Nieuwsbrief 6-2002
Omhoog Nieuwsbrief 1-2002 Nieuwsbrief 2-2002 Nieuwsbrief 3-2002 Nieuwsbrief 4-2002 Nieuwsbrief 5-2002 Nieuwsbrief 6-2002 Nieuwsbrief 7-2002 Nieuwsbrief 8-2002

Klasoverstijgend leren 4 

Internet biedt docenten en leerlingen de mogelijkheid om het leerproces buiten het klaslokaal voort te zetten. Virtuele scholen leveren een uitstekende aanvulling op of zelfs vervanging van de traditionele leermiddelen. Steeds meer scholen openen met een website hun deuren en bieden een vorm van klasoverstijgend leren. De Europese commissie ziet daar het nut van in en steunt in projectvorm, zoals Comeniusprojecten, alle initiatieven in die richting. Op de vernieuwde website van eSchola http://eschola.eun.org/eun.org2/eun/index_eschola2003.cfm hoef je alleen maar op ‘open doors’ te klikken en een andere vorm van  leren kan beginnen. 

Open doors 

Op de plaats van de 17 schooldeuren, die ik besproken heb in Nieuwsbrief 3, staan er nu maar 8. Zoals de vorige keren ga ik de deuren weer binnen om verslag te doen van wat ik erachter heb aangetroffen. 

Achter de eerste deur is zoveel informatie, vooral voor docenten te vinden, dat ik daarmee de mij toegemeten plaatsruimte in deze nieuwsbrief met gemak kan vullen. Met één klik op die deur ga je binnen in het Onze Lieve Vrouwe Deinsbeke College in Zottegem, België. http://www.deinsbeke.be.
Vanuit ICT oogpunt bezien valt er op deze school veel te beleven, getuige de wervende tekst: ‘Anytime Anywhere Learning, Smartschool, Anywize.net and KlasCement. Our students are learning with laptops, anytime, anywhere. Thanks to the wireless network there is internet connection in 30 cla
ssrooms. So they can use our virtual learning environment, called Smartschool, in every classroom. In the environment our teachers are creating ICT-lessons using the software of Anywize.net. They exchange lessons with other schools thanks to the educational umbrella site KlasCement, initiated at our school. Just come and visit

 Zo’n uitnodiging sla je toch niet in de wind! Daarom ben ik op deze vier websites gaan kijken mede vanuit de gedachte dat wij van onze zuiderburen misschien wel iets kunnen leren. 

KlasCement
www.klascement.be

Als je klikt op ‘info’ krijg je alle informatie over deze website: ‘KlasCement werd opgericht in mei 1998 en was oorspronkelijk een educatief project van Hans De Four, docent informatica aan het College Onze-Lieve-Vrouw van Deinsbeke uit Zottegem. Intussen is KlasCement een site die door verschillende docenten én studenten wordt onderhouden. Sommigen zijn heel nauw betrokken. Zij overleggen vaak via e-mail, bezitten het wachtwoord van de site en kunnen de site rechtstreeks wijzigen. Deze leerkrachten vind je terug in het KlasCeTeam. Andere leerkrachten en leerlingen zijn geregelde bezoekers en melden nieuwe sites aan, geven tips over de site, sturen software, lessen en oefeningen op. Zo is KlasCement uitgegroeid tot een heus uitwisselingsplatform voor leerkrachten en leerlingen’.
Daarbij wordt de bezoeker voorgelicht over de doelstellingen van de site en onderstrepen de makers dat het gaat om een zuiver vrijwillig initiatief voor en door docenten en studenten die het onderwijs trachten te helpen via deze site, een onafhankelijk, niet-commercieel, niet-gesubsidieerd, netoverstijgend en vakoverschrijdend uitwisselingsplatform en forum te bieden’.
Ook geven de makers aan hoe de opgegeven doelen moeten worden gerealiseerd.
Vanaf het openingsscherm kun je kiezen uit vakken en onderwijssoorten. De bezoeker ziet in een rolmenu waaruit hij kan kiezen. Dat zijn vakken en doelgroepen. Beschikbaar zijn o.a. de vakken Aardrijkskunde, Biologie, Duits, Economie, Engels, Frans, Geschiedenis, Handel, Informatica, Klassieke Talen, Maatschappijleer, Nederlands, Muziek en Scheikunde. Bij alle vakken is een forum waar docenten kunnen overleggen met collega's. Er is een prikbord en je kunt bestanden uitwisselen. Er is een rubriek met voor het vak nuttige links waar je ook één kunt aanmelden. Je kunt gratis educatieve software ophalen of zelf plaatsen. Je vindt er een overzicht van nascholingen, vakverenigingen, verdelers van educatief materiaal, uitgeverijen van boeken en software.
De opzet van KlasCement doet een beetje denken aan sommige onderdelen van kennisnet, zoals Vakwijzers http://www.kennisnet.nl/vakwijzer/ en de Digitale School http://www.digischool.nl/ en zal zeker evenveel bezoekers trekken.  

