Elektronische leeromgevingen (elo’s): open source of commercieel?
Steeds meer scholen maken gebruik van een elo waarmee alle geledingen met elkaar kunnen communiceren en data uitwisselen. Schoolbesturen en directies vallen eerder voor een commercieel product, terwijl pionierende docenten kleinschalig experimenteren met zelf ontwikkelde of open source elo’s op vakniveau. Hiermee beogen ze vanuit hun vaklokaal een nieuwe vorm van leren mogelijk te maken. Er is een concurrentiestrijd tussen de Commerciëlen en de ‘OSSies’. Dat is gunstig voor de prijzen die de scholen moeten betalen. Belangrijker echter is het nut van een elo in de klassenpraktijk. Wat universiteiten ontwikkelen en gebruiken spreekt het schoolmanagement wel aan, maar is meestal te gecompliceerd voor het gebruik in de vaklokalen van het voortgezet onderwijs. Om die reden zal ik speciaal aandacht besteden aan de elo’s van pionierende docenten.
Commerciële elo’s, zoals
BlackBoard, WebCT, TeleTOP, Fronter en N@tschool vinden meestal hun
oorsprong in universitaire instellingen die daarvoor aparte verkooporganisaties
hebben opgericht. Universiteitsbesturen schaffen vaak een elo aan om de
communicatie tussen alle geledingen van de instelling op gang te brengen. Ook
schoolbesturen van het vo kiezen vaak op grond daarvan zo’n commercieel product.
Zo heeft de gemeente den Haag het aan de universiteit van Oslo ontwikkelde
Fronter gekocht ten behoeve van het programma Digitaal Leren
van 65.000 leerlingen
http://www.denhaag.nl/smartsite.html?id=29137.
De gemeente Zoetermeer heeft dit voorbeeld gevolgd.
Behalve de concurrentie tussen de
commerciëlen onderling, is die er ook tussen de commerciële en op open source
gebaseerde elo’s. Het is dus nuttig om niet alleen de hierboven genoemde
commerciële producten met elkaar op functionaliteit te vergelijken, maar ook met
de open source elo’s, zoals Moodle, EduCoach en Dokeos
In Amerika hebben twee hoogleraren van de Humboldt State University een
vergelijkingsonderzoek uitgevoerd tussen het commerciële BlackBoard en de
open source Moodle.
BlackBoard omschrijven ze als een Learning Management System (LMS)
dat deels toebehoort aan Microsoft en in gebruik is bij de universiteit sinds
2001. De jaarlijkss licentiekosten bedragen meer dan één miljoen dollar.
Moodle omschrijven ze als een gratis open source LMS software, dat de
programmastaf zelf op maat kan maken en dat flexibel in het gebruik is voor
instructeurs en ontwikkelaars. Wereldwijd werken programmeurs aan de verdere
ontwikkeling van het pakket. Om die reden hebben de ontwikkelaars van de
universiteit een uitgesproken voorkeur voor Moodle. De studenten
daarentegen hebben. na een tijd te hebben gewerkt met beide pakketten, een
lichte voorkeur voor Moodle (35.7%). BlackBoard scoort 21%,
terwijl 42.9% geen voorkeur heeft. Het hele onderzoek is te vinden op
http://www.internetonderwijs.net/artikelen2006/blackboardBB_vs_moodle.htm.
Het expertisecentrum Exelo van de universiteit van Amsterdam is
gespecialiseerd in het beoordelen en vergelijken van elo’s en verdient om die
reden een bezoek aan de website http://www.excelo.nl/. Daar vind je bij
opening een overzicht van 15 elektronische leeromgevingen. Deze zijn te
vergelijken op ‘pedagogisch-didactische en onderwijs-organisatorische
functionaliteiten, maar ook op technische en financiële aspecten’.
Een andere informatiebron vormen de internationale conferenties en seminars waar
ict medewerkers van universiteiten en hogescholen hun voorkeur komen uitspreken
voor een bepaalde elo. Verslagen daarvan zijn te lezen in de nieuwsbrieven van
Edusite, een initiatief van de stichting Surf. Zo besteedt de
redactie daarvan aandacht aan de websites van gebruikersgroepen, zoals die van
Blackboard en N@tschool. In het archief van Surf zijn nog
producttesten te vinden van de meest bekende elo’s
http://e-learning.surf.nl/e-learning/elos.
Onder het kopje kiezen vinden de schoolbesturen allerlei informatie om
een verstandige beslissing te kunnen nemen alvorens tot aanschaf over te gaan.
Zoals te zien is de genoemde informatie niet beperkt tot universiteiten en
hogescholen:
Naast Edusite en Surf besteedt ook de redactie van de nieuwsbrief van de stichting ict op school www.ictopschool.net aandacht aan de verschillende soorten elo’s. Typ je in het tekstvakje zoeken het woord elo of elo’s, dan komt een lijst met 34 titels op het scherm. Weinig daarvan laten echter zien wat de inhoud van de publicatie is. Deze vijf hebben in ieder geval betrekking op het voortgezet onderwijs:
Scholen voor vo die voor de
keus staan een elo aan te schaffen, doen er goed aan te bedenken voor welke
geleding de aanschaf hoofdzakelijk is bedoeld. Is dat het schoolmanagement dan
zullen de volgende aangeprezen functionaliteiten van een commerciële elo van pas
kunnen komen, maar in het vaklokaal kunnen docenten daar niets mee. Toch maken
ze onderdeel uit van het prijskaartje:
Tijdlijn
De kosten en activiteiten van een project kunnen over een tijdlijn worden
verdeeld. Dit maakt ze beter beheersbaar.
Tijdregistratie
Gewerkte uren worden snel en eenvoudig geregistreerd.
