KIDLINK, grootste internationale website voor kinderen tot 16 jaar
Wat ePALS is voor de wat oudere leerling, is KIDLINK voor de jongeren vanaf de middenbouw van de basisschool tot aan de bovenbouw van het v.o. Tot nu toe hebben 125 landen van zich doen spreken en kan ieder land zijn eigen taal als voertaal inbrengen. Ook hun familieleden en docenten zijn welkom bij speciale voor hun bestemde rubrieken, programma's en zelfs conferenties. Deze op non-profitbasis opererende organisatie is te vinden op http://www.kidlink.org.
Vanaf het openingsscherm kan uit een twintigtal talen worden gekozen, waarvan een paar geschreven zijn in het onleesbare schrift van deze talen. Ik klikte op Engels en kwam terecht in een scherm met de keus uit: teachers en kids and youth. Daaronder staan nog hyperlinks bestemd voor ouders, grootouders, ooms en tantes, educatieve diensten, studenten van de lerarenopleidingen en nog wat groeperingen uit de samenleving, waaruit blijkt hoe breed Kidlink is opgezet.
Teachers
De lijst die ik te zien
kreeg toen ik klikte op teachers was zo groot, dat ik het bijna voor
gezien had gehouden. Toch hoef je alleen maar te klikken, maar als je dat doet,
kom je steeds opnieuw in vervolgschermen met op hun beurt weer zoveel links, dat
je op een gegeven moment door de bomen het bos niet meer ziet. Het is daardoor
onmogelijk om alle onderdelen van deze gigantische website te beschrijven. Ik
beperk me dan maar tot die rubrieken van de site waarvan ik denk dat scholen er
hun voordeel mee kunnen doen. Overgeslagen heb ik alle conferenties en
trainingen voor onderwijsgevenden en jongeren die worden aangekondigd of waarvan
verslag wordt uitgebracht. Wel besloot ik te gaan kijken
bij
Who-Am-I?
dat wordt omschreven als een Eight-month multi-lingual educational program
that motivates students to learn contents of their curriculum. Ook werd mijn
aandacht getrokken door de hyperlink met de tekst: I Have a Dream, ook
een educatief programma dat also provides practical experience and skills of
perceived importance in tomorrow's world.
Onder de knop history veronderstelde ik de geschiedenis van Kidlink
te kunnen vinden en dat klopte.
Geschiedenis
Kidlink is opgericht op 25 mei 1990 tijdens een ICT conferentie in Toronto door deelnemers uit Canada, Noorwegen en de VS. Een maand later wordt Kidlink op internet gezet en ondergebracht bij North Dakota State University's data center. De initiatiefnemers formuleren vier vragen waarop alle kinderen die zich registreren een antwoord moeten geven. De eerste is de 14-jarige Krystal Belchior of Fenwick, Ontario, Canada, die de vragen als volgt beantwoordt:
Question 1: Who Am I?
Hello, I'm 14 and I like N.K.O.T.B and teddies. I live in Fenwick Ontario. With
a horse, hammie (hamster) Tons of cats (do you want one?? :) ), chickens, dogs,
and a budgie. I hope some one else will get on here so I'm not the only one
(kid) here!! :)
Question 2: What Do I Want To Be
When I Grow Up?
Talk about a tough question!! If you want to know the honest truth I have
absolutly no idea what I want to be but I just take tons of differn't courses
and wait and see!! :)
Question 3: How Do You Want The
World To Be Better When You Grow Up?
I want the world to be better by: More tress and land, less building, more
people recycleing, no, no more wars, no more drugs, a cure for aids and no more
pollution!
Question 4: What Can I Do Now To
Make This Happen?
I can recycle paper, pop cans and plastic. Pick up garbage instead of throwing
it on the ground and try not to waste water.
In 1991, als er conflicten
oplaaien in het Midden-Oosten, wordt Kidcafe opgericht. Daar ontmoeten
wereldwijd kinderen elkaar om hun leeftijdgenoten in de bedreigde gebieden met
troostende woorden bij te staan.
Als de organisatie steeds professioneler gaat worden, organiseert Kidlink een
kidleader conferentie waar ook de aanzet wordt gegeven tot het instellen van
een Kidlink IRC chatserver.
In 1993 is Kidlink zo
bekend in de VS dat Clinton een boodschap plaatst in het kidcafé en de kinderen
bedankt voor hun inzet voor de vrede. Kidlink wordt een nieuwe non-profit
organisatie, genaamd: 'The Kidlink Society' met een internationaal bestuur en
statuten.