Smartschool
www.smartschool.be

Smartschool is een virtuele leeromgeving
ontwikkeld voor het Vlaams secundair onderwijs als reactie op de bestaande elektronische leeromgevingen (elo’s) die, volgens de ontwerpers meestal te duur, engelstalig en te technisch zijn.
Docenten en leerlingen hebben ieder een eigen gebruikersnaam en wachtwoord, waarmee ze inloggen om eventueel na schooltijd binnen de leeromgeving de les voort te zetten.Binnen de leeromgeving bestaan de volgende functies:

Smartschool is volgens de makers volledig compatibel met de Office-suite van Microsoft. Alle types van bestanden kunnen zeer eenvoudig binnen de leeromgeving worden getoond! Er is geen extra software of kennis nodig. Er zijn verschillende nascholingsinitiatieven om te leren werken met Smartschool. Dat is ook wel nodig, want zoals ik op de openingspagina van Smartschool zag staan: ‘De integratie van een leeromgeving binnen het onderwijsproces vergt ook aangepaste didactiek.Vaak geldt dat invoering van ICT gepaard gaat met één stap vooruit in de technologie en twee stappen terug in de didactiek’.
Nederlandse docenten, die ervaring willen opdoen met elektronische leeromgevingen, zouden zich heel goed met de Belgen kunnen verstaan. Ze spreken dezelfde taal en hebben dus het zelfde voordeel van het moedertaalgebruik in een virtuele leeromgeving, zoals die van Smartschool.
Het pakket biedt de mogelijkheid om de school te laten hosten, zoals dat ook bij kennisnet kan.Via het eigen domein
http://schoolnaam.smartschool.be heeft de school dan toegang tot de virtuele leeromgeving.
De school heeft eveneens de mogelijkheid om op dit domein de website te plaatsen, waarvandaan er kan worden ingelogd op de leeromgeving. Deze is enkel bereikbaar via dit domein en niet toegankelijk voor derden. Voor meer informatie over hosting van de schoolwebsite en de kosten daarvan zie: http://www.smartbit.be/.
 

Anytime Anywhere Learning
www.aal.be

Anytime Anywhere Learning is, volgens de informatie op de AAL website, leren met computers. Leraren en leerlingen krijgen laptops tot hun beschikking waarmee ze altijd en waar ze ook zijn kunnen communiceren en leren.
Het Onze Lieve Vrouwe Deinsbeke College is zo’n school waar ‘een genetwerkte leeromgeving is opgebouwd, waar geen schooluren, klasmuren of beperkingen van schoolboeken meer gelden. De AAL-scholen bieden hun leerlingen en studenten toegang tot een eigen PC en informatie on line waarmee ze een eigen leerpad kunnen volgen. Hierbij is leren niet alleen het gevolg van toegang tot een PC, maar van continue, dynamische interactie tussen studenten, leerkrachten, ouders en de buitenwereld’.
‘Anytime Anywhere Learning is bedacht op Australische scholen, overgenomen in de Verenigde Staten en Engeland en is vanaf het schooljaar 1999 - 2000 ook in België van start gegaan. Hiermee werd België het eerste niet-Engelstalige land waar het project gelanceerd werd’.
De vraag is natuurlijk hoe komen de scholen aan die laptops? Die leasen ze tegen lage tarieven, inclusief software, een risicoverzekering tot en met een speciale rugzak/boekentas.
De belangstelling van de Vlaamse scholen voor AAL is zeer groot. ‘38 onder hen startten in september 1999 en hebben de pilootfase doorlopen. Enkelen ervan zijn nu peterschool geworden voor de 100 nieuwe AAL-scholen in 2000’.
’Een pedagogisch-didactische werkgroep werkt samen met de AAL-scholen, hogescholen, universiteiten en onderwijsbetrokkenen aan pedagogisch-didactische middelen en strategieën om de computer op een juiste manier in te schakelen in het onderwijsleerproces’. Volgens de informatie op de website betekent dit ‘een belangrijke doorbraak voor de introductie van de nieuwe media in het onderwijs. De belangrijkste sleutel voor succes: elke school moet zelf uitmaken welk model het best aan haar specifieke omstandigheden beantwoordt’.
Zo’n uitspraak roept natuurlijk de vragen op: wat zijn dan die specifieke omstandigheden op een school die een speciaal model vereisen? Uit welke modellen kan de school dan vervolgens kiezen?


