Bron:
slo, havo examen aardrijkskunde:
http://www.slo.nl/themas/00158/00001/Examenprogramma_aardrijkskunde_DEFINITIEF.pdf/.
De handreikingen voor het schoolexamen zijn gemaakt
door slo, eveneens in opdracht van het ministerie van OCW:
http://www.slo.nl/themas/00158/00002/Handreiking_aardrijkskunde_DEFINITIEF.pdf/.
Bij ontwikkelingslanden horen
hulporganisaties, zoals Novib, onderdeel van het internationaal opererende
Oxfam en natuurlijk de hulpprogramma’s van de VN. Google bracht me binnen een
paar seconden naar Oxfam: http://www.oxfam.org/. Jammer voor Duits, maar
alleen Engels, Spaans en Frans mogen meedoen.
Ik koos voor Frans om bij Oxfam de internetbronnen te zoeken die leerstof
kunnen leveren bij de twee subdomeinen. Op
het moment van mijn bezoek kreeg
de G8 veel aandacht:
Du 6 au 8 juin 2007, les chefs d'état des huit pays
les plus riches du monde se réunissent en Allemagne pour débattre des plus
importants problèmes auxquels notre planète est confrontée: pauvreté en
Afrique, santé, paix et sécurité dans le monde et le changement climatique.
Goede inleiding voor de studie van Subdomein D2. De teksten die volgen,
laten dat ook zien en kunnen trouwens als bijvangst zo in het examen
tekstbegrip Frans worden opgenomen.
Francofone landen
Bij subdomein
D1 moeten
de leerlingen gebiedskenmerken van een nader aan te wijzen ontwikkelingsland
beschrijven en analyseren. Omdat de meeste ontwikkelingslanden jarenlang zijn
gekolonialiseerd door Europese landen met verschillende talen, is het
eenvoudig die landen per taalgebied op te zoeken. Door in de Franse Google te
typen pays francophones, vond ik in de Franstalige Wikipédia meer dan
twintig ontwikkelingslanden. Voor dit subdomein kunnen de leerlingen in
opdracht van de docent Frans een land kiezen om met
de
daar gevonden gegevens hun
docent aardrijkskunde tevreden te stellen.
Ik koos als land Cameroun. Wikipédia levert voldoende informatie voor
aardrijkskunde over dit land, zoals is te zien aan dit overzicht:
De VN
Ook de VN
biedt
met het wereldvoedselprogramma internetbronnen voor het domein D van
aardrijkskunde. Deze organisatie heeft er niet alleen een serie lessen, maar ook
een simulatiespel voor ontwikkeld, (http://www.food-force.com/index.php/game/missions/).
De voertaal is Engels, dus gaan de leerlingen voor dit onderwerp aan de slag in
het vaklokaal Engels, uiteraard nadat zowel de docent Engels als de leerlingen
van de aardrijkskundedocent hebben gehoord wat de leeropbrengst moet zijn.
In het
simulatiespel moeten de leerlingen in het team van het
World Food Programme
het eiland Sheylan redden van de hongerdood en
van de burgeroorlog. Daartoe voeren ze zes missies uit. Bij elke missie krijgen
ze hulp van een expert. Zo helpt de voedingsexpert Joe Zaki de
speler een voedzaam en uitgebalanceerd dieet voor de uitgeputte bevolking samen
te stellen. Hij berekent ook de kosten: 30 dollarcent per persoon per maaltijd.
In missie 5 is de speler verantwoordelijk voor het konvooi trucks dat onder
moeilijke omstandigheden voedselpakketten moet brengen in onherbergzame streken
waar eerst wegen en bruggen moeten worden hersteld. Ook nu weer hulp en wel van
Rachel Scott, the Food Force logistics officer. Zij is ook nodig om te helpen
onderhandelen met de rebellen. Na de eerste voedselhulp begint het WFP aan de
lange termijnoplossing. Met hulp van Joe Zaki die afkomstig is van Sheylan, moet
de speler allerlei programma's opzetten zoals het verbouwen van voedsel, de
schoolvoeding, voeding voor werk en hiv/aids preventie. Het doel van deze
programma's is de bevolking te leren zelf voor voedsel te zorgen en de
infrastructuur van het land weer op orde te brengen. Als dat is gelukt zijn alle
missies afgerond.
Alle handelingen worden uitgevoerd in het Engels, dus vanuit dit vaklokaal
kunnen de missies starten in de hoop dat de uit te voeren operaties ook
overslaan naar vakken als biologie en economie. De confrontatie met een land in
oorlog en hongersnood, de hulp die leerlingen de lijdende burgers in levensechte
simulaties moeten bieden, heeft naar mijn gevoel meer waarde dan de kennis
daarover opgedaan uit een leerboek. Van het simulatiespel naar de werkelijkheid
van vandaag is trouwens slechts een kleine stap.
Spaans
Scholen die Spaans geven kunnen ook profiteren van één
van de examenonderdelen voor aardrijkskunde. In het examenprogramma vind ik de
volgende opdrachten en eindtermen:
Virna Sol van cps heeft op mijn verzoek de websites gezocht bij deze eindtermen. Zij tekent hierbij aan dat de teksten van de gevonden websites niet altijd even eenvoudig zijn en dat de leerlingen dus een behoorlijke receptieve woordenschat moeten hebben en leesvaardig zijn.
Deze websites zullen waarschijnlijk veel meer gegevens opleveren dan wat het
examenprogramma aardrijkskunde van de leerlingen vraagt. Dat is alleen maar
goed. In het vaklokaal Spaans leren de leerlingen internetbronnen bestuderen,
interpreteren en samenvatten. Dit als gewoon onderdeel van de lessen
tekstbegrip. De leerlingen met aardrijkskunde in het pakket selecteren de
Spaanse tekstfragmenten en plakken die bij de betreffende eindtermen. Als ze de
inhoud daarvan mondeling in de moedertaal hun docent aardrijkskunde komen
aanbieden, dan mag deze heel blij zijn, want hij heeft er niets voor hoeven
doen.
Omdat volgens
Virna Sol de teksten aan de moeilijke kant zijn, heb ik de hulp ingeroepen van Ana Llamazares, docente Spaans aan de
Hogeschool Utrecht. Zij zou misschien haar studenten de opgegeven websites
kunnen laten bestuderen. Ze kopiëren vervolgens de passages die aansluiten bij
de eindtermen, vatten die samen en vertalen de samenvatting in het Nederlands.
Als dan na de docente Spaans ook nog een docent aardrijkskunde naar hun werk kan
kijken en deze dat positief beoordeelt, is dat een aardig begin van
vakondersteunend leren.