In 1996 verhuist het Kidlink's computer center naar the University of Cincinnati,
USA. Er komen steeds meer sponsors, zonder dat deze reclame maken op de website.
In Rio de Janeiro wordt hetzelfde jaar het eerste Kidlinkhuis geopend waar arme
kinderen zonder computertoegang elders, in contact kunnen komen met andere
kinderen in de wereld.
Op dat moment heeft Kidlink 38 openbare mailinglijsten, die worden bijgehouden
door een organisatie van 150 vrijwilligers in 23 landen.
Als Kidlink in 2000 de leeftijd van 10 jaar heeft bereikt lopen er wereldwijd
600 projecten.
De vragen
Alle kinderen die zich
registreren, krijgen de vier bovenstaande vragen voorgelegd. Deze worden
allemaal opgeslagen in een gigantisch archief. Daar kan elke bezoeker gaan
kijken hoe de wereld er moet komen uit te zien als deze jongeren het voor het
zeggen zouden hebben. Het URL is:
http://listserv.nodak.edu/archives/response.html. Daar worden alle
inzendingen in de week van aankomst geboekt. Klik je bijvoorbeeld op week 2 van
september 2001, dan krijg je de namen van alle kinderen te zien met hun land van
herkomst. Klik je op één daarvan, dan zie je de antwoorden op de vier vragen.
Omdat de kinderen zich uiten in hun eigen taal, vormen hun antwoorden op de
vragen interessant lesmateriaal voor de vreemde taalles. De docent zou er dan
goed aan doen om dit tekstmateriaal niet te verwerken op vorm (bijvoorbeeld
grammatica), maar vooral op inhoud. Dit bevordert het taalverwervingsproces. Een
ander voordeel is dat de verwerking van op het internet gevonden taalmateriaal
op inhoud, de deur van de klas wijd open zet voor een vakoverstijgende
werkwijze. De leerlingen zouden, in samenwerking bijvoorbeeld met de docenten
maatschappijleer, aardrijkskunde of geschiedenis, naar dit archief gestuurd
moeten worden om zich daar op de hoogte te stellen van het wereldbeeld van hun
leeftijdgenoten en te kijken of dat overeenkomt met dat van hun zelf. Zij kunnen
met één klik op het e-mailadres contact leggen met één van die duizenden
kinderen om van elkaar te leren hoe ze kunnen bijdragen aan een betere wereld.
De Who am I - lessen
Ter voorbereiding van deze internationale contacten, biedt Kidlink de docenten een serie lessen. De inleiding daarop is in een groot aantal talen beschikbaar, ook in het Nederlands, maar de lessen zijn in het Engels.
Het acht maanden durende Wie-Ben-Ik? programma is op maat gemaakt voor docenten van leerlingen tot en met 15 jaar, en bestaat uit de volgende onderdelen:
Wie ben Ik?
Waar woon ik?
Wat zijn mijn rechten?
Mijn vrienden en mijn familie
Wat zijn mijn wortels?
Virtuele Vakantie
Volgens de makers zijn deze lessen o.a. bedoeld om les te geven in:
taalbeheersing
het zoeken en het evalueren van informatie
het gebruik van boeken en digitale media
strategieën voor het zoeken van informatie
evalueren en het vastleggen van het resultaat van de zoekactie
wereldculturen en huidige evenementen
geschiedenis, aardrijkskunde, economie
wiskunde (oplossen van problemen, het toepassen van onderwerpen in echte wereldsitiaties)
natuurkunde (natuurkundige methoden, onderzoeken en experimenteren)
kunst (muziek, tekenen, schilderen) als aanvulling op de persoonlijke ontwikkeling
gebruik maken van het internet, vaardigheden met Informatie & Communicatie Technologie en andere vaardigheden die nodig zijn in de moderne samenleving.
Dat zijn nogal idealistische doelstellingen. Uiteraard zal de praktijk moeten uitwijzen of en in hoeverre deze kunnen worden gehaald. De Kidlink organisatie stelt in dit voorwoord dat 'leerlingen meer zullen leren van deze vorm van communicatie dan in het traditionele klaslokaal. Om die reden beogen deze lessen dan ook docenten te helpen hun bestaande curriculum te verbeteren'.
De I have a dream lessen
Deze lessen zijn een
logisch vervolg op de Wie ben ik lessen. Ze zijn ontwikkeld in Japan en
zijn beschikbaar in het Engels.