Anywize.net: http://www.anywize.net/

Op het openingsscherm wordt de bezoeker gevraagd zich te registreren. Daarna kan hij rustig alle onderdelen van de website bekijken. Dat is nodig om erachter te komen of docenten op deze website voor hun vak iets nuttigs kunnen vinden. Ik vond er 159 e-lespakketten, zeer overzichtelijk in een tabel met vermelding van titel, auteur, thema, leergebied, lesduur en bestemd voor welke klassen, zoals onderstaand voorbeeld laat zien:

Het zijn allemaal internetlessen die gratis ter kennismaking in de Anywize.net browser kunnen worden geladen. De volledige lespakketten kun je downloaden en tegen betaling, op de schoolcomputers installeren. Het te betalen bedrag hangt af van het aantal leerlingen van de school.
Ik heb de lijst met alle lessen even doorgebladerd en constateerde dat veel lessen voor het basisonderwijs bedoeld zijn en soms vakoverstijgend kunnen worden ingezet. Aardig daarbij is een zeer gedetailleerd jaarplan, waarbij de leerlingen zelfstandig en interactief elke maand een paar e-lessen moeten uitvoeren. De opdrachten zijn seizoengebonden en hebben soms betrekking op de feestdagen of speciale evenementen. In maart is dat de jeugdboekenweek met het thema ‘onder dak’. De leerlingen kunnen die maand met de volgende schrijvers en boek kennis maken:

Als je dan op bijvoorbeeld Harry Potter klikt, krijg je de volgende informatie: Het lespakket over Harry Potter is gemaakt door Geert Vanhouwaert. Zoals bij elk pakket gebruikelijk is, zet de auteur daarvan uiteen wat het lesdoel is: ‘In deze lessenreeks leren de leerlingen de boeken van Harry Potter kennen. De motivatie om de boeken te lezen wordt aangescherpt. Daarnaast werken de leerlingen creatief rond de verhalen en de sfeer van Harry Potter: ze stellen vragen rond het personage, maken een interview met de schrijfster, stellen een strategie op om een wedstrijd te winnen, maken een wedstrijdverslag, geven verklaringen van Potter-woorden, maken zelf een toverdrankje, creëren een voorkaft voor een nieuw boek, maken een kort gedicht met Potter-woorden. Kortom: Creatief werken rond een boek’.
De lespakketten worden ontwikkeld door docenten en zijn interactief. Geen computer? Geen Anywize.net. Zoals bij alle leermiddelen moet ook bij de pakketten van Anywize.net de vraag gesteld worden wat de leerlingen na het maken van de lessen daarvan hebben geleerd.  

E-mailprojecten 

De leerlingen van het Deinsbeke  college beschikken dus over een eigen laptop, onderhouden buiten het leslokaal virtueel contact met hun docenten in Smartschool, zoeken informatie over een groot aantal vakken in KlasCement en kunnen vrijelijk voor hun geschikte leerstof ophalen bij Anywize.net. Daarmee kunnen de leerlingen dan interactief aan de slag.
En of dat allemaal niet genoeg is onderhouden ze ook nog contact met leeftijdsgenoten in het buitenland. Ze communiceren via e-mail één lesuur per week in het vak Frans of Engels. De correspondenten zijn ruim 400 leeftijdsgenoten van Amerikaanse, Canadese en Engelse scholen (voor Frans) en scholen uit Zweden, Japan en Zuid-Afrika (voor Engels). Dat gebeurt volgens een van tevoren vastgesteld en op de website van de school gepubliceerd schema onder verantwoordelijkheid van één van de docenten.

