voor verzorging.
Aanmelden
Onder de knop aanmelden
kun je kiezen tussen GrassRoots algemeen en GrassRoots cultuur. Beide hebben ze
eigen locaties met digitale formulieren voor het aanmelden van een project. Uit
het overzicht van de door de minister aangewezen locaties blijkt dat alle
sectoren van het Nederlandse onderwijs vertegenwoordigd zijn. Voor de algemene
projecten staat in de lijst de landelijk opererende AVS (Algemene Vereniging van
Schoolleiders voor het primaire onderwijs). Op de locatie BVE-Breed kunnen alle
ROC’s hun projecten aanmelden. Het hoger onderwijs heeft eigen locaties, zoals
EFA (de lerarenopleiding van de universiteit van Amsterdam), Fontys hogeschool,
INHolland en de Stichting Surf, die het GrassRoots-pilotproject coördineert voor
de Vrije Universiteit Amsterdam, de Hogeschool Zuyd en de Rijks Universiteit
Groningen. In de database kom je voor veel vakken de 15 scholen tegen, die
vallen onder het schoolbestuur van de stichting Carmel die een eigen locatie
kreeg toegewezen. Verder zijn er nog stedelijke locaties zoals Almere en den
Haag, de regionaal werkende ICT-Noord, en Town, die midden Brabant bedient. De
lijst wordt afgesloten met de locaties met namen als:
Groenonderwijs(V)MBO, Keiwijs en Sizo.
Al deze locaties helpen de bezoekers niet alleen met het aanmelden van hun
projecten, maar plaatsen op hun websites ook de daar
ingeleverde en onderscheiden GrassRoots projecten.
Evaluatieonderzoek
Het SCO-Kohnstamm Instituut van de universiteit van Amsterdam heeft in april
2004 een Evaluatie-onderzoek 'GrassRoots in Nederland' gepubliceerd. Het hele
rapport in .pdf is te vinden op:
http://www.han.nl/restyle/shpo/content/Leren_met_ICT.xml_dir/evaluatiegrassroots.pdf.
In hoofdstuk 2.1 vergelijken de onderzoekers de GrassRoots in Canada met die in
Nederland en komen tot de conclusie: 'de Canadese benadering lijkt te
verschillen van de wijze waarop in Nederland het GrassRoots programma is
geïntroduceerd en geïmplementeerd. Men dient in Canada in vergelijking tot
Nederland aan duidelijker criteria te voldoen, waaronder een aantal
onderwijskundige, is de beoordeling strikter maar de beloning gevarieerder, zijn
leerlingen meer betrokken, staat samenwerking meer centraal, en behoren websites
die ook voor anderen bruikbaar en leerzaam zijn tot de belangrijkste producten’.
Uit de informatie leren we dat ‘GrassRoots Canadese leraren in basis- en
voortgezet onderwijs in staat stelt om in samenwerking met hun eigen leerlingen
en soms ook met andere scholen innovatieve projecten met ict te ontwikkelen. Er
is een duidelijke focus op daadwerkelijke integratie van ict in het
onderwijsleerproces in combinatie met onderwijsvernieuwing en effecten op het
leren van de leerlingen. In Canada worden voorstellen daartoe beoordeeld aan de
hand van zogeheten ‘rubrics’, rubrieken of categorieën met criteria. Naarmate
een project complexer en completer is kan men meer financiering krijgen, die
overigens achteraf wordt toegekend’.
Wat is een goed
project?
Deze vraag hebben de
onderzoekers als volgt geprobeerd te beantwoorden: 'een belangrijke vraag was
uiteraard: wanneer vinden we een GrassRoot geslaagd? Welke criteria kunnen we
daarvoor hanteren? In het licht van het drempelverlagende doel van de maatregel,
zou je kunnen zeggen dat elk project dat een leerervaring in het gebruik van ict,
liefst een positieve leerervaring, oplevert voor de uitvoerende leraar, een goed
project is. Vooraf zijn geen inhoudelijke eisen gesteld aan de projecten. De
GrassRoots zijn echter ook uitdrukkelijk bedoeld om het educatief gebruik van
ict te bevorderen. Het is dan ook relevant te bekijken in hoeverre de GrassRoots
het daadwerkelijke gebruik van ict in het primaire proces betreffen en daarin
worden geïntegreerd. Het gebruik van ict in het onderwijs wordt niet alleen
gestimuleerd om de leerlingen te leren omgaan met de media- en ict-toepassingen
van vandaag de dag, er wordt van ict ook een bijdrage verwacht aan de innovatie
van het onderwijs in de richting van flexibeler, meer op maat van de individuele
leerlingen gesneden onderwijs. ‘Ict is niet langer een doel op zich maar een
middel om andere doelen zoals kwalitatief goed onderwijs en de aansluiting van
het onderwijs op de kennissamenleving te realiseren’, zo staat in het jongste
ict-beleidsplan van OCenW (OCenW, 2003). Een criterium is dan ook in hoeverre de
GrassRoots vervangend of juist vernieuwend zijn: wordt hetzelfde gedaan als
eerst, maar nu met ict, of worden er met de inzet van ict ook vernieuwende
elementen in het onderwijs ingebracht'?
De onderzoekers constateren dat in Canada de eis wordt gesteld dat de websites
met de projecten ook voor anderen bruikbaar en leerzaam moeten zijn. Daar schort
het in Nederland behoorlijk aan. De database is vervuild met projecten, die in
het rijtje van het gekozen vak niet thuis horen of eindigen op een dood spoor.
Als de locaties van GrassRoots de scholen, die de prijs in ontvangst hebben
genomen, zouden verplichten om hun beloonde inzendingen per vak gesorteerd voor
andere scholen beschikbaar te houden, dan zou het rendement voor de vakcollega’s
en hun leerlingen groter zijn. Voor de meeste vakken is de opbrengst aan
inzetbaar vanaf het internet te downloaden lesmateriaal nogal aan de magere
kant. OC&W zou er goed aan doen om strengere eisen te stellen aan de beloonde
projecten door deze ook nog eens per vakgebied door didactisch geschoolden van
de expertisecentra of de universiteiten te laten beoordelen.