Ook hier weer de duidelijke
doelstellingen: 'It aims at helping kids and youth realize their dreams about
their future and a better world. Students are challenged to plan, design, and
implement an Internet based project to realize their favored dreams in
collaboration with peers in other countries'.
De lessen worden in 6 modules aangeboden, Een (internationaal) leerlingenteam
kiest uit één van de ingebrachte dromen voor een betere wereld. Er moet een
actieplan worden opgesteld om de droom te realiseren. Daarna wordt dit
uitgevoerd, geëvalueerd, maar ook gefinancierd. Niet door de leerlingen, maar
door de instellingen die ze daarvoor benaderen.
Een voorbeeld van één van de projecten was van Carmen uit Urugay, Rohan uit Zuid
Afrika en Hans uit Noorwegen. Carmen had bij een Amerikaans bedrijf afgedankte
computers losgewurmd voor een achterstandsschool in Zuid Afrika. Rohan
onderhield de contacten met beide en controleerde of ze inderdaad werden
afgeleverd. Toen dat was gebeurd bleek bij de evaluatie dat het project nog niet
was voltooid, want Who will provide computer training for the township
school?
Het spreekt vanzelf dat dit soort projecten die geheel online worden
uitgevoerd, waar geen snipper papier aan te pas hoeft te komen, waar zelfs
familieleden bij worden betrokken om de kinderen te steunen in het realiseren
van hun project voor een betere wereld, in de school moeten beginnen. Maar
daarna leren de leerlingen hun eigen weg te gaan in de taal van hun keuze.
Daarbij leren ze van hun leraren in Japan, waar de lessen zijn ontworpen, hoe ze
hun droom moeten kiezen, plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en
financieren. Dat is andere koek dan die je in de traditionele leermiddelen vindt.
Kidcafe
Wat zo mooi Kindercafé
wordt genoemd is niets anders dan een serie mailing lists waarin tot nu toe de
volgende talen worden gebruikt: Engels, Deens, Frans, Duits, IJslands,
Italiaans, Japans, Macedonisch, Noors, Portugees, Sloveens, Spaans en Zweeds.
Ik klikte op Frans en zag een overzicht van alle berichten die per week
gegroepeerd in een lijst konden worden aangeklikt. Je kunt het archief
doorzoeken op oude boodschappen en zelf een boodschap plaatsen.
Waarom jeugdigen dit zouden moeten
doen wordt duidelijk gemaakt:
'KIDCAFE-FRENCH is one of several mailing lists operated by the KIDLINK Society
as part of its effort to establish a global dialog among youth through the
secondary school level'. Benieuwd
natuurlijk naar de aard van de boodschappen, klikte ik zo maar op de derde week
van maart 2001 en zag een boodschap van een Italiaans meisje dat in het Frans
iets over zich zelf vertelde en om een antwoord vroeg. De antwoorden worden er
ook bijgevoegd en zo ontstaan er internationale circuitjes van scholieren in een
gemeenschappelijke taal, waarschijnlijk zonder dat hun docenten weten dat hun
leerlingen buiten het leslokaal ook talen leren: namelijk gewoon door ze te
gebruiken.
Kidforum,
Een andere
contactmogelijkheid van Kidlink is het kidforum. In wezen identiek aan Kidcafé
met als enige verschil dat de webmaster in het forum de berichten plaatst met
een bepaald onderwerp of een verzoek om specifieke informatie, zoals dat van een
Amerikaanse jongen die op 1 juni vraagt om informatie over Pearl Harbour, zonder
dat hij wist, dat daar enkele maanden later veelvuldig naar zou worden verwezen.
Ook hier weer een enorm archief vol onderwerpen waarvan je mag aannemen dat ze
tot de belangstellings- en belevingswereld van jongeren behoren, gezien het feit
dat ze zelf hebben geschreven.
Net als bij Kidcafé zijn er weinig reacties te zien. Op 1 juni vragen om
informatie en dan op 1 oktober nog geen reactie te hebben gekregen, is
natuurlijk niet bevorderlijk voor de motivatie van jonge kinderen om nog eens in
dat café of forum te komen.
Chatten
Op het adres
http://www.kidlink.org/english/general/irc.html kunnen de leerlingen
chatten. Aan het URL is te zien dat gebruik wordt gemaakt van IRC (Internet
Relay Chat). De kinderen moeten zich uiteraard eerst registreren, waarbij ze de
4 vragen van Who am I moeten beantwoorden.
Ouders en scholen kunnen
gerust zijn, want: 'Our chat is a private place, not connected to the global
network of IRC on the internet. Kidlink's chat is used by kids mostly, but
adults are around. Teachers use this chat with their students. Also you will
find moderators online'.