Het jaaroverzicht ziet er als volgt uit: 

September

Verdeling van binnenkomende aanvragen om te corresponderen met onze leerlingen. Elke leerling krijgt minstens twee keypals.
Aanleren van de e-mailmogelijkheden.

Oktober
November
December

Elke leerling heeft nu gemiddeld vijf keypals en communiceert al vlot. De eerste kennismaking is achter de rug.
Om alles overzichtelijk bij te houden legt elke leerling een projectmap aan.
In die map komt een overzicht van de keypals en wordt van elke keypal de gezins- en schoolsituatie bijgehouden, naast andere wetenswaardigheden.

Januari
Maart

Evaluatie door de leerlingen en starten met het werken rond thema's.
De leerlingen van de derdes zoeken dit schooljaar uit welke feestdagen er bestaan in de partnerlanden. Feestdagen worden vergeleken en overzichtelijk bijeengebracht op een feestelijke wereldkaart.

April
Mei

Verwerking van de gegevens uit de projectmappen tot een samenvatting over het leven van een leerling in Amerika, Zweden, Zuid-Afrika, ...
Persoonlijke evaluatie op de homepage zetten.
Een homepage over feestdagen uitbouwen.

Contact met de docent en zijn leerlingen
Dit is een echte Eschola-school. De deur staat wagenwijd open voor docenten en leerlingen van andere scholen. Deze kunnen zelfs gebruik maken van de thema’s en partnerscholen van de Belgen. Daarvoor kan men contact opnemen met de verantwoordelijke docent J. Schepens jschepen@dma.be.
Alle leerlingen van de school hebben een e-mailadres. Elke middag krijgen zij de gelegenheid hun e-mail op te halen en erop te reageren.
Op dit adres http://www.deinsbeke.be/vips/e-ll.htm  staan de namen en e-mailadressen van de derde en vierde klassers die meedoen aan het e-mailproject. Volgens hun docent vinden ze het prachtig om over hun ervaringen te vertellen.
Laat leerlingen van dat aanbod gebruik maken, het is een aardig, veilig begin van klasoverstijgend leren, waarbij de moedertaal kan worden gebruikt.
Dat Nederlandse leerlingen nog meer kunnen leren van hun Belgische leeftijdgenoten moge blijken uit het feit dat het Onze Lieve Vrouwe Deinsbeke College in 1980 een nogal ambitieus project startte: ‘de 'dikke' van Dale waar mogelijk verbeteren én aanvullen. Treffend is dat dit idee, eerder toevallig ontstaan tijdens de les Nederlands, zeer snel vorm kreeg onder de impuls van enkele leerlingen zelf! Begin 1982 konden we, nog net op tijd, de eerste bundel met de ronkende titel "Lexicografische aanvullingen bij van Dale" naar Leiden sturen. Het zou het begin zijn van een jarenlange briefwisseling tussen Leiden en Zottegem. De bijdragen uit onze school werden ook sterk gewaardeerd, wat resulteerde in een opname van ca. 80% van de door ons gesignaleerde verbeteringen en aanvullingen’.
Een Nederlandse moedertaaldocent zou eens een paar leerlingen naar deze school moeten sturen om aan de bij het van Dale-project betrokken leerlingen een lijst te vragen van de opgenomen woorden en vooral te informeren naar hun werkwijze, door bijvoorbeeld te vragen waar ze de naar van Dale gestuurde woorden hebben gevonden. Ze zouden ook kunnen vragen wat de criteria zijn voor opname of afwijzing van de woorden. Met deze motiverende werkwijze breiden de Nederlandse leerlingen ook nog hun eigen woordenschat uit.
Ik schrijf dit in de dagen dat onderzoek aantoont dat Belgische kinderen op veel gebieden beter scoren dan de onze. Het zou best zo kunnen zijn dat de in deze bijdrage beschreven inzet van computers voor het onderwijs aan deze Belgische school daar aardig toe heeft bijgedragen.

Nieuwsbrief september 2002

Terug


 © John Daniëls stuur een bericht aan het bureau LT