Urenregistratie
Je houdt je uren gemakkelijk bij op een urenregistratieformulier.
Voortgang
Vergelijk de tijd, resources en kosten die besteed zijn aan het project met
de budgetcijfers.
Projekt Raamwerk
Door middel van een projectraamwerk definieert u de doelstellingen, deadlines,
kostenramingen, mijlpalen en de organisatievorm van een project.
Rapportage
Fronter produceert een aantal standaardrapporten op basis van gegevens die
direct uit het project afkomstig zijn.
Bronnen
Fronter geeft een volledig overzicht van de gebruikte resources en
beschikbaarheid van individuele werknemers, teams of afdelingen.
Resterend
Schatting van resterende uren en kosten in html.
Deviaties
De verschillen tussen budgetcijfers, werkelijke resultaten en behaalde
nettowaarden worden getoond. Productiviteit en critical index* worden
automatisch berekend.
Ontwikkelingen
De nieuwste loot in eloland is Sakai, een open source waarmee
Nederlandse hoger onderwijs instellingen al begonnen zijn met experimenteren.
Hiervan zegt de redactie van Edusite: ‘Sakai
sluit aan bij de behoeften van het hoger onderwijs en maakt een einde aan de
steeds hoger wordende licentiekosten. Met die belofte wordt deze elo aan de man
gebracht. Hij is niet alleen gericht op cursussen en studenten, maar stelt ook
onderwijsinstellingen in staat samen te werken aan een elo. Deze pragmatische
eigenschap is typerend voor Sakai. Waar het kan wordt er gebruik gemaakt
van open standaarden, maar als dat niet kan, ontwikkelen gebruikers zelf een
applicatie’ http://e-learning.surf.nl/e-learning/artikelen/3072.
In een andere Nieuwsbrief besteedt Edusite aandacht aan het seminar
'Over de grenzen van de elo' dat de Stichting Surf in het najaar 2005
organiseerde. Eén van de deelnemers stelde dat ‘de gedroomde flexibilisering van
het onderwijs niet is gerealiseerd en dat elo’s nu voornamelijk worden ingezet
voor het verspreiden van collegeaantekeningen. Veel instellingen hebben de
grenzen van hun elektronische leeromgevingen bereikt, en willen meer
functionaliteit’. Die kun je alleen vergroten als je niet gebonden bent aan een
alles in één pakket zoals de grote commerciële elo’s. Vandaar de ontwikkeling
van service oriented approach’ of service oriented architecture,
beide afgekort tot soa. Bij deze benadering installeer je alleen de
services die je als gebruiker nodig hebt.
Wilfred Rubens,
adviseur bij het Expertisecentrum ict in het
onderwijs van het ivlos (Lerarenopleiding van de universiteit Utrecht)
vat zijn voorkeur voor soa in de nieuwsbrief van Edusite van
oktober 2005 kordaat samen met: ‘elke docent een soa’. Hij vervolgt met:
‘dankzij de service oriented approach ben je
beter in staat in te gaan op didactische vragen, in plaats van uit te gaan van
een optimaler gebruik van een technologisch antwoord. Je stoot gemakkelijker
functionaliteiten af, als daar op langere termijn geen behoefte aan is, dan een
compleet systeem. Leveranciers van traditionele enterprise resource planning
pakketten hebben hiervoor een simpele oplossing: pas je werkprocessen aan het
systeem aan. De service oriented approach maakt eindelijk een eind aan
deze arrogantie. Je gebruikt alleen die services die jij nodig hebt, die
tegemoetkomen aan jouw gebruikerswensen. En dat geldt niet alleen voor de wensen
van de organisatie, maar ook voor die van de docent!’ Deze kritiek op vooral de
commerciële elo’s zouden schoolbesturen ter harte moeten nemen.
Op de zelfde conferentie kwam in de presentatie van Ger Tielemans de
functionaliteit van Moodle aan bod. Omdat deze inleider zowel verbonden
is aan de universiteit Twente als aan het Stedelijk Lyceum in Enschede waar hij
deze elo coördineert, was zijn presentatie duidelijk geënt op het voortgezet
onderwijs. Scholen die overwegen het met Moodle te proberen kunnen dus
profiteren van de ervaringen van deze pionierende school. Aan deze goedkope op
open source gebaseerde elo zal ik zeker aandacht besteden.
De pioniers
Naast de commerciële en de op open source gebaseerde elo’s, zijn er nog enkele
die hun bestaan ontlenen aan de
klassenpraktijk. Dit komt de functionaliteit ten goede. Ze zijn vaak in gebruik
bij pionierende docenten, die beschikken over een eigen computer en
internetaansluiting in hun lokaal. Zij breiden vaak binnen de eigen school de
gebruikerskring uit. Zij hebben geen verkooporganisatie achter zich, maar via
workshops, georganiseerd door hun vakverenigingen, wekken ze belangstelling bij
hun vakcollega’s.
Uit een onderzoek van TNS-NIPO naar ICT-gebruik onder docenten in het primair en
voortgezet onderwijs (november 2005) geven docenten in het voortgezet onderwijs
aan met name vaardig te zijn in het beoordelen van de bruikbaarheid van
educatieve programmatuur (44%) en het organiseren van lessen waarin ICT wordt
gebruikt (39%), maar het gebruik van een elektronische leeromgeving komt net als
bij de docenten in het primair onderwijs op de laatste plaats. Er is dus echt
nog enig pionierswerk te
verrichten.
Artikelen over elo's:
Informatie over elo's
Elo's, de voor en tegens van de commerciële en de Open
Source, een discussie georganiseerd door de Stichting Surf (Nieuwsbrief Edusite
4 oktober 2005)
Blackboard vs. Moodle,
A Comparison of Satisfaction with Online Teaching and Learning Tools
©