Om de kinderen ook te kunnen laten
chatten met leeftijdgenoten uit verre landen, verwijst de Kidlink organisatie
naar de wereldtijd, te vinden op
www.worldtimeserver.com.
Kidlink c2d
Naast de IRC kunnen leerlingen nog synchroon communiceren bij Kidlink c2d (Continuum in 2 Dimensions). Dit wordt genoemd een Multi User Virtual Space or MUVS en dient om online samenwerking mogelijk te maken tussen opvoeders en leerlingen. Er zijn allerlei workshops waarin enkele multimedia projecten worden getoond, zoals het Collaboratory Project http://collaboratory.nunet.net.
Kidclub
Chatten kan ook nog in de
in 1993 opgerichte Kidclub
http://www.kidlink.org/rti/irc/kidclub/ waarvan de moderatoren elke zaterdag
om 18.00 uur GMT een IRC-bijeenkomst organiseren met een speciaal onderwerp. Om
de deelnemers te laten weten hoe laat dat is in hun eigen land, wordt verwezen
naar de website met de wereldklok
www.worldtimeserver.com.
Van over de hele wereld kunnen kinderen onderwerpen insturen, die door de
webmaster vervolgens ruim van tevoren worden aangekondigd, zoals bijvoorbeeld:
Countries of the world
How are computers and the Internet used where you live?
Your teachers, what you do and don't like about them
Who has it more easier? Girls or guys?
My interests
My school
The influence of computers and the Internet on individuals
Local people, local lifestyles (let's talk about your culture)
Do you want to base your career on money or happiness
Animal rights
Human rights
Net Friends and Real Life Friends - What is the difference?
Toen ik op bezoek was, was
de topic van de week mobiele telefoons. Ik denk dat onze leerlingen daar
wel over kunnen meepraten.
Vanuit elk taalgebied en in elke gewenste taal kan een onderwerp worden
aangeboden en aangekondigd in Kidclub. In de klas kan zo'n discussieonderwerp
dan worden voorbereid, maar……18.00 uur GMT, dat is bij ons 20.00 uur en dan ook
nog op zaterdag. Juist op het moment dat onze leerlingen zich voorbereiden op
het wekelijkse stappen.
Conclusie
Kidlink is in ons land veel
minder bekend dan ePALS en dat is niet terecht. Het who am I programma
gevolgd door I have a dream, bieden lessen in internetcommunicatie die je
in leergangen niet vindt. Navolging verdienen de internationale projecten,
waarbij kinderen van verschillende nationaliteiten in één gemeenschappelijke
taal communiceren en samenwerken. Ze moeten hun project vanaf het bedenken van
het onderwerp tot en met de evaluatie zelfstandig uitvoeren waarbij grootouders,
ouders, ooms en tantes door de Kidlink organisatie worden aangespoord om waar
nodig hulp te bieden.
Het is aan te bevelen dat de leerlingen in de lessen Informatica leren hun weg
te vinden op websites zoals Kidlink. Vanuit de talenlokalen kunnen ze dan in
overleg met hun docenten kiezen in welke taal ze met hun buitenlandse
leeftijdgenoten willen gaan communiceren. Ze moeten een beroep kunnen doen op de
docenten van andere vakken. Wanneer ze bijvoorbeeld een financiering van een
project moeten regelen, zoals dat het geval was bij de afgedankte computers die
naar een township school in Zuid Afrika moesten worden gestuurd, dan zal
de docent economie van zeer groot nut kunnen zijn voor het aangeven van welke
stappen er achtereenvolgens moeten worden genomen om die financiering rond te
krijgen. In dit specifieke geval vragen de leerlingen om onderwijs en wel op het
moment dat ze dat nodig hebben. Dat lijkt me niet alleen motiverend voor de
leerlingen, maar ook voor de docenten. Onderwijs waarbij leerlingen onderdelen
van het lesprogramma buiten de leslokalen leren en waarbij ze zelf een zeer
actieve rol spelen in hun eigen leerproces door kennis toe te passen die ze op
een zelf gekozen moment nodig hebben of daarom te vragen als deze ontoereikend
is, is waarschijnlijk en helaas een utopie.
Toch staat de ontwerpers en de moderatoren van een website als Kidlink een
dergelijk onderwijs voor ogen. De infrastructuur ligt klaar, het wachten is op
de Nederlandse deelnemers.
Nieuwsbrief november 2001