MVT-didactiek
Omhoog Duits Engels Social media Elena Duolingo MVT-didactiek

Vreemde-talen-didactiek in veertig (en meer) werkbladen

Najaar 2014 verscheen in de Kohnstamm Kennisreeks van de Universiteit van Amsterdam een opmerkelijk boek: Vreemde-talen-didactiek in veertig (en meer) werkbladen, een bundeling van de langjarige vakdidactische praktijkervaringen van de UvA-didactici Peter Bimmel en Chantal Weststrate. De werkmaterialen kun je – gratis –  downloaden, reden om het boek in deze rubriek centraal te stellen. Het hele pakket is te vinden op http://mvt.publication-archive.com/repositories.

Het materiaal is feitelijk voor een zeer specifieke doelgroep bestemd: vakdidactici moderne vreemde talen. Het boek – met de nodige vakdidactische achtergronden - en de werkbladen bestrijken een enorm palet aan vakdidactische thema’s rond het onderwijs moderne vreemde talen: hoe lessen voor te bereiden en te faseren, zelfstandig leren en leerstrategieën, taakgericht taalonderwijs, de vier taalvaardigheden, woordenschat, grammatica, literatuur. En hoewel voor studenten ontworpen zijn veel werkbladen ook heel informatief voor ervaren docenten. Een soort didactische opfriscursus zogezegd – zonder bijeenkomsten, puur voor thuisgebruik – oftewel: nascholing gratis en voor niets!
Een paar voorbeelden (de meeste werkbladen zijn voor Frans en/of Duits, maar alle ideeën zijn ook voor andere talen bruikbaar: knippen en plakken dus – makkelijk want het zijn allemaal Word-documenten): 

a)  Een oud maar nog steeds fantastisch idee: de leergangpuzzel. Voor een vakgroep die voor de keuze van een nieuwe leergang staat een heel simpele – en met ’n borrel erbij uiterst genoeglijke – test of een te beoordelen leergang logisch opgebouwd is.

 1.2.2.2 Werkblad Leergangpuzzel

Hierna vind je leermateriaal uit een leergang Frans voor de onderbouw. De opeenvolgende onderdelen uit het tekstboek en het oefenboek zijn losgeknipt en de volgorde ligt door elkaar.

1) Werk eerst individueel en leg de onderdelen op volgorde. Waaraan zie je dat dit de juiste volgorde moet zijn? Maak notities in de tabel.

 

Juiste

volgorde

Dat kun je zien aan ...

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 2) Werk in tweetallen. Vergelijk jullie oplossingen en probeer het – op grond van argumenten – met elkaar eens te worden.
 3) Je vakdidactiekdocent reikt een kopie uit van de originele pagina’s uit de leergang (Carte Orange). Vergelijk jullie oplossing met de originele volgorde. Zijn er verschillen? Blijven jullie bij de door jullie gekozen volgorde? Waarom wel/niet?
 4)  Leg het materiaal naast de fasering volgens Krüger (1981) - óf naast de fasering volgens het model van Kwakernaak (1981).
       a)  Klopt de volgorde van de verschillende onderdelen in de leergang met het faseringsmodel?
       b) 
Is het materiaal compleet? Zo nee: wat ontbreekt volgens jullie?
       c)  Wat betekent dit voor je werk als docent?

(Naar een idee van Walter Lohfert (Goethe-Institut).

   b) Eenvoud is het kenmerk van het ware – zie het volgende werkblad (niet in het boek, wel online): 

4.1.3.8 Werkblad Geblinddoekt lezen

Werk in tweetallen.
Leerling A: je krijgt een leestekst; lees de tekst zorgvuldig door zodat je de vragen kunt beantwoorden die leerling B je straks over de tekst gaat stellen.
Leerling B: bedenk minstens vijf vragen die je straks gaat stellen aan leerling A om erachter te komen wat er in de voor jou onzichtbare leestekst van leerling A staat
Stel je vragen aan A en schrijf daarna aan de hand van de antwoorden die je op je vragen hebt gekregen een samenvatting van de tekst.
Wissel daarna van rol.

 (Opdracht ontleend aan Rikken, 2003)

c) Creativiteit bij leerlingen leren aanmoedigen speelt door het hele boek een rol, bijvoorbeeld hier:

5.2.3.4 Werkblad Creatief schrijven in de onderbouw

In leergangen voor de onderbouw staan allerlei schrijfopdrachten die in feite oefeningen zijn waarin de net nieuw geleerde grammatica en woordenschat toegepast moeten worden. Om leerlingen wat vrijer te laten schrijven en het toch niet te moeilijk te maken zou je ze een of twee keer een ELFJE kunnen laten schrijven. Dat is een geleide, creatieve schrijfoefening waarvan het resultaat een klein uniek gedichtje is. Hieronder vind je een voorbeeld in het Nederlands.

 

      inktzwart
      de hemel
   boven ons huis

wij spelen een spel
     
  brrrrr….

  

Zoals je ziet bestaat zo’n gedichtje uit elf woorden, verdeeld over vijf regels, vandaar de naam ELFJE. Ook de woordsoort en het aantal woorden per regel ligt vast. Vaak hebben het eerste en het laatste woord een paradoxale betekenis. Of ze hebben veel met elkaar te maken. Het laatste woord is - zoals dat in de versanalyse heet - de “wending”, maar het mag ook een soort conclusie zijn.

Aan jou nu de taak om een les rondom het ELFJE te maken. Stel jezelf de volgende vragen:

o    Hoeveel woorden per regel?

o    Welk type woorden (kleur/voorwerp/plaats/werkwoord) staat er in elke regel?

o    Staat het aantal lettergrepen ook vast?

o    En de vorm?

o    En het rijm?

o    Wat betekent dat allemaal voor je instructie?

o    Met welke klas zou je dit willen doen?

o    Wat doe jij en wat doen de leerlingen?

o    Welke werkvormen wil je gebruiken?

Meer over ELFJES kun je vinden op de websites http://elf.je/gedicht.html en. www.poezie-in-beweging.nl/.

Overigens verscheen van Peter Bimmel (samen met Daniela Fasoglio, Jos Canton en Gert Rijlaarsdam) eerder al (2008) het Handboek ontwerpen talen (HOT). Dit deel drie in de Kohnstamm Kennisreeks was bedoeld als leidraad bij het ontwerpen van onderwijs door taaldocenten. Ook bij dit boek behoort een gratis toegankelijk online pakket, te vinden op http://hot.publication-archive.com/repositories. Een - kritische – bespreking verscheen in Levende Talen Magazine 95/6, 2008, blz. 24-25. Maar ondanks de kritiek is er ook hier veel interessants te vinden.

Dus: profiteer ervan!


© Kees van Eunen stuur een bericht aan het bureau LT